ECLI:NL:RBMNE:2024:3636
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 mei 2024 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroepschrift dat door eiser was ingediend tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten. Het besluit, dat betrekking had op de aanvraag van eiser voor een eenmalige energietoeslag over 2022, was op 22 maart 2023 bekendgemaakt. Eiser diende zijn beroepschrift echter pas op 8 mei 2023 in, wat te laat was volgens de geldende termijn van zes weken na bekendmaking van het besluit. Eiser stelde dat hij het beroepschrift op 2 mei 2023 had verzonden, en beroept zich op artikel 6:9 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een beroepschrift tijdig is ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen bewijs was dat het beroepschrift daadwerkelijk op 2 mei was verzonden, aangezien de poststempel op de envelop gedateerd was op 5 mei 2023. Hierdoor ging de rechtbank ervan uit dat het beroepschrift na het verstrijken van de termijn was verzonden. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Eiser kreeg geen gelijk en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.