ECLI:NL:RBMNE:2024:3631

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
16-139864-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en ontucht met minderjarige; toegang tot kinderporno; versturen van naaktbeelden

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 47-jarige man die een seksuele relatie heeft onderhouden met een 15-jarig meisje. De verdachte is veroordeeld voor meermalen gepleegde ontucht, het zich verschaffen van toegang tot kinderporno en het versturen van naaktbeelden aan de minderjarige. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en een meldplicht bij de reclassering. Daarnaast is er een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd voor 5 jaar, waarbij de verdachte geen contact mag hebben met het slachtoffer en zich niet in de nabijheid van haar school of woning mag ophouden. De rechtbank heeft ook een gedeeltelijke schadevergoeding toegewezen aan het slachtoffer, maar verklaarde de benadeelde partij in het overige niet-ontvankelijk. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van het slachtoffer, die verklaarde dat de verdachte haar via Snapchat had benaderd en dat er een seksuele relatie was ontstaan, waarbij de verdachte haar onder invloed van alcohol en drugs heeft misbruikt. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor verkrachting, maar dat de ontuchtige handelingen wel bewezen konden worden. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het versturen van naaktbeelden en het ontvangen van seksuele afbeeldingen van het slachtoffer, wat onder de wetgeving inzake kinderporno valt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-139864-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 11 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1975] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 mei 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Dam en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M.J. van Rooij, advocaat te Purmerend, naar voren hebben gebracht. Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen de benadeelde partij [slachtoffer] , haar ouders en haar advocaat mr. A.Y. Bleeker, advocaat te Amersfoort, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
primair: in de periode van 7 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amersfoort, Amsterdam, Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg [slachtoffer] ( [2007] ) heeft verkracht;
subsidiair: in de periode van 7 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amersfoort, Amsterdam, Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg met [slachtoffer] ( [2007] ) ontucht heeft gepleegd door haar seksueel binnen te dringen;
meer subsidiair: in de periode van 7 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amersfoort, Amsterdam, Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg met [slachtoffer] ( [2007] ) ontucht heeft gepleegd;
feit 2
in de periode van 19 januari 2023 tot en met 22 maart 2023 te Amersfoort, Amsterdam, Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg [slachtoffer] ( [2007] ) heeft verkracht;
feit 3
in de periode van 9 januari 2023 tot en met 12 juni 2023 te Amsterdam zich de toegang heeft verschaft tot kinderporno;
feit 4
in de periode van 8 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amsterdam naaktbeelden van zichzelf heeft gestuurd aan [slachtoffer] ( [2007] ).

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 primair, feit 2, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Voor zover van belang worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de verkrachtingen (feit 1 primair en feit 2) en van het bezit van kinderporno (feit 3). De ontucht (feit 1 subsidiair) kan wel bewezen worden. Ten aanzien van feit 4 refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
Voor zover van belang worden de standpunten van de verdediging hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting
Ik heb [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) ontmoet via Snapchat. Ik voegde haar toe en wij raakten aan de praat. Ik wist vanaf het begin dat [slachtoffer] 15 jaar oud was. We kregen vrij snel een romantische relatie met elkaar. Tijdens onze eerste afspraak hebben wij getongzoend. Tijdens onze tweede afspraak in [plaats] hebben we weer gezoend en heb ik haar gevingerd en gebeft. Ik nam wel eens alcohol en/of drugs mee naar de afspraken met [slachtoffer] die wij dan samen nuttigden. [slachtoffer] en ik hebben elkaar naaktfoto’s en -video’s gestuurd via Snapchat. Het klopt dat ik dickpics heb gestuurd naar [slachtoffer] .
De aangifte van [slachtoffer]
O: Eerder sprak je over de eerste keer in de auto dat jullie geneukt hadden.
V: Welke seksuele handelingen hebben jullie daarvoor gedaan?
