Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
U heeft tijdens uw dienstverband (vermoedelijk eind 2023) een concurrerende onderneming ‘ [handelsnaam] ’ opgericht die zich (blijkens de website www. [handelsnaam] .nl) net als cliënt richt op zaalverhuur voor recreatie, vrije tijdsbesteding en het verenigingsleven in [plaats] . De concurrerende onderneming is bovendien geopend op enkele tientallen meters van het terrein van cliënt en uit het onderzoek van cliënt is gebleken dat u onderstaande concurrerende activiteiten heeft gepleegd:
- U heeft huurders van cliënt benaderd (bijv. in november 2023 mevrouw [C] van [stichting 2] en in december 2023 een medewerker van [onderneming 2] ) met het voorstel een zaal te huren bij [handelsnaam] , op welk voorstel de huurders al dan niet ingingen.
- U heeft potentiële klanten van cliënt benaderd (bijv. eind 2023 de familie [D] tijdens een fysieke ontmoeting met u op locatie bij cliënt), met het voorstel een feest te organiseren bij [handelsnaam] in plaats van bij cliënt, op welk voorstel de potentiële klanten al dan niet ingingen.
- U heeft diverse medewerkers en vrijwilligers van cliënt benaderd (de betrokken personen wensen anoniem te blijven) met het voorstel te komen werken bij [handelsnaam] in plaats van bij cliënt, op welk voorstel de personen al dan niet ingingen op uw voorstel.