8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft samen met de medeverdachte(n) geprobeerd zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan [slachtoffer] door hem meerdere keren tegen het gezicht/hoofd te trappen en te slaan. [slachtoffer] moest worden afgevoerd door een ambulance en bleek meerdere verwondingen aan zijn gezicht te hebben opgelopen en een lichte hersenschudding. Dat [slachtoffer] geen zwaarder letsel heeft opgelopen is niet aan verdachte of zijn medeverdachte(n) te danken. Uit de getuigenverklaringen die in het dossier zijn opgenomen komt het beeld naar voren dat het schoppen met veel kracht ging. Getuige [getuige 1] beschrijft hoe hij aan de overkant van de straat stond te bellen en niet van plan was zich met het incident te bemoeien, maar zich door de intensiteit van het geweld toch geroepen voelde het slachtoffer te hulp te schieten.
Met dit forse geweld heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de gezondheid van [slachtoffer] . Dit soort feiten worden als buitengewoon bedreigend en ingrijpend ervaren door slachtoffers en veroorzaken gevoelens van onveiligheid bij het uitgaanspubliek. [slachtoffer] heeft, zo blijkt uit de vordering benadeelde partij en de schriftelijke slachtofferverklaring, tot op heden nog steeds last van de gevolgen van het geweld. Zo heeft hij er een litteken aan de zijkant van zijn gezicht aan overgehouden en een plek naast zijn neus. Deze ontsieringen herinneren hem dagelijks aan wat hem is overkomen. Ook worden door het plegen van dit soort strafbare feiten de gevoelens van onveiligheid in de maatschappij versterkt. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij op geen enkel moment de verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen.
Persoonlijke omstandigheden
Uit het strafblad van verdachte van 22 april 2024 blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, waaronder geweldsdelicten, en dat verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde in een proeftijd liep. Verdachte is namelijk door de kinderrechter op 19 januari 2023 veroordeeld tot 20 uur werkstraf vanwege openlijke geweldpleging en door de kinderrechter op 18 april 2023 voor een mishandeling tot 20 uur werkstraf voorwaardelijk Dit alles heeft verdachte er niet van weerhouden zich opnieuw aan een geweldsfeit schuldig te maken.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank verder rekening gehouden met:
- een advies uitgebreid onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming van 29 mei 2024, opgesteld door T. Siebers, raadsonderzoeker;
- een rapportage van Samen Veilig Midden-Nederland (SAVE) van 23 mei 2024, opgesteld door L.C. Goudena, reclasseringswerker;
- een psychologisch rapport van 10 oktober 2023, uitgebracht door drs. L. Heukelom, GZ-psycholoog, met assistentie van mw. drs. M.L. Kraan, forensisch orthopedagoog
.
Uit het psychologisch rapport blijkt dat er bij verdachte geen psychische stoornis en/of verstandelijke handicap is vastgesteld. Dit was ook zo ten tijde van het ten laste gelegde.
Het recidiverisico kan door de ontkennende houding van verdachte en het ontbreken van een diagnose niet ingeschat worden. Risicoverhogende factor is het eerder getoonde gedrag van verdachte. Het gegeven dat verdachte een opleiding volgt en beschikt over steunende ouders zijn beschermende factoren. Geadviseerd wordt om de lopende maatregel van Toezicht en Begeleiding, met daarbij ITB Harde Kern, voort te zetten.
Uit het rapport van SAVE blijkt dat verdachte zich sinds zijn schorsing over het algemeen goed houdt aan de afspraken en voorwaarden van het jeugdreclasseringstoezicht. Het contact vanuit de jeugdreclassering met verdachte en moeder verloopt goed. Bij bijzonderheden zoekt hij contact met de jeugdreclassering om te overleggen.
Na veel problemen in het vorige schooljaar heeft verdachte in het lopende schooljaar een nieuwe start gemaakt. Dit gaat tot nu toe veel beter dan vorig schooljaar. Verdachte is vrijwel volledig volgens het schoolrooster op school en maakt zijn opdrachten en toetsen naar behoren. Daarnaast werkt verdachte sinds kort 3 dagdelen per week.
Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog.
Verdachte is aangemeld bij De Waag. Een behandeling is van groot belang gezien de meerdere meldingen en veroordelingen van betrokkenheid bij overlast en/of geweldsincidenten van verdachte. Om het recidiverisico in de toekomst te verminderen is behandeling bij De Waag met name op het gebied van emotieregulatie en beïnvloedbaarheid volgens de jeugdreclassering noodzakelijk.
