12.BESLISSING
- verklaart het onder feit 2 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder feit 1, feit 3 en feit 4 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 8 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 4 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* als de reclassering dat nodig vindt, en verdachte daarmee instemt, kan verdachte voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of verdachte deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar. Indien verdachte niet of niet langer instemt met zo’n opname en de reclassering die opname niettemin nodig vindt, dan kan die opname pas na een rechterlijke toetsing middels een wijziging van deze voorwaarden plaatsvinden;
* verdachte laat zich behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk na het ingaan van de proeftijd. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Verdachte conformeert zich aan het medicatiebeleid van de betreffende zorginstelling;
* Verdachte verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zo snel mogelijk na het ingaan van de proeftijd. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* Verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Het verbod is niet van toepassing op voorgeschreven pijnmedicatie;
* Verdachte gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 2 jaren;
- beveelt dat verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [aangeefster] (geboren op [geboortedatum 2] 1964 te [geboorteplaats] );
- beveelt dat verdachte zich niet in een straal van 100 meter rond de woning van [aangeefster] aan de [adres 2] , [woonplaats] ;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 14 dagen hechtenis, tot een maximum van 180 dagen;
- wijst de vordering van [aangeefster] toe tot een bedrag van € 1.117,90;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangeefster] van het toegewezen bedrag;
- verklaart [aangeefster] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangeefster] aan de Staat € 1.117,90 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 mei 2023, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 21 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 96/079180-21
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging;
- verlengt de bij vonnis van 26 juli 2021 door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland aan de opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf verbonden proeftijd met één jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Blanke, voorzitter, mr. A. Maas en mr. J.P. Verboom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Buel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 februari 2024.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij, in of omstreeks de periode van 19 juli 2023 tot en met 26 juli 2023, te Utrecht,
althans in Nederland, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een
gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het
Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 5 juli 2023, gegeven
door de officier van justitie te arrondissement Midden-Nederland, door
- veelvuldig, althans meermalen, berichten (via Facebook) naar [aangeefster] te
- meerdere berichten op een (openbaar) Facebook-account te plaatsen met (onder
meer) de tekst: "Je komt er vanzelf wel achter dat je het zonder mij niet gaat
redden..." en/of " [verdachte] voelt zich verschrikkelijk met [aangeefster] en
[aangeefster] bij [instelling] ." en/of " [verdachte] voelt zich gelukkig met
[aangeefster] in Utrecht." en/of [verdachte] voelt zich relaxed met
[verdachte] Utrecht en [aangeefster] bij [instelling] ." en/of " [verdachte]
voelt zich gezegend met [verdachte] Utrecht en [aangeefster] bij [instelling] .",
althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
( art 184a lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 9 juli 2023 tot en
met 11 juli 2023, te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk heeft gehandeld in
strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid,
onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing
d.d. 5 juli 2023, gegeven door de officier van justitie te arrondissement
Midden-Nederland door meerdere berichten op een (openbaar) Facebook-account
te plaatsen met (onder meer) de teksten:
- " [aangeefster] , being your first love may be great but to be your last is priceless, love
you. Nog 86 dagen." en/of
- " Je mag pas vertellen hoe slecht ik ben, als je bereid bent te
vertellen hoe goed ik eens voor je was" en/of
- " Tijd om naar huis te gaan, we zien wel hoe dat af gaat lopen....", althans woorden
van gelijke aard en/of strekking;
( art 184a lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 april 2023 tot en
met 17 mei 2023, te Utrecht, althans in Nederland, (telkens) wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke
levenssfeer, te weten die van [aangeefster] , door die [aangeefster] veelvuldig, althans
meermalen (beledigende) berichten (via SMS en/of WhatsApp) toe te sturen, met
het oogmerk die [aangeefster] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of
vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij, op of omstreeks 7 juni 2023, te Utrecht, althans in Nederland, één of meerdere afbeelding(en)/foto(‘s) waarop zijn, verdachtes, ontblote geslachtsdeel zichtbaar was aan iemand, te weten [aangeefster] , anders dan op haar verzoek, (via Whatsapp) heeft toegezonden, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat die afbeelding(en)/foto(‘s) aanstotelijk voor de eerbaarheid was/waren;
( art 240 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
Bijlage II: de bewijsmiddelen
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 van het Wetboek van Strafvordering, te weten een gedragsaanwijzing op grond van artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering van 5 juli 2023;
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 februari 2024.
Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] van 18 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van stalking tegen [verdachte] .Op 12 april 2023 zag ik een berichtje binnen kreeg (de rechtbank begrijpt: via Whatsapp). Ik zag dat er de hele dag berichtjes van [verdachte] bleven binnenkomen. Ik zag dat hij dreigde met rekeningen terugboeken zoals de verzekering en de huur. Ik zag dat de berichten van [verdachte] bleven binnen komen. Ik zag dat hij dagelijks meer dan 50 berichten stuurde. Van 13 april tot en met 8 mei heeft [verdachte] mij dagelijks heel veel appjes gestuurd. In deze appjes smeekte [verdachte] mij om terug te komen en het volgende moment schold hij mij en mijn kinderen uit. Op 10 mei 2023 zag ik dat [verdachte] weer veel berichtjes stuurde. Het laatste bericht dat ik gestuurd heb (de rechtbank begrijpt: op 10 mei 2023) was als volgt: "Ik wil dat je me met rust laat en me alleen nog benaderd via de advocaat dus niet bellen of appen, ik wil verder geen contact met je."Ik zag dat na dit berichtje nog veel meer berichten binnen kwamen. Ik heb ook hiervan screenshots naar de politie gestuurd.
De berichten van 10 mei staan in bijlage 3 (pagina 849-875);
De berichten van 11 mei staan in bijlage 4 (pagina 876-897);
De berichten van 12 mei staan in bijlage 5 (pagina 898-922);
De berichten van 13 mei staan in bijlage 6 (pagina 1-32 van de aanvullende bijlage);
De berichten van 14 mei staan in bijlage 7 (pagina 923-982);
De berichten van 15 mei staan in bijlage 8 (pagina 983-1003);
De berichten van 16 mei staan in bijlage 9 (pagina 1004-1023);
De berichten van 17 mei staan in bijlage 10 (pagina 1024-1038).
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 februari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De desbetreffende berichten heb ik naar [aangeefster] verstuurd. Het was mijn bedoeling om met haar in contact te komen en het was de bedoeling dat ze zou reageren. De voorzitter houdt mij foto 44 op pagina 150 van het procesdossier voor. Dat zijn berichten die op 12 april 2023 zijn gestuurd. Het zijn mijn eigen woorden geweest dat ik over stalking begon. De voorzitter vraagt mij of uit dit bericht kan worden opgemaakt dat ik toen wel wist dat zij de berichten niet wilde ontvangen. Dat klopt. De oudste rechter houdt mij foto 30 op pagina 136 van het procesdossier voor. Daarmee kan de indruk worden gewekt dat ik heb gedreigd om de huur op te zeggen. Dat was misschien ook mijn bedoeling.
Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] van 30 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 7 juni 2023 ontving ik (de rechtbank begrijpt: te Utrecht) via Whatsapp foto's afkomstig van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Mij is bekend dat [verdachte] dit telefoonnummer gebruikt. Ik zag dat de foto's die [verdachte] mij had toegestuurd afbeeldingen van zijn geslachtsdeel betroffen. Ik vind de foto's die [verdachte] naar mij verstuurd heeft walgelijk en ervaar deze als enorm aanstootgevend.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 februari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De desbetreffende afbeeldingen heb ik gestuurd. [aangeefster] had nergens om gevraagd.