ECLI:NL:RBMNE:2024:3435

• Datum uitspraak: 27 mei 2024
• Publicatiedatum: 31 mei 2024
• Zaaknummer: 1608607922
• Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Eerste aanleg - meervoudig
• Rechters: A. Maas; C.A.J. van Yperen; A.E. van der Wal
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Veroordeling voor Opiumwet feiten en WWM feiten

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 mei 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1982, die werd beschuldigd van meerdere feiten in strijd met de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een terechtzitting op 13 mei 2024, waar de officier van justitie, mr. R.E. Craenen, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. S. Melliti, hun standpunten hebben gepresenteerd. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine, cocaïne, en LSD, alsook het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie op 6 april 2022 in Leersum.

De rechtbank heeft de dagvaarding geldig verklaard en de bevoegdheid tot kennisneming van het ten laste gelegde bevestigd. Na beoordeling van het bewijs heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van feit 2, dat betrekking had op voorbereidingshandelingen voor Opiumwetfeiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de intentie had om drugs te produceren. Voor feit 3 en feit 5, betreffende het voorhanden hebben van een revolver en een luchtdrukgeweer, heeft de rechtbank ook een partiële vrijspraak uitgesproken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wel degelijk schuldig is aan feit 1, feit 3 (met uitzondering van de revolver), feit 4 en feit 5, en heeft hem veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en het feit dat de verdachte zich vrijwillig laat behandelen voor zijn problematiek. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen bevolen, die verband houden met de bewezen verklaarde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16.086079.22 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 27 mei 2024

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1. ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 mei 2024.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R.E. Craenen en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S. Melliti, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2. TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

Feit 1:

op 6 april 2022 in Leersum, in vereniging, opzettelijk 90 gram amfetamine en/of een of meerdere wikkels met cocaïne en/of een hoeveelheid materiaal bevattende LSD aanwezig heeft gehad;

Feit 2:

op 6 april 2022 in Leersum, in vereniging, voorbereidingshandelingen heeft getroffen om Opiumwetfeiten te plegen;

Feit 3:

op 6 april 2022 in Leersum, (onderdelen van) vuurwapens en/of munitie voorhanden heeft gehad;

Feit 4:

op 6 april 2022 in Leersum een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad;

Feit 5:

op 6 april 2022 in Leersum een luchtdrukgeweer en/of een antitankmijn voorhanden heeft gehad.

3. VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4. WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het onder feit 1, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie acht ook het onder feit 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, met uitzondering van de revolver genoemd onder het zevende gedachtestreepje. De officier van justitie vraagt om vrijspraak voor het onder feit 2 ten laste gelegde.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 2 ten laste gelegde en van hetgeen als zevende gedachtestreepje van feit 3 is ten laste gelegd, te weten het voorhanden hebben van een revolver. Voor het overige heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

4.3.1

Vrijspraak feit 2

De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Mede op basis van de verklaring van verdachte, heeft de rechtbank niet de overtuiging dat de voorwerpen en stoffen die zijn aangetroffen in het laboratorium van verdachte, hoewel mogelijk daartoe geschikt, bestemd waren tot het plegen van Opiumwetfeiten. In overeenstemming met wat de officier van justitie en de raadsvrouw daarover naar voren hebben gebracht, is niet gebleken dat verdachte de bedoeling heeft gehad met die voorwerpen en stoffen drugs te produceren. Dit brengt mee dat verdachte zal worden vrijgesproken van de hem onder feit 2 ten laste gelegde voorbereidingshandelingen van Opiumwetfeiten.

4.3.2

Partiële vrijspraak feit 3 en feit 5

De rechtbank acht, in overeenstemming met de standpunten van de officier van justitie en de raadsvrouw, het voorhanden hebben van een revolver, ten laste gelegd onder feit 3 zevende gedachtestreepje, niet wettig en overtuigend bewezen. Uit het dossier en het verhandelde ter zitting volgt dat de revolver per abuis aan verdachte is toegeschreven. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van dit deel van de tenlastelegging.

