In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 29 mei 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig op dit bezwaar beslist. Eiseres had op 31 oktober 2023 bezwaar ingediend, maar de Belastingdienst heeft pas op 23 april 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst binnen twee weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen. Indien de termijn wordt overschreden, moet de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelt de hoogte van de dwangsom vast op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de Belastingdienst in gebreke is. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.