In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 30 mei 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser, afkomstig uit Turkije, had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag. Eiser stelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op zijn bezwaar, dat op 28 december 2022 was ingediend. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiser terecht beroep had ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien de Belastingdienst deze termijn overschrijdt, moet zij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat eiser recht heeft op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en dat het door eiser betaalde griffierecht van € 51,- moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.