De rechtbank acht evenmin wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 5 ten laste gelegde, voor zover dit ziet op het strafbaar voorhanden hebben van een luchtdrukgeweer, heeft begaan en zal verdachte hiervan partieel vrijspreken. Het dossier bevat geen bewijs dat dit luchtdrukgeweer een ernstige bedreiging van personen kan vormen dan wel dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, zoals ten laste is gelegd. Het voorhanden hebben van dit luchtdrukgeweer is op zichzelf bovendien niet strafbaar, zoals ook volgt uit pagina 247 van het dossier.

4.3.3

Veroordelingen

Bewijsmiddelen

Verdachte heeft het onder feit 1 (met uitzondering van het medeplegen) , feit 3 (met uitzondering van de revolver), feit 4 en feit 5 ten laste gelegde feit bekend en hij heeft deze feiten begaan. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:

• de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 13 mei 2024;
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 10 oktober 2022, genummerd 20220406 - Leersum-II, opgemaakt door [verbalisant 1] , hoofdinspecteur, en [verbalisant 2] , inspecteur, van de politie Landelijke Eenheid (pagina 165 tot en met 172 van het proces-verbaal genummerd MD3R022040);
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict van 7 juni 2022, genummerd PL0900-2022095415-36, opgemaakt door [verbalisant 3] , brigadier, en [verbalisant 4] , hoofdagent, van de Eenheid Midden-Nederland (pagina 211 tot en met 2011 van het proces-verbaal genummerd MD3R022040);
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 6 mei 2022, genummerd PL0900-2022095415-40, opgemaakt door [verbalisant 5] , hoofdagent en [verbalisant 6] , agent van de politie Eenheid Midden-Nederland (pagina 328 en 329 van het proces-verbaal genummerd MD3R022040);
• het Rapport identificatie van drugs van het Nederlands Forensisch Instituut van 10 juni 2022, opgemaakt door Ing. [deskundige] (pagina 330 en 331 van het proces-verbaal genummerd MD3R022040);
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal over de aangetroffen wapens van 28 maart 2023, genummerd PL0900-2022095415-46, opgemaakt door [verbalisant 7] , brigadier van de politie Eenheid Midden-Nederland (pagina 239 tot en met 249 van het proces-verbaal genummerd MD3R022040).

De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

5. BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

Feit 1

op 6 april 2022 te Leersum, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid amfetamine, en meerdere wikkels met cocaïne, en een hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD, zijnde amfetamine en cocaïne en LSD telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Feit 3

op 6 april 2022 te Leersum, meerdere vuurwapens en onderdelen van een vuurwapen, als

bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te

weten:

- een gaspistool (merk Retay X1, kaliber 9mm PA Blanc) en patroonmagazijn en

- een gaspistool (merk Retay X1, kaliber 9mm PA Blanc) en bijbehorende

schietbeker en bijbehorend patroonmagazijn en

- een gaspistool (merk BBM Bruni model 96, kaliber 9mm K.) en bijbehorende

schietbeker en bijbehorend patroonmagazijn en

- een gaspistool (merk BBM Bruni model P4, kaliber 9 mm K.) en bijbehorende schietbeker en bijbehorend patroonmagazijn en

- een gaspistool (merk Retay X1, kaliber 9mm PA Blanc) en bijbehorende schietbeker en bijbehorend patroonmagazijn en

- onderdelen van een gaspistool (merk Zoraki 925, kaliber 9 mm P.A.K.) en

bijbehorende schietbeker en meerdere bijbehorende patroonmagazijnen en

munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:

- 10 scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex), en

- 5 scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex), en

- 2 scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex), en

- 9 scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex), en

- 13 scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex), en

- 6 afgevuurde patronen patroonhulzen, kaliber 9x19m, en

- 4 scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex), en

- 1 knalpatroon kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex), waarvan het groene kapje en de kruit zijn verwijderd, en

