In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, is Menzis Zorgverzekeraar N.V. (hierna: Menzis) de eisende partij tegen een gedaagde die een zorgverzekeringsovereenkomst met Menzis heeft afgesloten. De zaak betreft een betalingsachterstand van zorgverzekeringspremies voor de maanden juni en juli 2023, waarbij de gedaagde niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. Menzis vordert een totaalbedrag van € 761,40 aan hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde erkent de betalingsachterstand, maar stelt dat er een betalingsregeling is overeengekomen die niet correct is nagekomen door Menzis.
De procedure is gestart met een dagvaarding op 26 februari 2024, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een betalingsregeling van € 75,00 per maand is overeengekomen, maar dat deze regeling is komen te vervallen omdat de gedaagde niet tijdig heeft betaald. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de betalingsachterstand van € 761,40 terecht is en dat de gedaagde dit bedrag moet betalen, verminderd met de reeds gedane betalingen.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 638,23 aan hoofdsom, met wettelijke rente vanaf 23 februari 2024. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van € 802,88. De betalingsregeling is bevestigd, maar de gedaagde moet zich aan de voorwaarden houden om verdere complicaties te voorkomen. Het vonnis is uitgesproken op 19 juni 2024.