ECLI:NL:RBMNE:2024:3634

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
16/094993-19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens poging zware mishandeling en openlijk geweld

Op 12 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging zware mishandeling, openlijk geweld en mishandeling. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 13 februari 2018 te Hilversum, waarbij de verdachte zou hebben geprobeerd de benadeelde partij, [benadeelde], zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door hem met een hamer of knuppel te slaan en te trappen. Tijdens de terechtzitting op 29 mei 2024 heeft de officier van justitie, mr. J.P. Jansen, gepleit voor een veroordeling, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. S. Kriekaard, vrijspraak bepleitte.

De rechtbank heeft het dossier zorgvuldig bestudeerd en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de verdachte en de benadeelde partij stonden lijnrecht tegenover elkaar. De verdachte verklaarde dat hij enkel had geprobeerd de vechtpartij tussen de benadeelde en zijn zoon, medeverdachte [medeverdachte], te stoppen door de benadeelde weg te duwen. De benadeelde daarentegen stelde dat hij meerdere keren met een hamer op zijn hoofd was geslagen. De rechtbank heeft echter geen ondersteunend bewijs gevonden voor de verklaring van de benadeelde, zoals DNA-sporen op de hamer die niet overeenkwamen met die van de verdachte.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het enkel duwen van de benadeelde niet voldoende was om te spreken van een bewezenverklaring van de tenlastegelegde geweldshandelingen. De verdachte is vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van het ten laste gelegde is vrijgesproken. De rechtbank heeft de benadeelde partij in de kosten van de verdachte veroordeeld, die tot op dat moment op nihil zijn begroot.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/094993-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1969] te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 mei 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. J.P. Jansen en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. S. Kriekaard, advocaat te Arnhem, alsmede hetgeen mr. Adank namens de benadeelde partij [benadeelde] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair:
op 13 februari 2018 te Hilversum in vereniging heeft geprobeerd om [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door- hem met een hamer/knuppel tegen zijn hoofd te slaan;- hem te trappen;- hem met een hamer/knuppel te slaan ;
subsidiair is dit feit ten laste gelegde als openlijk geweld en meer subsidiair als mishandeling.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de primair ten laste gelegde poging zware mishandeling, nu het dossier onvoldoende informatie bevat om te kunnen bewijzen dat sprake was van een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel. De officier van justitie acht de subsidiair ten laste gelegde openlijke geweldspleging wettig en overtuigend te bewijzen, nu wel kan worden bewezen dat verdachte samen met medeverdachte geweld heeft gebruikt en een significante en wezenlijke bijdrage heeft gehad in het geweld.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak van het ten laste gelegde, nu het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte betrokken is geweest bij een vechtpartij met aangever.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat verdachte, al dan niet in vereniging met anderen, de ten laste gelegde geweldshandelingen heeft verricht of daaraan een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd.
Verdachte verklaart dat hij zag dat aangever zijn zoon, medeverdachte [medeverdachte] , met een mes aanviel. Hij wilde aangever en [medeverdachte] uit elkaar houden en heeft aangever toen enkel weggeduwd bij [medeverdachte] . Verdachte verklaart dat hij zich verder niet met de vechtpartij heeft bemoeid. Aangever verklaart in zijn aangifte dat verdachte hem meerdere keren met een hamer op zijn hoofd heeft geslagen en dat hij vervolgens door meerdere personen tegen zijn lichaam werd getrapt en werd geslagen met de hamer en met een knuppel. De rechtbank ziet in het dossier geen steun voor de verklaring van aangever over de rol van verdachte. Bij het onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut aan de ter plaatse aangetroffen hamer, wordt bij geen van de op de hamer aangetroffen DNA- en bloedsporen een match gevonden met het DNA van verdachte. Ook ziet de rechtbank geen aanvullend bewijs dat verdachte, naast het door hem zelf verklaarde duwen van aangever, enige andere geweldshandeling jegens aangever heeft verricht. Het enkel duwen van aangever is naar oordeel van de rechtbank niet voldoende om tot een bewezenverklaring van het medeplegen van (poging zware) mishandeling te komen. Ook is dit volgens de rechtbank niet voldoende om te spreken van een significante bijdrage aan het geweld dat op aangever is uitgeoefend. Daarbij komt dat het duwen van aangever ook niet als geweldshandeling ten laste is gelegd. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde.

5.BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 7.660,-. Dit bedrag bestaat uit € 2.660,- euro materiële schade en € 5.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
De rechtbank zal de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering omdat verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

6.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Benadeelde partij
- verklaart [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P. Killian, voorzitter, mr. A.M.M. Lemmen en mr. drs. S.R. van Breukelen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.I. van Balkom, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 juni 2024.
Mr. drs. Van Breukelen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 13 februari 2018 te Hilversum, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering
van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde] opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen,
- met een hamer en/of een knuppel, in elk geval een hard voorwerp, tegen de nek
en/of het hoofd, althans het lichaam, van die [benadeelde] heeft hebben geslagen/gestompt
en/of
-(vervolgens) (terwijl die [benadeelde] op de grond lag) die [benadeelde] heeft/hebben
getrapt/gestompt en/of geslagen/gestompt en/of
- ( terwijl die [benadeelde] op de grond lag) met een hamer en/of een knuppel, in elk geval
een hard voorwerp, tegen het lichaam van die [benadeelde] heeft/hebben
geslagen/gestompt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 februari 2018 te Hilversum, in elk geval in Nederland,
openlijk, tew weten op/aan de [straat] , in elk geval op of aan de openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging, althans alleen,
geweld heeft gepleegd tegen een persoon te weten [benadeelde] , door
- met een hamer en/of een knuppel, in elk geval een hard voorwerp, tegen de nek
en/of het hoofd, althans het lichaam, van die [benadeelde] te slaan/stompen en/of
-(vervolgens) (terwijl die [benadeelde] op de grond lag) die [benadeelde] te trappen/schoppen en/of
te slaan/stompen en/of
- ( terwijl die [benadeelde] op de grond lag) met een hamer en/of een knuppel, in elk geval
een hard voorwerp, tegen het lichaam van die [benadeelde] te slaan/stompen;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 februari 2018 te Hilversum, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [benadeelde] heeft
mishandeld door
- met een hamer en/of een knuppel, in elk geval een hard voorwerp, tegen de nek
en/of het hoofd, althans het lichaam, van die [benadeelde] te slaan/stompen en/of
-(vervolgens) (terwijl die [benadeelde] op de grond lag) die [benadeelde] te trappen/schoppen en/of
te slaan/stompen en/of
- ( terwijl die [benadeelde] op de grond lag) met een hamer en/of een knuppel, in elk geval
een hard voorwerp, tegen het lichaam van die [benadeelde] te slaan/stompen.