A: Een keer eerder in zijn auto. We gingen met zijn auto naar een tankstation dicht bij mij in de buurt. Daar ging hij tanken. Daarna reden we een beetje door [plaats] . Ik weet niet meer waar we stopten. Ik moest heel nodig plassen en toen heb ik bij een basisschool nog even geplast. Hij bleef buiten wachten. Naast de school was een parkje en daar liepen we 10 minuutjes en zaten op een bankje. Op dat bankje zoende hij. Na die zoen liepen we naar zijn auto en gingen we verder rijden. Ik weet niet waar we stopten, maar het was ergens in een woonwijk. Bij een soort parkeerplaatsje. Toen was ik ook nog 15.
V: Wat versta jij onder vingeren?
A: Hij had twee vingers in mijn vagina gedaan en begon toen gewoon te vingeren. In en uit met zijn vingers. Hij had me toen ook gebeft.
V: Welke seksuele handelingen heb jij toen bij hem gedaan?
A: Ik heb niks bij hem gedaan. Hij had toen volgens mij wel zijn lul uit zijn broek gehaald en vroeg of ik wou neuken, maar toen had ik nee gezegd. Daarvoor hadden we ook nog geblowd, maar dat was bij de meeste keren, zoals op de begraafplaats.
V: Wat voor soort foto's heb jij naar [verdachte] gestuurd?
A: Eigenlijk wel van mijn hele lichaam.
V: Hoe sta jij daar dan op?
A: Meestal zit ik als ik een foto maak.
V: Gekleed of ongekleed?
A: Meestal ongekleed als het om seksuele foto's gaat.
V: Waar maak je foto's van en hoe zit je erbij?
A: Als ik van de onderkant foto's maakte ging ik liggen op mijn rug en dan met mijn benen omhoog. En als ik foto's maakte van mijn kont deed ik gewoon zo met mijn arm naar achteren. Hij stuurde elke dag wel een foto van zijn lul naar mij.
V: Wat zag je op de foto's die hij van zijn lul stuurde?
A: Gewoon zijn lul. Soms had hij geblowd en liep 's-avonds ergens buiten en ging plassen. Dat stuurde hij ook.
V: In hoeverre stuurde hij foto's van zijn lul terwijl hij zelf met zijn lul bezig was
A: Bijna wel altijd. En soms stuurde hij dat hij gedaan had. Dan zei hij in een berichtje dat hij net was klaargekomen en dan stuurde hij een foto van zijn sperma.
V: Hou oud was jij toen die naaktfoto's heen en weer gestuurd werden van- en naar [verdachte] ?
A: Toen was ik 15. [2]
Het digitale onderzoek in de telefoon van [slachtoffer]
Op 23 maart 2023 is de Samsung SM-A250F van [slachtoffer] in beslag genomen ter waarheidsvinding.
Ik zag onder Chats onder andere 514 snapchatgesprekken. Eén daarvan betrof een gesprek tussen de gebruiker van het Snapchataccount [Snapchataccount slachtoffer] en de gebruiker van het Snapchataccount [Snapchataccount verdachte] . Het was mij bekend dat [slachtoffer] had verklaard dat dit de gebruikersnaam was van [verdachte] .
Ik zag dat de gebruiker van het Snapchataccount [Snapchataccount slachtoffer] op 9 januari 2023 om 20:18 uur (UTC + 1) een foto stuurde van een persoon die met haar buik op bed lag. Op de foto waren de billen van deze persoon zichtbaar. De persoon droeg een zwarte onderbroek.
Ik zag dat de gebruiker van het Snapchataccount [Snapchataccount slachtoffer] op 10 januari 2023 om 15:41 uur (UTC +1) een filmpje stuurde naar de gebruiker van het Snapchataccount [Snapchataccount verdachte] . Dit filmpje had een duur van negen seconden. Op dit filmpje was de romp van een persoon zichtbaar. Ik zag dat de persoon op dit filmpje mogelijk seksuele handelingen bij zichzelf uitvoerde. Ik zag namelijk dat zij met haar rechterhand onder haar onderbroek ging en met haar hand bewoog. Het leek alsof de persoon haar geslachtsdeel betastte met haar vinger(s).
