ECLI:NL:RBMNE:2024:3643

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
UTR 23/1413
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure

Op 6 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen Stichting House of Animals Foundation (verzoekster) en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (verweerder). De zaak betreft een verzoek om proceskostenveroordeling na het intrekken van een beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar door de verweerder. Verzoekster had op 4 april 2023 beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen een besluit om informatie openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Nadat verweerder alsnog een besluit had genomen, trok verzoekster haar beroep in, maar vroeg zij wel om een veroordeling van verweerder in de proceskosten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder aan verzoekster tegemoet is gekomen door alsnog een besluit te nemen. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar verweerder heeft hier niet op gereageerd. De rechtbank heeft besloten dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting.

De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 218,75, gebaseerd op de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht. Daarnaast moet verweerder ook het griffierecht aan verzoekster vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/1413

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juni 2024 in de zaak tussen

Stichting House of Animals Foundation te Utrecht, verzoekster

(gemachtigde: mr. M. van Duijn)
en

de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft op 4 april 2023 beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar tegen het besluit van verweerder inzake een verzoek om informatie openbaar te maken op grond van de toenmalige Wet openbaarheid van bestuur.
Verweerder heeft alsnog een besluit genomen op het bezwaar.
Verzoekster heeft haar beroep ingetrokken en vraagt nu nog om een veroordeling van verweerder in de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om veroordeling in de proceskosten. Verweerder heeft hier niet op gereageerd.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [1]
2. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank verweerder bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten.
3. De rechtbank stelt vast dat verweerder aan verzoekster tegemoet is gekomen door hangende het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit alsnog een besluit op het bezwaar te nemen. De rechtbank veroordeelt verweerder daarom in de door de verzoekster gemaakte proceskosten.
4. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoekster die verweerder moet betalen vast op € 218,75 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 0,25). Omdat de zaak in beroep alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden wordt in beroep een wegingsfactor van 0,25 toegepast. [2]
5. Verweerder moet ook het griffierecht aan verzoekster betalen (artikel 8:41, zevende lid, van de Awb).

Beslissing

De rechtbank:
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 218,75;
- bepaalt dat verweerder het betaalde griffierecht aan verzoekster moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Henderson rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Vergelijk de uitspraak van deze rechtbank van 4 september 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:4482.