ECLI:NL:RBMNE:2024:36

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 januari 2024
Publicatiedatum
9 januari 2024
Zaaknummer
10734143
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betalingsachterstand zorgverzekeringspremie en niet nagekomen betalingsregeling

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij wegens een betalingsachterstand in de zorgverzekeringspremie. De gedaagde heeft een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis afgesloten, waarbij de premie bij vooruitbetaling verschuldigd is. De gedaagde heeft vanaf september 2022 een betalingsachterstand laten ontstaan, wat heeft geleid tot een vordering van in totaal € 884,96, bestaande uit hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde heeft verweer gevoerd en gesteld dat hij een betalingsregeling had afgesproken, maar deze is niet nagekomen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de achterstand van € 1.220,55 erkent, maar dat hij ook betalingen heeft gedaan die in mindering zijn gebracht. Uiteindelijk is de gedaagde veroordeeld om € 765,23 aan Zilveren Kruis te betalen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Zilveren Kruis recht heeft op de gevorderde bedragen, omdat de gedaagde de betalingsregelingen niet is nagekomen en de vordering terecht is ingesteld. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat de gedaagde contact kan opnemen met de deurwaarder voor een nieuwe betalingsregeling, maar dat hij zelf verantwoordelijk is voor het treffen van deze regeling.

De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagde is in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken op 10 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer: 10734143 \ MC EXPL 23-5816
Vonnis van 10 januari 2024
in de zaak van
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Zilveren Kruis,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met producties, van 14 september 2023;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de akte van Zilveren Kruis met producties;
- de antwoordakte van [gedaagde] met een productie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis afgesloten.
2.2.
De zorgverzekeringspremie bedroeg in 2022 € 131,45 per maand en in 2023
€ 138,95 per maand en is bij vooruitbetaling verschuldigd.
2.3.
[gedaagde] heeft vanaf september 2022 een betalingsachterstand laten ontstaan in de betaling van de verzekeringspremie.

3.Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis vordert – na vermindering van eis – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] om in totaal € 884,96 aan Zilveren Kruis te betalen. Dit bedrag bestaat uit € 1.220,55 aan hoofdsom, € 95,43 aan buitengerechtelijke incassokosten (inclusief btw), € 24,30 aan wettelijke rente tot en met 14 september 2023 en is verminderd met € 415,32 en € 40,00 aan gedane betalingen. Ook vordert Zilveren Kruis de wettelijke rente over € 805,23 vanaf 7 september 2023 tot de dag van betaling en ten slotte betaling van de proceskosten.
3.2.
Ter onderbouwing van de vordering stelt Zilveren Kruis – kort gezegd – dat [gedaagde] vanaf september 2022 de maandelijkse verzekeringspremie niet (volledig) heeft betaald.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Het openstaande bedrag aan verzekeringspremie klopt. Hij maakt wel bezwaar tegen de bijkomende kosten. Deze kosten kan hij ook niet betalen, omdat hij leeft van een bijstandsuitkering. Met Zilveren Kruis is een betalingsregeling afgesproken voor twee zaken. Tot voor kort is hij deze nagekomen. Op een gegeven moment heeft de deurwaarder druk op de betalingsregeling gezet. [gedaagde] moest meer en sneller aflossen. Hij kon dit echter niet meer betalen en heeft tot drie keer gevraagd of de oorspronkelijke betalingsregeling kon worden voortgezet. Er is ook te snel gedagvaard, zonder herinnering of aanmaning. [gedaagde] heeft drie keer een e-mail gestuurd, maar als reactie daarop kwam dat alles in één keer betaald moest worden.