Ik zag dat de gebruiker van het Snapchataccount [Snapchataccount slachtoffer] op 10 januari 2023 om 15:52 uur (UTC +1) een filmpje stuurde naar de gebruiker van het Snapchataccount [Snapchataccount verdachte] . Dit filmpje had een duur van zeven seconden. Dit betrof eenzelfde soort filmpje als het hiervoor beschreven filmpje, maar dan vanuit een iets andere hoek gefilmd. [3]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Vrijspraak feit 1 primair en feit 2 (verkrachting)
Verdachte wordt vrijgesproken van de verkrachting(en). Op basis van het dossier en de verklaring van verdachte ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat verdachte een seksuele relatie had met [slachtoffer] . Deze relatie begon toen [slachtoffer] 15 jaar was. Verdachte was op dat moment 47 jaar. Dit wijst op een ongelijkwaardige relatie tussen een minderjarig meisje en een volwassen man. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij verliefd was op [slachtoffer] en in de veronderstelling was dat zij een gelijkwaardige relatie hadden. Daarnaast heeft verdachte meermalen drank en/of drugs meegenomen naar hun afspraakjes die zij dan samen gebruikten. Tijdens die ontmoetingen vonden ook vergaande seksuele handelingen plaats.
Naar het oordeel van de rechtbank kan er onder deze omstandigheden geen sprake zijn van op vrijwilligheid gebaseerd seksueel contact, maar anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat sprake is geweest van dwang in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). In de aangifte heeft [slachtoffer] meermalen verklaard dat zij bij bepaalde seksuele handelingen ‘nee’ zei en dat verdachte dan ook stopte. [slachtoffer] beschrijft geen handelingen waaruit blijkt dat zij door verdachte door middel van geweld, bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid is gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam. Het dossier bevat ook anderszins onvoldoende aanknopingspunten voor dwang als bedoeld in artikel 242 Sr, zodat verdachte van het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. De ontuchtige handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen, zoals ten laste gelegd onder feit 1 subsidiair acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen.
De verklaringen van [slachtoffer] roepen het beeld op dat verdachte, gelet op het enorme leeftijdsverschil, misbruik heeft gemaakt van het overwicht dat hij op [slachtoffer] had en verdachte [slachtoffer] daardoor zover heeft gekregen ontuchtige handelingen te plegen en dulden. Dergelijk handelen is strafbaar gesteld in artikel 248a Sr, maar dat is niet aan verdachte ten laste gelegd.
Bewijsoverweging feit 3 (kinderporno)
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor feit 3, omdat geen sprake zou zijn van pornografisch materiaal, verdachte niet zelf om de beelden heeft gevraagd en er op zijn telefoon geen pornografisch materiaal is aangetroffen.
Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen volgt dat aangeefster via Snapchat seksueel getinte afbeeldingen en video’s van zichzelf heeft gestuurd aan verdachte, die door verdachte zijn bekeken. Niet kan worden vastgesteld dat verdachte dit beeldmateriaal vervolgens heeft opgeslagen of op een andere manier heeft vastgelegd.
Gelet op de leeftijd van aangeefster en de in het dossier gegeven omschrijving van de beelden, gaat het evident om kinderpornografisch materiaal. Niet kan worden bewezen dat verdachte dit materiaal heeft verworven of in bezit heeft gehad. Daarvoor moet namelijk bewezen kunnen worden dat verdachte een zekere mate van beschikkingsmacht heeft gehad over het materiaal. Door op Snapchat alleen naar de beelden te kijken, waarbij die beelden vervolgens niet meer te bekijken zijn, heeft verdachte geen beschikkingsmacht gekregen over dit beeldmateriaal. Wel acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op deze manier door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst zich de toegang heeft verschaft tot het kinderpornografisch materiaal.
