In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 31 mei 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 1 juli 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft op 12 april 2024 beroep ingesteld, nadat zij verweerder op 26 augustus 2022 in gebreke had gesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn van twee weken na verzending van de uitspraak, met een uiterste datum van 24 juli 2024.
De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het betaalde griffierecht van € 51,-. De rechtbank heeft verder opgemerkt dat zij geen mogelijkheden heeft om verweerder te verplichten een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betreft.
De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.