4.2Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 2
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Het procesdossier biedt onvoldoende aanknopingspunten voor de vaststelling dat verdachte de biljetten zelf heeft vervalst of – op het moment dat zij die biljetten ontving – wist dat deze vals waren.
Bewezenverklaring feit 1
Op basis van de redengevende feiten en omstandigheden die in de hieronder opgenomen bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met een ander op 15 februari 2023 schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk vervoeren van 3988,3 gram cocaïne, zoals ten laste gelegd onder feit 1. De rechtbank zal na opsomming van de bewijsmiddelen nader uitleggen waarom zij tot dat oordeel komt.
Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende het aantreffen van de cocaïne in de verborgen ruimte, zakelijk weergegeven:
Op 15 februari 2023 hielden wij een personenauto, merk Volkswagen, voorzien van kenteken [kenteken] , in Utrecht staande op grond van de Wegenverkeerswet. Ik zag dat de bestuurster mij een Deens rijbewijs overhandigde waaruit de volgende identiteit bleek: [verdachte] .
De passagier overhandigde mij een Deens paspoort waaruit de volgende identiteit bleek: [medeverdachte] .
Gezien de volgende feiten en omstandigheden doorzochten wij het voertuig op grond van artikel 96b wetboek van strafvordering:
- zenuwachtig gedrag bestuurster;
- afwijkende bedrading in het voertuig waarvan bekend is dat dit een duidelijke indicatie is voor de aanwezigheid van een verborgen ruimte;
- afwijkende vloerbekleding in het voertuig;
- beschadigingen rondom het navigatiesysteem;
- ANPR hit die duidde op de mogelijke aanwezigheid van verdovende middelen;
- korte aanwezigheid in Nederland waarbij het onlogisch was om in plaats van Hamburg naar Rotterdam te gaan;
- Berichten op een aanwezige Iphone via de app Wickr waarvan ambtshalve bekend is dat dit encrypted communicatie betreft.
Ik opende het zijpaneel van het dashboard aan de bestuurderszijde en zag hier een zwart GPS kastje. Ik zat dat er een rood LED lampje op dit GPS kastje knipperde waaruit ik opmaakte dat het systeem in werking was en een live locatie uitzond.
Wij zagen dat er bovenop het dashboard een opbergvak aanwezig was.Wij konden middels een schroevendraaier een kleine opening maken naast dit opbergvak waardoor wij zicht kregen in het dashboard. Wij zagen dat hierdoor een verborgen ruimte zichtbaar werd. Wij zagen in deze ruimte een vierkant pakket liggen welke in bruin tape was verpakt.Wij herkenden dit pakket ambtshalve als verpakking van vermoedelijk verdovende middelen. Wij zagen dat er minimaal vier pakketten in de verborgen ruimte lagen.
Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende het veiligstellen en in beslag nemen van de verdovende middelen, zakelijk weergegeven:
Op 15 februari 2023 werd een Volkswagen met Deens kenteken [kenteken] in beslag genomen. Op 16 februari 2023 was ik belast met het veiligstellen van de inhoud van de verborgen ruimte die op 15 februari 2023 aangetroffen was in het dashboard van het desbetreffende voertuig. Er zijn vier pakketten in bruin tape aangetroffen in de verborgen ruimte en in beslag genomen. Hiervan zijn apart kennisgevingen van inbeslagname opgemaakt.
Een kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Plaats: Utrecht
Object: Verdovende mid
Goednummer: PL0900-2023048012-3121115
Bijzonderheden: aangetroffen in verborgen ruimte in auto.
Een kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Plaats: Utrecht.
Object: Verdovende mid
Goednummer: PL0900-2023048013-3121120
Een kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Plaats: Utrecht
Object: verdovende mid
Goednummer: PL0900-2023048013-3121111.
Een kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Plaats: Utrecht
Object: Verdovende mid
Aangetroffen in verborgen ruimte in de auto
Goednummer: PL0900-2023048013-3121072
Een proces-verbaal van onderzoek naar de verdovende middelen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Goednummer: PL0900-2023048012-3121115
SIN: AAQ17509NL
Gewicht netto: 1001,5 gram
Goednummer: PL0900-2023048013-312072
SIN: AAQI7512NL
Gewicht netto: 999,3 gram
Goednummer: PL0900-2023048013-3121111
SIN:AAQI7510NL
Gewicht netto: 992,8 gram
Goednummer: PL0900-2023048013-3121120
SIN: AAQI7511NL
Gewicht netto: 994,7 gram
Een NFI-rapport, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI7512NL
Poeder, wit, uit 999,3 gram
bevat cocaïne
Een NFI-rapport, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI7511NL
Poeder, wit, 994,7 gram
bevat cocaïne
Een NFI-rapport, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI7510NL
Poeder, wit, 992,8 gram
bevat cocaïne
Een NFI-rapport, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Kenmerk
Omschrijving FO
Conclusie
AAQI7509NL
Poeder, wit, 1011,5 gram(de rechtbank begrijpt: 1001,5 gram)
Bevat cocaïne
De verklaring van verdachte, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Wat voor werk doe je?
A: Ik ben mecanicien en repareer auto’s.
V: Van welke vervoersmiddelen maak jij gebruik?A: Van een personenauto, Volkswagen Touran, voorzien van kenteken: [kenteken] . Ik heb die auto nu twee dagen voordat we aangehouden werden.
V: Staat de auto op jouw naam?
A: Ja.
