In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 12 juni 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 10 maart 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiser had verweerder op 27 maart 2024 in gebreke gesteld, en na het verstrijken van de termijn heeft hij op 17 april 2024 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, en wel binnen twee weken na verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft ook de termijnen vastgesteld die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn vastgesteld voor dergelijke zaken. Verweerder moet een vooraankondiging doen uiterlijk op 28 augustus 2024. Daarnaast is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed.