In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 31 mei 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 4 mei 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder in gebreke was gesteld op 5 maart 2024 en eiser pas op 16 april 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen twee weken na ontvangst van een zienswijze of uiterlijk op 1 juli 2024 een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 218,75, en het door hem betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.