4.De beoordeling

De achterstallige verzekeringspremie
4.1.
[gedaagde] heeft erkend dat de gevorderde achterstand aan verzekeringspremie van € 1.220,55 klopt. Na tussenkomst van de deurwaarder heeft [gedaagde] een bedrag van
€ 415,32 betaald. Uit randnummer 6 onder H van de dagvaarding volgt dat Zilveren Kruis dit bedrag in mindering heeft gebracht op de achterstallige verzekeringspremie. Na de dagvaarding heeft [gedaagde] nog een bedrag van € 40,00 betaald. Dit betekent dat er een openstaand bedrag van € 765,23 overblijft.
4.2.
[gedaagde] heeft bij zijn conclusie van antwoord nog een aantal betalingsbewijzen overgelegd. Met deze betalingen is echter al rekening gehouden, zo blijkt uit de akte van Zilveren Kruis. [gedaagde] heeft dit ook niet betwist.
4.3.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat er een betalingsregeling is afgesproken, zowel in deze zaak als in een ander dossier. De kantonrechter zal de stellingen van [gedaagde] die hierop betrekking hebben hieronder bespreken.
4.4.
Allereerst merkt de kantonrechter op dat [gedaagde] kennelijk nog een andere schuld heeft bij de Rabobank. In die zaak is ook deurwaarder Syncasso ingeschakeld (dossiernummer [nummer 2] ). Voor die schuld is een betalingsregeling van € 70,00 per maand afgesproken. Voor deze procedure is dat echter niet relevant, omdat het in deze procedure gaat om een schuld aan Zilveren Kruis.
4.5.
De schuld aan Zilveren Kruis uit deze procedure staat bij Syncasso bekend onder dossiernummer [nummer 1] . Bij brief van 21 februari 2023 is voor deze schuld een eerste betalingsregeling afgesproken. Deze regeling hield in dat [gedaagde] een bedrag van
€ 55,75 per maand aan Zilveren Kruis moest betalen. Daarnaast moest [gedaagde] maandelijkse de lopende verzekeringspremie aan Zilveren Kruis betalen. [gedaagde] is deze regeling niet nagekomen, omdat hij de premie van april 2023 niet heeft betaald. De betalingsregeling is vervolgens in de brief van 13 april 2023 beëindigd.
4.6.
Vervolgens is er op 24 april 2023 een nieuwe betalingsregeling getroffen. Deze nieuwe regeling hield in dat [gedaagde] een bedrag van € 77,94 per maand plus de lopende verzekeringspremie aan Zilveren Kruis moest betalen. [gedaagde] is ook deze regeling niet nagekomen, omdat hij de premie van augustus 2023 niet heeft betaald. De betalingsregeling is vervolgens bij brief van 24 augustus 2023 beëindigd.
4.7.
Omdat [gedaagde] de betalingsregelingen niet is nagekomen, mocht Zilveren Kruis deze beëindigen. Daardoor werd de volledige betalingsachterstand ineens opeisbaar. [gedaagde] stelt dat hij van de deurwaarder meer en sneller moest aflossen, maar dit blijkt nergens uit. Zilveren Kruis heeft in de brief van 24 augustus 2023 terecht betaling van het volledige openstaande bedrag gevorderd. Ook kan Zilveren Kruis betaling van het volledige bedrag bij de rechter vorderen. Daarvoor is niet nodig dat Zilveren Kruis nog een extra herinnering of aanmaning stuurt, zoals [gedaagde] kennelijk meent. Ook was Zilveren Kruis niet verplicht om de betalingsregeling voort te zetten of weer een nieuwe betalingsregeling af te spreken.
4.8.
Dit alles betekent dat de kantonrechter [gedaagde] zal veroordelen om de achterstallige verzekeringspremie van € 765,23 aan Zilveren Kruis te betalen.
Wettelijke rente
4.9.
[gedaagde] moest de verzekeringspremie iedere maand bij vooruitbetaling betalen. Hij heeft dit niet gedaan en is daardoor in verzuim geraakt. Dit betekent dat hij over de verzekeringspremie wettelijke rente moet betalen. De kantonrechter zal de gevorderde wettelijke rente daarom toewijzen. De wettelijke rente van € 24,30 is berekend tot en met 14 september 2023. De wettelijke rente over de hoofdsom wordt daarom verder toegewezen vanaf 15 september 2023.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.10.
Zilveren Kruis maakt aanspraak op de vergoeding van € 95,43 inclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Zilveren Kruis heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
Proceskosten
4.11.
Vast staat dat [gedaagde] een betalingsachterstand heeft laten ontstaan. Ook is hij twee betalingsregelingen niet nagekomen. Zilveren Kruis heeft hem bij brief van 24 augustus 2023 aangemaand om tot betaling van het volledige openstaande bedrag over te gaan. [gedaagde] heeft dit niet gaan. Zilveren Kruis is daarom terecht tot dagvaarden overgegaan en [gedaagde] moet de proceskosten (inclusief nakosten) van Zilveren Kruis betalen. De proceskosten van Zilveren Kruis worden begroot op:
- dagvaarding € 130,49
- griffierecht € 322,00
- salaris gemachtigde € 198,00 (1,5 punten x tarief € 132,00)
- nakosten €
66,00
Totaal € 716,49
Tot slot: nieuwe betalingsregeling
4.12.
De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] niet voldoende geld heeft om de betalingsachterstand en de bijkomende kosten in één keer aan Zilveren Kruis te betalen. De kantonrechter kan echter geen betalingsregeling opleggen. Wel heeft Zilveren Kruis aangeboden om na dit vonnis nog éénmaal een betalingsregeling met [gedaagde] te treffen. [gedaagde] moet daarvoor zelf contact opnemen met de deurwaarder Syncasso. Hiermee kan hij verdere kosten voorkomen.
4.13.
Voor gratis advies en hulp bij schulden kan [gedaagde] contact opnemen met de gemeente Blaricum.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen:
  • € 765,23 aan hoofdsom;
  • € 24,30 aan wettelijke rente tot en met 14 september 2023;
  • € 95,43 aan buitengerechtelijke incassokosten;
  • de wettelijke rente over € 805,23 vanaf 15 september 2023 tot de voldoening, waarbij rekening gehouden moet worden met tussentijdse betalingen;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 716,49, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2024.
45353