Uitspraak
1.De procedure
2.De overwegingen van de kantonrechter
- € 43.547,99 aan achterstallige huur over de maanden juni 2022 tot en met maart 2024;
- € 33.000,00 uit hoofde van de gecedeerde vordering van [onderneming] B.V. uit de leningsovereenkomst;
- € 15.839,02 uit hoofde van gecedeerde vorderingen van [B] ;
a private company established under Dutch law” als de lenende partij opgenomen in de overeenkomst, maar gelet op het feit dat [naam 5] op dat moment geen besloten vennootschap was en dat ook niet is geworden, geldt dat [gedaagde] op grond van artikel 2:203 lid 2 BW hoofdelijk aansprakelijk is voor de vordering uit de leningsovereenkomst. Bovendien handelde [gedaagde] op dat moment van zijn eenmanszaak, heeft hij de leningsovereenkomst ook in privé getekend én heeft hij het geld ook op zijn privérekening ontvangen, zodat hij ook op grond daarvan persoonlijk aansprakelijk is tot terugbetaling van de lening.
€ 135,00(plus de kosten van betekening zoals