ECLI:NL:RBMNE:2024:3639

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
UTR 23/2586
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in het kader van de Participatiewet

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 30 mei 2024, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere behandeld. Eiseres had beroep aangetekend tegen een maatregel die was opgelegd in het kader van de Participatiewet. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet heeft betaald. Dit griffierecht is een vereiste voor de ontvankelijkheid van het beroep, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiseres op 30 augustus 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank geen betaling heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor het niet betalen, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, conform artikel 8:54 van de Awb. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.

De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Henderson, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W. van Eerden, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2586

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 mei 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , [woonplaats] , eiseres

en

het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder

(gemachtigde: J.L. van Nassou).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
23 mei 2023 met betrekking tot het opleggen van een maatregel in het kader van de Participatiewet.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 50,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 30 augustus 2023 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb).
7. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Henderson, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.W. van Eerden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
30 mei 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.