ECLI:NL:RBMNE:2024:3573
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die de gemeente Utrecht verzoekt om een aantal onrechtmatigheden per direct te stoppen om verdere schade aan haar bedrijf te voorkomen. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat verzoekster het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had verzoekster in een aangetekende brief van 5 april 2024 de gelegenheid gegeven om het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar verzoekster heeft hier niet op gereageerd en ook geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Hierdoor is er geen aanleiding om het verzoek inhoudelijk te beoordelen.
De voorzieningenrechter legt uit dat volgens de artikelen 8:82 en 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht het betalen van griffierecht een vereiste is voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening. Aangezien verzoekster niet tijdig heeft betaald en geen verontschuldigingen heeft aangedragen, verklaart de voorzieningenrechter het verzoek niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 4 juni 2024 en is openbaar uitgesproken.