In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 6 juni 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres, afkomstig uit Curaçao, had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 31 maart 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld na de ingebrekestelling op 9 april 2024. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst/Toeslagen alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien deze termijn wordt overschreden, moet verweerder een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de Belastingdienst/Toeslagen veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 51,-. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten op bezwaar vastgesteld in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.