ECLI:NL:RBMNE:2024:3721

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
14 juni 2024
Zaaknummer
10971310 \ LC EXPL 24-712
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onredelijk bezwarende annuleringskostenvergoeding bij niet verschijnen consument

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juni 2024 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen een consument en een organisator van een sportief groepsuitje. De consument had via vakantieveilingen.nl een bon aangeschaft voor het uitje, maar is niet verschenen. De organisator vorderde een annuleringskostenvergoeding, die door de kantonrechter werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de bedongen annuleringskostenvergoeding onredelijk bezwarend was voor de consument, die al had betaald met de vakantieveilingbon. De rechter stelde vast dat de annuleringskostenvergoeding bedoeld is om de inkomens- of winstderving van de handelaar te dekken, maar dat er in dit geval geen sprake was van een dergelijke schade, aangezien de consument al had betaald voor de dienst. De eisende partij had ervoor gekozen om haar diensten onder de kostprijs aan te bieden in de hoop extra omzet te genereren, maar de negatieve gevolgen van niet-gerealiseerde omzetverwachtingen mochten niet worden afgewenteld op de consument die zijn verplichtingen al was nagekomen. De kantonrechter vernietigde daarom het beding en wees de vordering af. De eisende partij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de niet verschenen gedaagde partij op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Lelystad
zaaknummer: 10971310 LC EXPL 24-712 A/1621
Verstekvonnis van 12 juni 2024
inzake
[eiser] , h.o.d.n. [handelsnaam],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor H.J. Jansen B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 3 april 2024 is de eisende partij bevolen om de stellingen nader toe te lichten en bewijsstukken in het geding te brengen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis heeft de eisende partij op 1 mei 2024 een akte genomen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis overwogen te vermoeden dat de bedongen annuleringskostenvergoeding onredelijk bezwarend is voor consumenten die voor de overeengekomen dienst hebben betaald met een vakantieveilingbon, zoals de gedaagde partij. Een annuleringskostenvergoeding is immers bedoeld om inkomens- of winstderving van de handelaar te dekken als een consument zijn verbintenissen niet nakomt. Daarvan lijkt geen sprake als een consument op voorhand al, met zo’n bon, voor de dienst heeft betaald.
2.2.
De akte heeft dat vermoeden bevestigd. Daaruit blijkt dat de eisende partij er om haar moverende redenen voor kiest om haar diensten onder de kostprijs aan te bieden op vakantieveilingen.nl, in de verwachting dat zij tijdens de uitvoering van die diensten alsnog extra (horeca-)omzet kan genereren. Ingeval een consument niet verschijnt wordt die verwachte extra omzet niet gegenereerd. Volgens de eisende partij komt de opbrengst van de vakantieveilingbon dan volledig ten goede aan vakantieveilingen.nl. De kantonrechter begrijpt dat de eisende partij daar niet gelukkig mee is, maar dat is tussen de eisende partij en vakantieveilingen.nl. De gedaagde partij staat daarbuiten, de prijs voor de bon wordt immers buiten hem om bepaald.
2.3.
Feitelijk leidt het annuleringskostenbeding ertoe dat de negatieve gevolgen van die niet-gerealiseerde omzetverwachting worden afgewenteld op consumenten, die al aan hun financiële verplichting hebben voldaan door de vakantieveilingbon af te rekenen, zoals in dit geval de gedaagde partij. Dat is onredelijk bezwarend voor de gedaagde partij. De kantonrechter vernietigt daarom het beding en wijst de daarop gebaseerde vordering af.
2.4.
Dat de eisende partij de gedaagde partij op voorhand heeft geïnformeerd over annuleringskosten maakt het voorgaande niet anders.
2.5.
De eisende partij wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van de niet verschenen gedaagde partij worden begroot op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij in de proceskosten, tot en met vandaag aan de zijde van de gedaagde partij begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.