V: Met wie ben je naar Nederland gekomen?
A: Samen met mijn vriend.
V: Is dat de persoon die samen met jou is aangehouden? (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte] ).
A: Ja.
V: Heeft iemand jou gevraagd om verdovende middelen te vervoeren?
A: Ja, dat is het.
V: Wat wilde je dan met deze pakketten doen?
A: Ik moest alleen de auto rijden. Ik wist niet dat ik verdovende middelen moest vervoeren.
De verklaring van medeverdachte [medeverdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Van wie is de Volkswagen waarin jullie reden?
A: Van mijn vriendin.
V: Zijn jullie samen naar Nederland gekomen?
A: Ja, vanuit Denemarken.
V: Als je uit het drugscircuit zou willen stappen, is dat dan mogelijk?
A: Ja, dat wil ik ook. Het is dat ik er nu bij betrokken ben. Ik wil mijn normale leven weer terug.
O: Bij jou werd een schroevendraaier aangetroffen.
A: Er waren twee schroevendraaiers. Er was er één in het handschoenenkastje en de andere had ik in mijn broekzak.
Bewijsoverweging
Vast staat dat verdachte op 15 februari 2023 als bestuurder in een personenauto reed samen met haar (toenmalige) vriend en medeverdachte [medeverdachte] , met in een verborgen ruimte 3988,3 gram cocaïne. Voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder 1 is vereist dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de cocaïne in haar auto, althans van de aanmerkelijke kans daarop, en dat zij daarover de beschikkingsmacht had.
De rechtbank stelt vast dat verdachte ter plaatse en bij de politie heeft verklaard dat zij de eigenaar van de auto is. Het is vaste rechtspraak dat een eigenaar van een auto wordt verondersteld bekend te zijn met alles wat zich daarin bevindt en dat de eigenaar daar ook beschikking over heeft. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als de verdachte een onderbouwde en aannemelijke verklaring heeft voor het tegendeel. Dat is hier niet het geval. Verdachte heeft aanvankelijk alleen verklaard dat zij niet wist van de verborgen ruimte in haar auto en de daarin aanwezige cocaïne, waarbij zij zich ten aanzien van overige vragen beriep op haar zwijgrecht. Op een later moment verklaart zij dat zij de auto moest rijden maar niet wist dat zij verdovende middelen moest vervoeren. De ontkennende verklaring van verdachte schuift de rechtbank als niet aannemelijk terzijde, nu haar lezing wordt weerlegd door de bewijsmiddelen en het dossier voldoende aanknopingspunten bevat dat zowel zij als medeverdachte wetenschap hebben gehad van de verborgen ruimte en de daar aangetroffen drugs.
Verdachte en medeverdachte, die een affectieve relatie hadden en samenwoonden, zijn gezamenlijk met de auto vanuit Denemarken naar Nederland gekomen en zouden ook weer gezamenlijk terugrijden naar Denemarken. Beide verdachten leggen een ongeloofwaardige en onaannemelijke verklaring af over de reden van hun (korte) rit naar Nederland. Uit het dossier blijkt vervolgens dat de verbalisanten bij het onderzoek aan de auto vrijwel direct (onder andere) afwijkende bedrading en vloerbekleding en beschadigingen rondom het navigatiesysteem zagen, wat een indicatie is voor de aanwezigheid van een verborgen ruimte. Verdachte heeft verklaard dat zij mecanicien is en auto’s repareert en ook medeverdachte heeft verklaard dat hij monteur is. Gelet hierop is het niet aannemelijk dat zij deze afwijkingen niet gezien hebben in de auto. Ook acht de rechtbank het volstrekt onaannemelijk dat de cocaïne door iemand anders zonder medeweten van verdachten in de auto zou zijn gestopt of dat zij niet zouden weten wat zij aan het vervoeren waren. In de auto bevond zich bijna 4 kilo cocaïne en een dergelijke hoeveelheid vertegenwoordigt een aanzienlijke straatwaarde. De rechtbank acht het hoogst onwaarschijnlijk dat de eigenaar van deze verdovende middelen onwetende personen bij een dergelijk transport betrekt en daardoor onnodige risico’s loopt dat verdachten de drugs kwijtraken, zelf verkopen of naar de politie brengen.
Daarnaast vertoonde verdachte bij de staandehouding zenuwachtig gedrag, bevond zich in de auto een GPS-tracker die aan stond en lag er op het middenconsole een telefoon waarop berichten van de app Wickr binnen kwamen. Deze app is bij verbalisanten ambtshalve bekend als een Encrypted communicatie app die vaak in het criminele circuit wordt gebruikt om onderling te communiceren. Bovendien had medeverdachte een schroevendraaier in zijn zak, welke ook nodig was om de verborgen ruimte mee te kunnen openen.
Gelet op al deze feiten, in onderling verband en samenhang bezien, tezamen met het ontbreken van een verifieerbare en aannemelijke verklaring van verdachte en medeverdachte, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachten wetenschap hadden van de verborgen ruimte en de verdovende middelen in de auto en daar ook beschikkingsmacht over hadden. Dat verdachten de verdovende middelen voor iemand anders hebben vervoerd is niet uit te sluiten, maar doet aan voorgaande vaststelling niet af. Ook als zij niet precies wisten wat zij voor iemand moesten vervoeren, hebben zij minst genomen het (voorwaardelijk) opzet gehad op het vervoer van harddrugs en willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat zij harddrugs zouden vervoeren.