Geadviseerd wordt om verdachte een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarden: de maatregel Toezicht en Begeleiding, waarvan één jaar ITB Harde Kern, meewerken aan een behandeling bij De Waag, het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van school of werk. De jeugdreclassering adviseert de begeleiding en bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren zodat het huidige traject voortgezet kan worden. Daarnaast adviseert de jeugdreclassering verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf op te leggen.
De Raad geeft in haar rapport aan dat sinds de schorsing bij verdachte er een positieve ontwikkeling zichtbaar is. Het algemene recidiverisico wordt ingeschat als hoog. De risicofactoren liggen nu vooral nog in het herkennen van probleemsituaties, inzicht krijgen in delictgedrag en het reguleren van zijn emoties. Beschermende factoren zijn het werk en de opleiding en dat hij in de weekenden voornamelijk thuis is. Daarnaast heeft verdachte een goede band met zijn oudere zus in [woonplaats] .
Het Dynamisch Risico Profiel scoort ‘heel laag‘, wat aangeeft dat er weinig veranderbare risicofactoren aanwezig zijn die de kans op herhaling van delictgedrag vergroten en waarop ingezet kan worden om deze kans te verkleinen. Verdachte heeft baat bij de huidige strakke kaders vanuit de jeugdreclassering. Bij het wegvallen van de Jeugdreclasseringsmaatregel verandert het risicoprofiel mogelijk.
De Raad sluit zich aan bij de door de jeugdreclassering geadviseerde straffen en bijzondere voorwaarden.
Mevrouw Goudena heeft ter terechtzitting het advies van de Raad en SAVE toegelicht.
Indien verdachte opnieuw gedetineerd komt te zitten moet hij stoppen met zijn opleiding en hij mag niet nog een keer het jaar overdoen. Verder zal ook de behandeling bij de Waag stoppen, terwijl deze door de lange wachttijd net van start gaat. Het lijkt er op dat de rol van verdachte bij het tenlastegelegde groter is dan hij zelf verklaart. Dat hij daarover niet wil verklaren is van invloed op het recidiverisico omdat niet bekend is waar dat vandaan komt.
Strafoplegging
De rechtbank heeft acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en op de vastgestelde landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door schoppen/trappen tegen het hoofd is het uitgangspunt een jeugddetentie vanaf 3 maanden. De rechtbank weegt strafverminderend mee dat het hier is gebleven bij een poging, maar strafverzwarend dat er meerdere daders waren.
De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf er rekening mee dat verdachte na het plegen van het bewezenverklaarde op 24 oktober 2023 is veroordeeld tot twee maanden voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaren en een werkstraf van 80 uren. De rechtbank heeft de voorschriften toegepast die gelden voor de situatie waarin verdachte een straf zou zijn opgelegd voor alle feiten tegelijk.
De ernst en aard van het feit rechtvaardigen, mede gelet op het strafblad van verdachte, een forse onvoorwaardelijke jeugddetentie. De rechtbank vindt het echter niet wenselijk dat verdachte opnieuw vast komt te zitten. Een detentie zal de positieve lijn die verdachte heeft ingezet doorkruisen en veel gevolgen hebben voor zijn huidige, positieve schoolgang. Ook zal de behandeling bij De Waag stoppen, terwijl die behandeling gericht is op het verlagen van de kans op herhaling. De rechtbank acht het van belang dat de huidige begeleiding en behandeling voortgezet worden.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een straf zoals geëist door de officier van justitie passend en geboden is. De rechtbank zal verdachte een jeugddetentie opleggen van 134 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Aan het voorwaardelijk deel koppelt de rechtbank de bijzondere voorwaarden zoals deze door de deskundigen zijn geadviseerd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte een taakstraf, in de vorm van een werkstraf, van 50 uren opleggen. Indien verdachte deze werkstraf niet of niet naar behoren verricht wordt deze vervangen door een jeugddetentie van 25 dagen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen en gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten een poging tot zware mishandeling
.
Gelet op het advies van de deskundigen waarin het recidiverisico als hoog wordt ingeschat, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte, zonder de noodzakelijke begeleiding en behandeling, opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zal worden opgelegd en het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.