4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
[slachtoffer] heeft bij de politie aangifte gedaan en het volgende verklaard:
Op 27 mei 2023 ben ik met een aantal vrienden naar het zomerfeest gegaan op de Birkstraat te Soest. Op 28 mei 2023 omstreeks 01:00 uur zijn wij met de fiets richting Soest gereden. Ongeveer 50 meter bij het tankstation vandaan moest ik plassen.Op het moment dat ik stond te plassen zag ik dat ik werd gefilmd door een jongen met een grijze trui. Ik zag dat de jongen met de grijze trui met zijn vuist heel hard tegen mijn rechter wang sloeg. De jongen met grijze trui was met nog twee andere jongens. Ik zag en voelde dat ik meerdere klappen kreeg van de jongens. Na deze klap ben ik op de grond gevallen. Ik voelde op het moment dat ik op de grond lag dat ik een hele harde trap tegen mijn hoofd kreeg. Ik weet niet wie mij heeft geschopt tegen mijn hoofd. Ik voelde toen weer een hele erge pijn en ben out gegaan.
Door [A] werden op 31 mei 2023 de navolgende letsels bij [slachtoffer] waargenomen:
- bloeduitstorting rechteroog;
- schaafwond neus en voorhoofd links;
- wond aangezicht rechts;
- zwelling neus links;
- kleine wond wenkbrauw links (gelijmd).
Conclusie- licht traumatisch hoofd/hersenletsel;
- kneuzing aangezicht/kaak/neus.
[getuige 1] heeft bij de politie het volgende verklaard:
Nadat het Zomerfeest aan de Birkstraat in Soest afgelopen was ging ik naar mijn vrienden die op mij stonden te wachten op het parkeerterrein van het tankstation. Ik zag dat er aan de overkant van de weg iemand op de grond lag en mijn hulp nodig had. Dit was ongeveer op zo'n 25 á 30 meter van mij af. Ik zag dat er een jongen op de grond lag en dat er jongens op hem in aan het trappen en slaan waren. Vooral heel veel trappen. Ze gingen er vol op.
[getuige 2] heeft bij de politie het volgende verklaard:
Het feest eindigde op 28 mei 2023 om 01:00 uur. Ik reed iets later weg richting Soest over de Birkstraat toen ik mijn vriend [slachtoffer] (
de rechtbank begrijpt dat de getuige hier aangever [slachtoffer] bedoelt) zag staan. Ik zag dat hij werd vastgehouden door twee jongens en dat er nog een lange jongen bij stond. Ik weet de naam van de lange jongen. Hij heet " [medeverdachte 1] " (fonetisch) en de andere twee heten " [verdachte] " en " [medeverdachte 2] ". Ik ben er naar toe gefietst en ik zag dat [slachtoffer] klappen kreeg van alle drie de jongens.Ik zag dat de lange jongen naar [slachtoffer] liep. Ik zag [slachtoffer] toen op de grond liggen. Ik zag dat de lange jongen op [slachtoffer] begon in te slaan met zijn vuisten en dat hij begon te trappen tegen het hoofd van [slachtoffer] . Ik zag dat de andere twee jongens ook op [slachtoffer] aan het in waren slaan en trappen. Ik zag dat de drie jongens snel weg gingen. Niet veel later kwam de politie en toen de politie er was en de drie jongens had staande gehouden, gaf ik aan dat dat de drie jongens waren die op [slachtoffer] hadden ingetrapt en geslagen.
[getuige 2] heeft bij de rechter-commissaris het volgende verklaard:
Wat heb je gezien toen je aankwam?
Dat ze [slachtoffer] aan het slaan waren. Ik kwam eraan en toen gingen er nog meer mensen helpen en toen ging hij knock-out en toen bleven ze nog een paar keer op zijn hoofd trappen.
Door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] werd het volgende bevonden:
Op 28 mei 2023 omstreeks 01.25 uur reden wij over de de Birkstraat te Soest. Wij zagen dat andere collega's naar een groep mensen toe liepen. Wij hoorden portofonisch dat deze
collega's doorgaven dat er een jongen knockout was geslagen. Wij hoorden dat collega [verbalisant 3] zei dat er drie jongens waren weggelopen in de richting van Soest. Wij zagen dat 250 meter verderop drie jongens liepen. Hierop hebben wij de drie jongens staande gehouden. Dit bleken te zijn:
- [medeverdachte 2] geboren op [2003] .
