In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 24 mei 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres, afkomstig uit Curaçao, had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 8 februari 2022. Verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, heeft echter niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres heeft op 19 februari 2024 een verweerschrift ontvangen van verweerder, maar de rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder in gebreke is gesteld op 18 december 2023 en eiseres pas op 6 februari 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen zes weken na de uitspraak een vooraankondiging te doen en binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed.