Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna te noemen: verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Op het moment dat de geldbeheerder komt te overlijden zal de geldgever de gelden binnen 60 dagen ontvangen van de erfgenamen van de geldbeheerder. De geldgever zal als eerste aanspraak maken op de geld te goeden van [bedrijf 3] i/o. bankrekening [rekeningnummer] welke deze geregistreerd is bij [notaris] te [vestigingsplaats] .Uit politieonderzoek is echter gebleken dat deze bankrekening niet bestaat, noch heeft bestaan. Daarnaast volgt uit de verklaring van aangever [aangever] namens het in de overeenkomsten genoemde notariskantoor dat het kantoor niet op de hoogte is van een overeenkomst genaamd ‘ […] t.b.v. groeikapitaal’.
Op het moment dat de geldbeheerder komt te overlijden zal de geldgever de gelden binnen 60 dagen ontvangen van de erfgenamen van de geldbeheerder. De geldgever zal als eerst aanspraak maken op de geld te goeden van [bedrijf 3] i/o. bankrekening [rekeningnummer] welke deze geregistreerd is bij [notaris] te [vestigingsplaats] .Uit politieonderzoek is echter gebleken dat ook deze bankrekening niet bestaat, noch heeft bestaan. Daarnaast volgt uit de verklaring van aangever [aangever] namens het in de overeenkomst genoemde notariskantoor dat het kantoor niet op de hoogte is van voormeld bankrekeningnummer in combinatie met het investeringsbedrijf van verdachte. [aangever] heeft verder verklaard dat hij noch zijn kantoor toestemming hebben gegeven om de goede naam van het kantoor te gebruiken.
5.BEWEZENVERKLARING
verschillende bedrijven, te weten [bedrijf 1] BV en [eenmanszaak] en [bedrijf 2] BV en [bedrijf 3] i/o, en
opgebouwde vertrouwen tussen haar, verdachte, en [benadeelde 1] en [benadeelde 5] en [benadeelde 4] en [benadeelde 6] en [benadeelde 2] en [benadeelde 3] en
zekerheidsstelling op een bij [notaris] geregistreerde rekening zouden blijven staan, en
geldlening, [benadeelde 1] het door haar gestorte geldbedrag terug zou krijgen en
[B] @belastingdienst.nl en
een leningsovereenkomst tussen [bedrijf 1] bv en [benadeelde 5] en
valselijk heeft opgemaakt, door
is en
overeenkomst behoren”, terwijl voornoemd bankrekeningnummer niet bestaat en nooit heeft bestaan en
telkens onjuist heeft gedaan, door telkens in de ingediende aangiften een onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting en voor aftrek in aanmerking komende omzetbelasting op te geven, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven, aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijk leiding heeft gegeven;
telkens onjuist heeft gedaan, door telkens in de ingediende aangiften een onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting en voor aftrek in aanmerking komende omzetbelasting op te geven, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven, aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijk leiding heeft gegeven;
telkens onjuist heeft gedaan, door telkens in de ingediende aangiften een onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting en voor aftrek in aanmerking komende omzetbelasting op te geven, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
- wanneer het oogmerk bestond zodanig nadeel toe te brengen;
- bij lichamelijk letsel, aantasting in de eer of goede naam of aantasting in de persoon op andere wijze;
- bij aantasting van de nagedachtenis van de overledene.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 36f, 51, 57, 60a, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht en
- 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
11.BESLISSING
22 (tweeëntwintig) maanden;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 57.550,-, zijnde € 56.550,- aan materiële schade en € 1.000,- aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 57.550,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 310 dagen gijzeling;
- wijst de vordering van [benadeelde 4] toe tot een bedrag van € 45.250,-, zijnde € 45.00,- aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat € 45.250,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 261 dagen gijzeling;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 75.250,-, zijnde € 75.000,- aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 75.250,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 365 dagen gijzeling;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van € 4.250,-, zijnde € 4.000,- aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 4.250,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 52 dagen gijzeling;
- wijst de vordering van [benadeelde 5] toe tot een bedrag van € 40.250,-, zijnde € 40.000,- aan materiële schade en € 250,- aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 40.250,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 236 dagen gijzeling;
- wijst de vordering van [B] toe tot een bedrag van € 250,- in verband met immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [B] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening;
- wijst de vordering van [B] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [B] aan de Staat € 250,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 5 dagen gijzeling.