In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 31 mei 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 2 november 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser terecht beroep heeft ingesteld na de ingebrekestelling op 16 april 2024. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst/Toeslagen alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien deze termijn wordt overschreden, moet verweerder een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat eiser recht heeft op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 51,- moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.