Het ‘zich toegang verschaffen tot’ impliceert een actieve handeling die op het verkrijgen van toegang tot kinderporno is gericht. De handelingen van verdachte die daar in dit geval op zijn gericht bestaan uit het contact onderhouden via Snapchat met aangeefster, het telkens openen van de app en de door aangeefster toegezonden afbeeldingen, en het zelf sturen van pornografisch materiaal aan aangeefster, zoals onder feit 4 bewezen wordt verklaard.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 subsidiair
op tijdstippen in de periode van 7 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amersfoort en Amsterdam, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [2007] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft verdachte, meermalen
- zijn vingers en/of zijn tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden,
- de vagina, van die [slachtoffer] betast en
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht en gehouden;
feit 3
op tijdstippen in de periode van 9 januari 2023 tot en met 12 juni 2023 te Amsterdam, althans in Nederland, meermalen, afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
- het gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding en waarbij door het camerastandpunt en/of de pose van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten, vagina en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling en
- het met één of meerdere vingers betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
feit 4
op tijdstippen in de periode van 8 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amsterdam, althans in Nederland, een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk was te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten foto’s en/of video’s waarop zijn, verdachtes, (stijve) penis zichtbaar was en/of het aftrekken van zijn, verdachtes, (stijve) penis zichtbaar was, heeft verstrekt en aangeboden aan een minderjarige, van wie hij, verdachte, wist dat deze jonger was dan zestien jaar, te weten aan [slachtoffer] , geboren op [2007] .
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 subsidiair: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
feit 3: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
feit 4: een afbeelding, bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, verstrekken en vertonen aan een minderjarige van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 24 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering. Daarnaast vordert de officier van justitie ter bescherming van [slachtoffer] , haar zus en haar ouders oplegging van een dadelijk uitvoerbaar contact- en locatiegebod zoals bedoeld in artikel 38v Wetboek van Strafrecht voor de duur van 5 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht dat er geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd die de duur van het voorarrest overschrijdt. Wel kan een voorwaardelijke straf worden opgelegd met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. Verdachte zal meewerken aan de voorwaarden. Ook een taakstraf kan worden opgelegd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft via Snapchat de minderjarige [slachtoffer] benaderd en is een gesprek met haar gestart. Het gesprek werd al gauw persoonlijk, romantisch en seksueel getint. Kort nadat zij elkaar online hadden leren kennen ontstond er een relatie. Verdachte had 24/7 contact met [slachtoffer] en sprak meerdere keren met haar af. Op deze afspraakjes nam verdachte drank en drugs mee die zij dan samen nuttigden. Ook gingen zij samen eten en hielp hij haar met haar huiswerk. Op vrijwel elke afspraak is er seksueel contact geweest. De eerste ontmoeting bleef het nog bij een tongzoen, maar bij een volgende afspraak heeft verdachte [slachtoffer] ook gevingerd en gebeft. [slachtoffer] was toen nog maar 15 jaar, terwijl verdachte al 47 jaar oud was. Verdachte heeft [slachtoffer] daarnaast meermalen naaktbeelden van zichzelf gestuurd via Snapchat. [slachtoffer] heeft op haar beurt seksueel getinte foto’s en video’s naar verdachte gestuurd via Snapchat.
De rechtbank acht het niet onaannemelijk dat verdachte - door verliefdheid verblind - in de veronderstelling verkeerde dat er sprake was van een gelijkwaardige relatie. De rechtbank vindt dit echter niet begrijpelijk vanwege het grote leeftijdsverschil van 32 jaren en de onervarenheid van [slachtoffer] op seksueel gebied. Verdachte wist vanaf het begin dat [slachtoffer] 15 jaar oud was en nog maagd was. Verdachte heeft niet alleen misbruik gemaakt van zijn overwicht wat betreft leeftijd en seksuele ervaring, maar ook van de kwetsbare periode waarin [slachtoffer] verkeerde en waar verdachte weet van had. Hij heeft emotionele druk op [slachtoffer] uitgeoefend door manipulatief om te gaan met deze factoren. Dit heeft er ook toe geleid dat verdachte [slachtoffer] ertoe kon brengen seksuele foto’s en video’s van zichzelf naar hem te sturen. De rechtbank leidt uit de verklaring van verdachte ter zitting af dat hij rationeel inmiddels snapt dat zijn relatie met [slachtoffer] onwenselijk was, maar dat dit voor hem nog steeds niet zo voelt.