- 4 afgevuurde knalpatronen (patroonhulzen), kaliber 9x19mm Knall, merk DAG en

- 5 scherpe knalpatronen kaliber 9x19mm Knall, merk INT, en

- 10 scherpe gaspatronen (pepperspray (PV) kaliber 9mm P.A.PV, merk Wadie, en

- 175 scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex), voorhanden heeft gehad;

Feit 4

op 6 april 2022 te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug, een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;

Feit 5

op 6 april 2022 te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen, namelijk

een anti-tankmijn, voorhanden heeft gehad;

Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6. STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.

Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:

Feit 1: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;

Feit 3 en feit 4: telkens; handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;

Feit 5: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7. STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8. OPLEGGING VAN STRAF

8.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:

- een taakstraf van 100 uren, met aftrek van de duur van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 50 dagen hechtenis, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw kan zich vinden in de eis van de officier van justitie en verzoekt de rechtbank een geheel voorwaardelijke taakstraf op te leggen. Subsidiair verzoekt zij een deels voorwaardelijke taakstraf aan verdachte op te leggen.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.

Ernst van de feiten

Verdachte heeft verschillende soorten harddrugs, wapens en munitie aanwezig gehad in zijn woning en garage. De combinatie van deze stoffen en voorwerpen is zorgelijk en ernstig. Algemeen is bekend dat harddrugs zeer schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen, en dan met name de gebruikers van die middelen. Hoewel verdachte, zoals hij zelf heeft verklaard, tegen verdovende middelen is, heeft hij deze kennelijk toch voor kennissen bewaard in zijn woning en garage. Verdachte heeft bijzondere belangstelling voor (hard)drugs en testte de samenstelling van de drugs van kennissen in zijn laboratorium. De drugs, maar ook de in de woning van verdachte aangetroffen wapens, hadden in verkeerde handen kunnen vallen. Verdachte heeft ten aanzien van de wapens verklaard dat hij deze als cadeaus voor vrienden en familie heeft gekocht en bewaard. Dergelijke wapens, en ook gaspistolen, kunnen niet alleen worden gebruikt ter bedreiging, maar kunnen bij gebruik ook letsel veroorzaken. Vuurwapenbezit veroorzaakt een groot risico voor de veiligheid van personen en versterkt de al bestaande gevoelens van onveiligheid in de samenleving.

Persoon van verdachte

Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:

- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 4 april 2024;

- een reclasseringsadvies van 12 februari 2024, uitgebracht door reclasseringswerker T. van den Berg, waarin de Reclassering adviseert om bij veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.

Tijdens het verhandelde ter zitting is bovendien gebleken dat verdachte bezig is met een vrijwillige behandeling en dat hij onder begeleiding staat. Hij heeft tijdens de zitting zelfinzicht en berouw getoond ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten en in de verkeerde keuzes die hij in dit kader heeft gemaakt. In het voordeel van verdachte neemt de rechtbank bovendien mee dat verdachte langere tijd onder de verdenking van de feiten gebukt is gegaan, dat hij in verband met deze feiten al een bestuursrechtelijke procedure heeft moeten doorlopen en dat er veel (legale) voorwerpen uit zijn laboratorium in beslag zijn genomen en zijn vernietigd door de gemeente.

Straf

De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor het in bezit hebben van verdovende middelen en wapens uit van aanzienlijke taakstraffen en onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.

Met betrekking tot de aanvang van de redelijke termijn en het procesverloop in deze zaak

wordt het volgende overwogen. Verdachte is op 6 april 2022 in verzekering gesteld, de dag dat de politie zijn woning is binnengevallen. Op dat moment is de redelijke termijn in deze zaak aangevangen. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of haar raadsvrouw op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld. Van dergelijke bijzondere omstandigheden die een langere procesduur rechtvaardigen, is niet gebleken. Daarmee is de redelijke termijn overschreden met bijna 2 maanden.

De rechtbank heeft met deze overschrijding rekening gehouden, in die zin dat een groter deel van de op te leggen taakstraf in voorwaardelijke zin zal worden opgelegd. Dat de strafvervolging gedurende twee jaar boven het hoofd van verdachte heeft gehangen en een grote impact heeft (gehad) op zijn leven, blijkt uit de verklaring van verdachte ter zitting.

De rechtbank wijkt bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie. Gelet op de ernst van de feiten, die in de oriëntatiepunten tot uitdrukking komt, is er naar oordeel van de rechtbank geen ruimte om te volstaan met een geheel voorwaardelijke (taak)straf, als geëist door de officier van justitie en als primair verzocht door de raadsvrouw. Het opleggen van een forse onvoorwaardelijke taakstraf, of zelfs een gevangenisstraf, is gelet op de voornoemde ernst van de bewezen verklaarde feiten meer in lijn met straffen die doorgaans in dergelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank zal hiertoe in deze zaak echter niet overgaan, gelet op de specifieke omstandigheden waaronder de bewezen verklaarde feiten zijn gepleegd, nu op de zitting is gebleken dat verdachte inzicht heeft gekregen in en spijt heeft van zijn handelen en hij zich vrijwillig laat behandelen. Hoewel de rechtbank ervan uitgaat dat verdachte niet opnieuw dergelijke fouten zal maken, acht de rechtbank het wenselijk verdachte als waarschuwing ook een voorwaardelijk strafdeel op te leggen.

Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf van 120 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk, met aftrek naar de maatstraf van twee uren per dag dat verdachte in verzekering heeft doorgebracht, met een proeftijd van 2 jaren passend en geboden is.

9. BESLAG

Verbeurdverklaring

De rechtbank zal, in lijn met de standpunten van de officier van justitie en de verdediging, de onder verdachte in beslag genomen en op de beslaglijst genoemde voorwerpen verbeurd verklaren. Met betrekking tot deze voorwerpen zijn de onder feit 1, feit 3, feit 4 en feit 5 bewezenverklaarde feit begaan.

10. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen

• 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
• 2 en 10 van de Opiumwet en;
• 13 en 26 van de Wet wapens en munitie;

zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11. BESLISSING

De rechtbank:

Vrijspraak

- verklaart het onder feit 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Bewezenverklaring

- verklaart het onder feit 1, feit 3, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;

- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;

Strafbaarheid

- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;

- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van
120 uren ;

- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 60 dagen hechtenis;

- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;

- bepaalt dat van de taakstraf een gedeelte van 60 uren,
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;

- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;

- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

Beslag

- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:

