ECLI:NL:RBMNE:2024:3790

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 juni 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
UTR 23/2670
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 18 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de korpschef van politie, vertegenwoordigd door de politiechef van eenheid Midden-Nederland. Eiseres had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder van 5 februari 2023, waarin werd geweigerd om inzage te geven in politiegegevens die over haar werden verwerkt. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 184,- niet heeft betaald, wat een vereiste is voor de behandeling van het beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiseres had op 5 augustus 2023 een aangetekende brief ontvangen waarin zij werd geïnformeerd over de betalingstermijn van het griffierecht. Ondanks haar verzoek om vrijstelling van betaling, heeft de rechtbank dit verzoek afgewezen. Eiseres heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, en haar stelling dat haar bewindvoerder het griffierecht al had betaald, kon niet worden onderbouwd met bewijs. Gezien het niet-betalen van het griffierecht heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en het beroep als kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2670

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juni 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , [woonplaats] , eiseres

en
de korpschef van politie, namens deze, de politiechef van eenheid Midden-Nederland,verweerder (gemachtigde: S. Maas).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
5 februari 2023 met betrekking tot het verzoek van eiseres om inzage van politiegegevens die over eiseres worden verwerkt.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 184,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 5 augustus 2023 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Eiseres heeft gevraagd of zij het griffierecht niet hoeft te betalen, omdat zij dit bedrag niet kan betalen. De rechtbank heeft eiseres op 17 augustus 2023 een brief gestuurd waarin staat dat haar verzoek is afgewezen en dat zij het griffierecht wel moet betalen. Eiseres moest dit doen voor 4 april 2024.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven. Eiseres heeft op 22 april 2024 gesteld dat haar bewindvoerder het griffierecht al had betaald rond 4 september 2023 maar dat dit werd teruggestort. Dit blijkt echter niet uit de administratie van de rechtbank. Ook daarna is het griffierecht niet betaald.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb).
7. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Henderson, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.