ECLI:NL:RBMNE:2024:3774
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken beroepsgronden
In deze zaak heeft eiseres op 12 januari 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Woudenberg, genomen op 3 december 2023. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 16 mei 2024 vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor zij de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. De rechtbank heeft eiseres op 2 april 2024 een aangetekende brief gestuurd waarin zij werd verzocht om binnen vier weken haar beroepsgronden aan te geven. Eiseres heeft echter niet gereageerd op deze brief.
De rechtbank heeft overwogen dat, volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een beroep moet worden onderbouwd met beroepsgronden. Het niet indienen van deze gronden leidt in principe tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, tenzij er geldige redenen zijn voor het ontbreken van deze gronden. In dit geval heeft de rechtbank geconcludeerd dat eiseres niet heeft voldaan aan de vereisten en dat er geen omstandigheden zijn die haar in staat hebben gesteld om haar beroepsgronden tijdig in te dienen.
Daarom heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat eiseres recht heeft op een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en de beslissing is in aanwezigheid van de griffier, A.F. Klomp, uitgesproken.