Verdachte heeft met zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de minderjarige [slachtoffer] . Verdachte heeft de seksuele ontwikkeling van [slachtoffer] op een volstrekte onwenselijke manier versneld. Alhoewel verdachte wordt vrijgesproken van de onder 2 ten laste gelegde verkrachting, staat op grond van het dossier wel vast dat hij vergaande seksuele handelingen bij [slachtoffer] heeft verricht en onbeschermd seks met haar heeft gehad. Verdachte heeft zich met name laten leiden door zijn eigen lustgevoelens. Het is een feit van algemene bekendheid dat door dergelijk misbruik de (seksuele) ontwikkeling van kinderen en jongvolwassenen kan worden verstoord. Slachtoffers van seksueel misbruik ondervinden daar vaak nog gedurende lange tijd gevolgen van in hun dagelijks functioneren, onder meer op het gebied van (het aangaan en onderhouden van) (seksuele) relaties. Ook levert ontucht onrust en gevoelens van onveiligheid op in de directe omgeving van het slachtoffer en in bredere kring van de samenleving. Dat deze feiten een grote impact hebben op de slachtoffers en hun familie blijkt wel uit het dossier. Dit is ook gebleken uit de slachtofferverklaringen die [slachtoffer] en haar ouders ter terechtzitting hebben voorgedragen.
8.3.2
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 23 april 2024 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld.
Adviezen van deskundigen
Uit het Pro-Justitia rapport van R. Bout (GZ-psycholoog) van 7 december 2023 blijkt dat er bij verdachte sprake is van een depressieve stoornis en een stoornis in alcoholgebruik (thans in remissie). De stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde feiten. De psycholoog ziet geen gedragskundige factoren die leiden tot verminderde toerekeningvatbaarheid. Verdachte is daarom volledig toerekeningsvatbaar. De psycholoog kan geen verband leggen tussen de diagnose en de ten laste gelegde feiten waardoor het onmogelijk is om een interventieadvies te geven om het recidiverisico te verkleinen.
Uit de reclasseringsadviezen van 18 december 2023 en 22 mei 2024 blijkt dat er geen aanwijzingen zijn voor een gedragspatroon bij verdachte. Volgens de reclassering is door middel van extern diagnostisch onderzoek een autismespectrumstoornis bij verdachte vastgesteld. Het recidiverisico wordt laag ingeschat. De risico’s liggen vooral in het psychosociaal functioneren van en het middelengebruik door verdachte. Bij strafoplegging adviseert de reclassering als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling.
Ter terechtzitting heeft de psycholoog zijn advies van 7 december 2023 onderschreven. Ook heeft de psycholoog aangegeven dat hij, in tegenstelling tot hetgeen uit het reclasseringsrapport blijkt, geen autismespectrumstoornis kan diagnosticeren. Daarvoor is onvoldoende dat er bij verdachte sprake is van rigide denkpatronen.
8.3.3
Conclusie
Gelet op de aard en ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, passend en geboden is. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf verbindt de rechtbank een proeftijd van 3 jaar met de algemene voorwaarden en als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering.
Voor de rechtbank is niet komen vast te staan dat er bij verdachte sprake is van een stoornis die van invloed is geweest op het bewezenverklaarde. Daarnaast heeft de psycholoog geen interventie geadviseerd. De rechtbank legt daarom geen ambulante behandeling op als bijzondere voorwaarde en wijkt hiermee af van het reclasseringsadvies. Het staat verdachte vrij om zich in een vrijwillig kader onder behandeling te stellen.
De rechtbank zal voor de beveiliging van de maatschappij en voor het voorkomen van strafbare feiten bevelen dat verdachte zich niet ophoudt in de nabije omgeving van het huis van [slachtoffer] en haar school in [plaats] . Daarnaast moet verdachte zich onthouden van contact met [slachtoffer] . De rechtbank legt dit contactverbod ook op ten aanzien van de ouders en het zusje van [slachtoffer] , omdat uit het dossier blijkt dat verdachte eerder contact met het gezin heeft gezocht om [slachtoffer] te kunnen bereiken.
