ECLI:NL:RBMNE:2024:3682
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 11 juni 2024, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de Algemeen Directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer behandeld. Eiser heeft op 1 mei 2023 een besluit ontvangen, maar heeft het vereiste griffierecht van € 184,- niet betaald. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat de niet-betaling van het griffierecht betekent dat de zaak niet inhoudelijk kan worden behandeld. Dit is in overeenstemming met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiser op 12 augustus 2023 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien het griffierecht niet is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, omdat het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De uitspraak is gedaan door rechter M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier E.J.H.C. Hui, en is openbaar uitgesproken. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze beslissing.