ECLI:NL:RBMNE:2024:3793

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 juni 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
UTR 23/3064
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke zaak

Op 18 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder van 5 juni 2023, betreffende haar aanvragen voor een bijstandsuitkering. De rechtbank heeft echter besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet had betaald.

De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het betalen van griffierecht een vereiste is voor het indienen van een beroep. Eiseres was op 17 augustus 2023 per aangetekende brief geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien de rechtbank geen betaling heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor het uitblijven van de betaling, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen omstandigheden waren die eiseres niet kon beïnvloeden, waardoor de hoofdregel van niet-ontvankelijkheid van toepassing was. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat er een inhoudelijke uitspraak over de zaak kon worden gedaan. Eiseres heeft geen recht op proceskostenvergoeding, aangezien zij in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. L.M. Henderson, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/3064

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juni 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , [woonplaats] , eiseres

en
het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Utrecht,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
5 juni 2023 met betrekking tot de aanvragen van eiseres voor een bijstandsuitkering.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 50,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 17 augustus 2023 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb).
7. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Henderson, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.