• 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2973067 luchtdrukwapen, zwart, merk: AMERICAN CLASSIC)
• 1 COL Pijl (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2976810 2X GEEL 1X BLAUW)
• 1 STK Pijl(Omschrijving: PL0900-2022095415-G2976811 7.5 CARBON CROSSBOW BOLTS 9 stuks)
• 1 COL Pijl (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2976809 CROSSBOW BOLT BLAUW ORANJE GEEL)
• 1 STK Mes (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2976808 AFBEELDING INDIAAN , koperkleurig)
• 1 COL Munitie (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2976805 ZAK MET OUDE HULZEN )
• 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2976803 GROENE KOLF veerdrukwapen)
• 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2976800 LUCHTBUGS, GAMO)
• 1 STK Kruisboog (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2976798 ADDER. COBRA SYSTEM. , zwart)
• 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2973115 VERMOEDELIJK EEN SLEDE VAN EEN ALARMPISTOOL ZORAKI 925 - 9MM )
• 1 COL Pijl (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2973068 KRUISBOOGPIJLPUNTEN 18 stuks )
• 1 STK Springstof (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974588 IN PLASTIC ZAK. NABOOTSING ANTI-TANKMIJN. )
• 1 STK Stroomstootwapen (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974583 )
• 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974575)
• 1 COL Patroon (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974571KARTONNEN DOOSJES MET DAARIN EEN NOG ONBEKENDE HOEVEELHEID.)
• 1 COL Munitie (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974569 DOSOJE MET DAARIN CIRCA 10 PEPPERPATRONEN 9 MM. P.A.K.)
• 1 COL Munitie (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974568PLASTIC ZAK MET CIRCA 20 PATRONEN. 9 MM. P.A.K.)
• 1 COL Patroon (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974566MUNITIE UIT LANGE HOUDER AAOI6719NL)
• 1 COL Patroon(Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974564LANGE HOUDER. ONDERDEEL VAN AAPD7006NL)
• 1 COL Patroon (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974562KLEINE HOUDER. ONDERDEEL VAN AAPD7006NL)
• 1 COL Patroon (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974564LANGE HOUDER. ONDERDEEL VAN AAPD7006NL)
• 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2022095415-G29745459 MM. INC. SCHIETBEKER. P.A.K.)
• 10 STK Patroon (Omschrijving: PL0900-2022095415-G29745449MM P.A.K. AFKOMSTIG UIT AAOI6710NL)
• 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2022095415-G29745399MM. P.A.K. INC. SCHIETBEKER)
• 1 STK Patroon(Omschrijving: PL0900-2022095415-G297454AFKOMSTIG VAN AAOI6710NL.)
• 1 COL Patroon (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974536ZONDER MUNITIE. AFKOMSTIG VAN AAJT7466NL)
• 1 STK Patroon (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2974536ZONDER MUNITIE. AFKOMSTIG VAN AAJT7466NL)
• 1 STK Wapen (Omschrijving: PL0900-2022095415-G29745359 MM. P.A.K.)
• 1 STK Lsd (Omschrijving: PL0900-2022095415-G2973018EEN (1) STRIP MET VIJFTIG (50) ZEGELS, MEERKLEURIG)

Dit vonnis is gewezen door mr. A. Maas, voorzitter, mrs. C.A.J. van Yperen en A.E. van der Wal, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E. Wolters, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 mei 2024.

Mr. van der Wal is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage: de tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

Feit 1

hij op of omstreeks 6 april 2022 te Leersum, althans in Nederland, tezamen en in

vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft

gehad ongeveer 90 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een

materiaal bevattende amfetamine, en/of een of meerdere wikkels met cocaïne, in

elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of een

hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD, zijnde amfetamine en/of cocaïne

en/of LSD (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,

dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek

van Strafrecht )

Feit 2

hij op of omstreeks 6 april 2022 te Leersum, althans in Nederland, tezamen en in

vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het

vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen,

bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of

het opzettelijk vervaardigen van een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van (een)

stof(fen) bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij

de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens 3a, vijfde lid van de

Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,

- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen

voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en)

of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van

dat/die feit(en), te weten:

- een of meerdere jerrycans met vloeistof (zoutzuur en/of zwavelzuur en/of

methanol en/of benzylalcohol) en/of

- een (grote) hoeveelheid chemicaliën en/of grondstoffen, te weten zwavelzuur

en/of zoutzuur en/of methanol en/of tetrahydrofurane en/of aceton en/of

sassafrasolie en/of platina-oxide en/of dibenzylamine en/of benzylalcohol en/of

waterstofperoxide en/of aceton en/of

- een whiteboard met daarop een chemische structuurformule van BMK en/of

- diverse aantekeningen en/of recepten, welke wijzen op de vervaardiging van

precusoren en/of synthetische drugs (te weten BMK en/of amfetamine) en/of

- een of meerdere vuurwapens en/of gasdrukpistolen en/of een stroomstootwapen

en/of

- een of meerdere wikkels cocaïne en/of

- een hoeveelheid amfetamine en/of

- zuurkasten en/of

- een (grote) hoeveelheid laboratoriumapparatuur, te weten erlenmeyers en/of

rondbodemkolven en/of verwarmingsmantels en/of weegschalen en/of

reactiebekers en/of pHmeters en/of filtreerunits en/of glazen bochten en

koppelstukken en/of maatbekers en/of oliebad en/of laboratoriumsteunen en/of

- afzuigkasten en/of

- gasmaskers en/of

- een grote hoeveelheid flessen (met vloeistof),

waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den)

te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);