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van vijf (5) jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal per overtreding vervangende hechtenis voor een de duur van één (1) week worden opgelegd met een maximum van zes (6) maanden.
Gelet op het feit dat de rechtbank niet de overtuiging heeft dat verdachte over zijn gevoelens voor [slachtoffer] heen is, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer] . Daarom zal zij bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 34.144,12, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 24.144,12 materiële schade en € 10.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 1 tot en met feit 4 ten laste gelegde.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen, met uitzondering van de door de ouders gemaakte reiskosten voor het naar school brengen en ophalen van het zusje van [slachtoffer] . Deze kosten dienen afgewezen te worden.
Voor zover van belang worden de standpunten van de officier van justitie hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over de vordering voor de reiskosten die verband houden met de strafzaak. De overige reiskosten, kosten voor het nieuwe bed, de nieuwe telefoon en de studievertraging dienen te worden afgewezen. De immateriële schade moet worden gematigd tot een bedrag van € 1.000,-.
Voor zover van belang worden de standpunten van de verdediging hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Reiskosten
Namens de benadeelde partij [slachtoffer] wordt een vergoeding voor reiskosten gevorderd ter hoogte van in totaal € 2.390,12. Het gaat daarbij om reiskosten van € 132,66 vanwege het onderzoek door de zedenpolitie, € 867,50 vanwege de begeleiding door Pretty Woman en het volgen van EMDR-therapie en € 1.389,96 voor het halen en brengen van [slachtoffer] en haar zus van en naar school op advies van Veilig Thuis.
Bij een gedeelte van de gevorderde reiskosten gaat het om toekomstige schade. De rechtbank overweegt dat toekomstige schade op grond van artikel 6:105 BW voor vergoeding in aanmerking komt indien in voldoende mate zeker is dat die schade zich zal verwezenlijken. Op grond van het verhandelde ter terechtzitting is voor de rechtbank voldoende aannemelijk geworden dat [slachtoffer] als gevolg van het bewezen verklaarde nog tot januari 2025 begeleid zal worden door Pretty Woman en ook dat zij reiskosten zal maken in verband het ondergaan van EMDR-therapie. Met de officier van justitie acht de rechtbank de vordering inzake reiskosten daarom als rechtstreekse schade ten gevolge van het bewezen verklaarde toewijsbaar, met uitzondering van de kosten die door de ouders van [slachtoffer] zijn gemaakt in verband met het halen en brengen van de zus van [slachtoffer] van en naar school. Dit gedeelte van de schadepost staat in een te ver verwijderd verband van het bewezen verklaarde handelen van de verdachte. Het gaat om de helft van het gevorderde bedrag van € 1.389,96, dus € 694,98. In zoverre zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
Een bedrag ter hoogte van € 1.695,14 aan reiskosten zal worden toegewezen.
Kosten vervanging bed
Namens de benadeelde partij [slachtoffer] wordt een vergoeding ter hoogte van € 2.350,- gevorderd voor het vervangen van het bed van een familievriendin waarin verdachte seks heeft gehad met [slachtoffer] . Deze kosten houden verband met het onder 2 ten laste gelegde, van welk feit de verdachte wordt vrijgesproken. Dit betekent dat er geen causaal verband bestaat tussen het bewezen verklaarde handelen van de verdachte en deze schadepost. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
Kosten telefoon
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een vergoeding ter hoogte van € 189,99 voor de kosten van vervanging van haar telefoon. Haar telefoon is door de zedenpolitie in beslag genomen voor digitaal onderzoek, zodat zij genoodzaakt was een andere telefoon aan te schaffen. De rechtbank is van oordeel dat deze kosten voldoende in een rechtstreeks verband staan met het bewezen verklaarde handelen van verdachte. De rechtbank acht de hoogte van het gevorderde bedrag ook redelijk. Dit gedeelte van de schadepost zal daarom volledig worden toegewezen.
