Op 10 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen verzoekster en het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht. Verzoekster had haar beroep ingetrokken nadat gedeputeerde staten op 6 mei 2024 een nieuw besluit hadden genomen op haar bezwaar, waarbij haar tegemoetgekomen werd in de vorm van een tegemoetkoming in faunaschade van € 39.055,-. Verzoekster verzocht de rechtbank om een proceskostenveroordeling, aangezien zij kosten had gemaakt voor rechtsbijstand. De rechtbank heeft de gedeputeerde staten in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, waarop zij aangaven de kosten te willen vergoeden.
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen. De rechtbank oordeelde dat, omdat het bestuursorgaan aan verzoekster tegemoet was gekomen, het bestuursorgaan verplicht was om de proceskosten te vergoeden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemaakte kosten € 875,- bedragen, omdat de gemachtigde van verzoekster een beroepschrift had ingediend. Daarnaast is er een griffierecht van € 365,- dat door gedeputeerde staten vergoed moet worden. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en een afschrift van de uitspraak verzonden aan de betrokken partijen.