( art 10a lid 1 ahf/sub 1 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 2 Opiumwet, art 10a lid 1

ahf/sub 3 Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Feit 3

hij op of omstreeks 6 april 2022 te Leersum, althans in Nederland, een of meerdere (vuur)wapen(s) en/of onderde(e)l(en) van een vuurwapen, als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te weten:

- een (gas)pistool (merk Retay X1, kaliber 9mm PA Blanc) en/of patroonmagazijn

en/of

- een (gas)pistool (merk Retay X1, kaliber 9mm PA Blanc) en/of (bijbehorende)

schietbeker en/of (bijbehorend) patroonmagazijn en/of

- een (gas)pistool (merk BBM Bruni model 96, kaliber 9mm K.) en/of (bijbehorende)

schietbeker en/of (bijbehorend) patroonmagazijn en/of

- een (gas)pistool (merk BBM Bruni model P4, kaliber 9 mm K.) en/of

(bijbehorende) schietbeker en/of (bijbehorend) patroonmagazijn en/of

- een (gas)pistool (merk Retay X1, kaliber 9mm PA Blanc) en/of (bijbehorende)

schietbeker en/of (bijbehorend) patroonmagazijn en/of

- ( onderdelen) van een (gas)pistool (merk Zoraki 925, kaliber 9 mm P.A.K.) en/of

bijbehorende schietbeker en/of een of meerdere (bijbehorende) patroonmagazijn(en) en/of

- een revolver (merk Smith & Wesson, kaliber .38 special) en/of

munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:

- 10, althans een hoeveelheid, scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk

UMA(rex), en/of

- 5, althans een hoeveelheid,scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk

UMA(rex), en/of

- 2, althans een hoeveelheid, scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk

UMA(rex), en/of

- 9, althans een hoeveelheid, scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk

UMA(rex), en/of

- 13, althans een hoeveelheid, scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk

UMA(rex), en/of

- 6, althans een hoeveelheid, afgevuurde patronen (patroonhulzen, kaliber 9x19m,

en/of

- 4, althans een hoeveelheid, scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk

UMA(rex), en/of

- 1, althans een hoeveelheid, knalpatroon kaliber 9mm P.A.Knall, merk UMA(rex),

waarvan het groene kapje en de kruit zijn verwijderd, en/of

- 4, althans een hoeveelheid, afgevuurde knalpatronen (patroonhulzen), kaliber

9x19mm Knall, merk DAG en/of

- 5, althans een hoeveelheid, scherpe knalpatronen kaliber 9x19mm Knall, merk

INT, en/of

- 10, althans een hoeveelheid, scherpe gaspatronen (pepperspray (PV) kaliber 9mm

P.A.PV, merk Wadie, en/of

- 175, althans een hoeveelheid, scherpe knalpatronen kaliber 9mm P.A.Knall, merk

UMA(rex),

voorhanden heeft gehad.

( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )

Feit 4

hij op of omstreeks 6 april 2022 te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug, in elk

geval in Nederland, een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en

munitie, te weten stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht

voorhanden heeft gehad;

(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie)

Feit 5

hij op of omstreeks 6 april 2022 te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug, in elk

geval in Nederland, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en

munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen

voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig

op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk

een luchtdrukgeweer, merk Gamo, model Whisper-X Vampir, kaliber 4.5mm en/of

een anti-tankmijn, voorhanden heeft gehad;

(art 13 lid 1 Wet wapens en munitie)