Op 12 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Lokalis, eiseres, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar tegen een besluit van 6 juni 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de ingebrekestelling op 3 januari 2024 heeft ontvangen en sindsdien twee weken zijn verstreken zonder dat er een beslissing is genomen. Dit is in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft overwogen dat, volgens artikel 4:17 van de Awb, verweerder een dwangsom moet betalen voor elke dag dat hij in gebreke blijft. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-. Daarnaast heeft de rechtbank verweerder opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen. Voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, moet verweerder een dwangsom van € 100,- betalen, met een maximum van € 15.000,-.
Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 218,75, en verweerder moet het griffierecht aan eiseres betalen. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en verweerder opgedragen om alsnog een besluit bekend te maken. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 12 maart 2024.