Dit is anders wat betreft het bedrag van € 115,- dat verband houdt met de aanschaf van een nieuw sim-only abonnement. De benadeelde partij had de mogelijkheid het oude abonnement te blijven gebruiken, zo nodig met een nieuwe simkaart, en had het nummer van verdachte kunnen blokkeren. In dit gedeelte van de vordering zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.
Studievertraging
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een vergoeding ter hoogte € 19.100,- ter zake van studievertraging. De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van deze schadepost een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De schadepost is onvoldoende met bewijsstukken onderbouwd. Voor de rechtbank staat vooralsnog onvoldoende vast of en in welke mate de omstandigheid dat [slachtoffer] het schooljaar moest overdoen het gevolg is van het bewezen verklaarde handelen van de verdachte. Onder meer beschikt de rechtbank niet over informatie over de schoolresultaten van [slachtoffer] van vóór de bewezen verklaarde periode. De benadeelde partij kan daarom in dat gedeelte van haar vordering niet worden ontvangen.
Totaal aan materiële schade
Aan materiële schade wordt op grond van het hiervoor staande een bedrag toegewezen van € 1.695,14 (reiskosten) en € 189,99 (telefoon), dus in totaal € 1.885,13. Dit bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van volledige betaling. Voor de dag van het ontstaan van de schade gaat de rechtbank uit van 18 januari 2023, namelijk het einde van de onder 1 en 4 bewezen verklaarde periode.
Immateriële schade
Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, begroot de rechtbank de immateriële schadevergoeding naar billijkheid op € 5.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van volledige betaling. Voor de dag van het ontstaan van de immateriële schade gaat de rechtbank uit van 18 januari 2023, te weten het einde van de periode bij het onder 1 en 4 bewezen verklaarde. De benadeelde partij zal voor het meer gevorderde aan immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
In het belang van de benadeelde partij [slachtoffer] wordt, als extra waarborg voor betaling aan haar, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd. Deze maatregel houdt de verplichting tot betaling van het toegewezen bedrag aan de Staat in, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente en bij gebreke van betaling te vervangen door de bijbehorende aantal dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
BEM-clausule
De rechtbank zal bepalen dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen rekening met een zogenoemde BEM (Belegging, Erfenis en andere gelden Minderjarigen)-clausule. Een dergelijke BEM-clausule is bedoeld ter bescherming van de belangen van de minderjarige. De minderjarige en haar wettelijke vertegenwoordiger kunnen aldus slechts met toestemming van de kantonrechter over het vermogen van de minderjarige beschikken tot zij achttien jaar is.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 57, 240a, 240b en 245 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het onder feit 1 subsidiair, feit 3 en feit 4 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat van de gevangenisstraf
  • stelt daarbij een
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • als
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
  • stelt als
  • zich drie dagen na de uitspraak van dit vonnis bij Reclassering Nederland (Wibautstraat 12 1091GM Amsterdam) zal melden, en zal blijven melden zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarde en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • legt aan verdachte op
  • beveelt dat verdachte
  • zich niet ophoudt in een straal van 500 meter rondom de school van [slachtoffer] ( [school] ) en de woning van [slachtoffer] en haar gezin ( [adres] , [woonplaats] );
  • zich onthoudt van contact met [slachtoffer] , [A] (vader), [B] (moeder) en [C] (zusje);
  • beveelt dat deze
  • beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door één (1) week hechtenis met een maximum van zes (6) maanden;
Benadeelde partij [slachtoffer]
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 6.885,13;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 6.885,13 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 69 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen rekening met een
BEM-clausule.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.E. Verschoor-Bergsma, voorzitter, mrs. G. Schnitzler en H.M. Vos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A. Barends, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 juni 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amersfoort, Amsterdam, Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg, althans in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld
en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer] , geboren op [2007] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn vinger(s) en/of zijn tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of in de anus van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden,
- de vagina, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer] betast,