- [medeverdachte 1] geboren op [2005] .
- [verdachte] geboren op [2004] .
Wij hoorden dat de collega's [verbalisant 3] en [verbalisant 4] doorgaven dat 1 verdachte lang was, ongeveer 2 meter lang, ongeveer 18 jaar oud was, een trainingspak droeg en een dikker postuur had. Wij hoorden ook dat er nog twee verdachten bij zouden zijn. Deze zouden kleiner zijn en vermoedelijk van Surinaamse afkomst. Wij zagen dat verdachten [medeverdachte 2] en [verdachte] duidelijk een kleiner en steviger postuur hadden dan verdachte [medeverdachte 1] . Wij zagen dat ze een donker getinte huid hadden.
Door verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] werd het volgende bevonden:
Bij de insluiting zagen wij dat de verdachte [medeverdachte 2] witte Nike sneakers droeg en dat de rechterschoen besmeurd was met bloed. Hierop hebben wij de rechterschoen van de verdachte in beslag genomen.
Door verbalisant [verbalisant 7] werd het volgende bevonden:
Door de algemene politiedienst werd de rechterschoen (SIN AAPF0124NL) van verdachte [medeverdachte 2] veiliggesteld.
Door het TMFI werd op 31 juli 2023 het volgende gerapporteerd:
- Bemonstering: Bloedvlek rechterkant schoen AAPF0124NL#01
- DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
-mogelijke donor: [slachtoffer] .
- Bemonstering: Bloedvlek veters AAPF0124NL#02
- DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
-mogelijke donor Derde [slachtoffer]
.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht, gelet op voormelde bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn medeverdachten het slachtoffer [slachtoffer] , terwijl deze (bewusteloos) op de grond lag, meerdere keren in zijn gezicht hebben geschopt en geslagen. Verdachte en zijn twee medeverdachten zijn direct na het incident en op korte afstand van de plek waar dat had plaatsgevonden aangehouden op aanwijzen van getuigen als de drie jongens die betrokken waren bij de vechtpartij en na de vechtpartij wegliepen.
Hoewel in getuigenverklaringen niet wordt gespecificeerd welke verdachte welk geweld heeft toegepast, verklaren zowel [getuige 1] als [getuige 2] duidelijk dat alle verdachten hebben geslagen en geschopt, terwijl het slachtoffer al op de grond lag. Voorts bevat het dossier geen enkele aanwijzing en/of verklaring waaruit volgt dat (een van de) verdachte(n) zich afzijdig heeft gehouden en geen geweldshandelingen heeft verricht. Verdachte ontkent geweld te hebben gebruikt, maar de rechtbank schuift zijn verklaring als onaannemelijk terzijde nu deze verklaring strijdig is met de bewijsmiddelen.
Opzet zwaar lichamelijk letsel
Het handelen van verdachte en zijn medeverdachten was, gelet op de uiterlijke verschijningsvorm, erop gericht [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Verdachte en zijn medeverdachten hebben aangever, terwijl hij bewusteloos en weerloos op de grond lag, meerdere keren met kracht tegen zijn gezicht/hoofd geslagen en geschopt.
Het hoofd is een kwetsbaar lichaamsdeel met vitale structuren. Dit is een feit van algemene bekendheid. Door met meerdere personen hard en meermaals tegen het hoofd te schoppen (met geschoeide voet) en te slaan met de vuist is er een aanmerkelijke kans op letsel met langdurige of zelfs permanente gevolgen voor bijvoorbeeld de hersenen, het gezichtsvermogen, gehoor of gebit. Ook kunnen er ontsierende littekens in het gezicht ontstaan. De rechtbank neemt in dit kader ook mee dat getuige [getuige 1] heeft verklaard dat verdachten er ‘vol op gingen’.
Door zoveel geweld op het hoofd/gezicht toe te passen hebben verdachte en de medeverdachten die aanmerkelijke kans aanvaard.