- die [slachtoffer] zijn geslachtsdeel laten vastpakken, betasten en/of aanraken,
- de borsten en/of billen van die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt en/of gelikt en/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden, althans die [slachtoffer] op de mond gezoend,
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- misbruik heeft gemaakt van die [slachtoffer] , terwijl zij onder invloed was van alcohol en/of drugs, althans een bedwelmende stof,
- die [slachtoffer] in een ongelijkwaardige en/of afhankelijke relatie met hem, verdachte, heeft gebracht/gehouden, gelet op de kwetsbaarheid en/of de (zeer) jonge leeftijd van die [slachtoffer] en/of
- het (aldus) - ook door het leeftijdsverschil en/of het feitelijk overwicht - doen opleveren, althans doen ontstaan, van een zodanige psychische druk dat zij geen weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin zij geen ‘nee’ kon zeggen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amersfoort, Amsterdam, Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [2007] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] immers heeft verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn vinger(s) en/of zijn tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of in de anus van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden,
- de vagina, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer] betast,
- die [slachtoffer] zijn geslachtsdeel laten vastpakken, betasten en/of aanraken,
- de borsten en/of billen van die [slachtoffer] betast en/of aangeraakt en/of gelikt en/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden, althans die [slachtoffer] op de mond gezoend;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amersfoort, Amsterdam, Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [2007] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- met zijn vinger(s)/hand en/of zijn tong de vagina, althans de schaamstreek, de borsten en/of de billen, althans het lichaam, van die [slachtoffer] aangeraakt en/of betast en/of gelikt en/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden, althans die [slachtoffer] op de mond gezoend;
feit 2
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 januari 2023 tot en met 22 maart 2023 te Amersfoort, Amsterdam, Utrecht en/of Bunschoten-Spakenburg, althans in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer] , geboren op [2007] , heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , immers heeft verdachte, meermalen, althans eenmaal (telkens)
- zijn penis en/of vinger(s) en/of tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen en/of in de anus van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden,
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden,
- die [slachtoffer] zijn penis laten vastpakken, betasten en/of aanraken,
- de vagina, althans de schaamstreek, de borsten en/of de billen van die [slachtoffer] betast, aangeraakt en/of gelikt en/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden, althans die [slachtoffer] op de mond gezoend,
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- misbruik heeft gemaakt van die [slachtoffer] , terwijl zij onder invloed was van alcohol en/of drugs, althans een bedwelmende stof, en/of
- die [slachtoffer] in een ongelijkwaardige en/of afhankelijke relatie met hem, verdachte, heeft gebracht/gehouden, gelet op de kwetsbaarheid en/of de (zeer) jonge leeftijd van die [slachtoffer] en/of
- het (aldus) - ook door het leeftijdsverschil en/of het feitelijk overwicht - doen opleveren, althans doen ontstaan, van een zodanige psychische druk dat zij geen weerstand kon bieden, in ieder geval het doen ontstaan van een situatie waarin zij geen ‘nee’ kon zeggen;
feit 3
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 januari 2023 tot en met 12 juni 2023 te Amsterdam, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een of meerdere foto's en/of video's, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding en/of (waarbij door het camerastandpunt en/of de pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten, vagina en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
- het met één of meerdere vingers betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
feit 4
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 januari 2023 tot en met 18 januari 2023 te Amsterdam, althans in Nederland, een afbeelding, een voorwerp en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk was te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten een of meerdere foto's en/of video's waarop zijn, verdachtes, (stijve) penis zichtbaar was en/of het aftrekken van zijn, verdachtes,
(stijve) penis zichtbaar was, heeft verstrekt, aangeboden en/of vertoond aan een minderjarige, van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze jonger was dan zestien jaar, te weten aan [slachtoffer] , geboren op [2007] .

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 13 juni 2023, 19 juni 2023 en 31 juli 2023, genummerd PL0900-2023084905, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 1005. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal aangifte van [slachtoffer] van 11 mei 2023, p. 31 en 34-35.
3.Proces-verbaal van bevindingen van 7 juni 2023, p. 258-261.