Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1986, te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 lid 2 Wvggz:
Rechtbank Midden-Nederland
Op 29 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling familierecht, een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1986. De officier van justitie had op 12 februari 2024 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling, waarbij betrokkene werd bijgestaan door haar advocaat mr. M.E. Terhorst, zijn verschillende zorgprofessionals gehoord, waaronder een psychiater en een psychotherapeut. Betrokkene betwistte de noodzaak van de zorgmachtiging en vroeg om een second opinion.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis en een bipolaire stemmingsstoornis. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om een crisissituatie en ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleent daarom de zorgmachtiging voor de duur van 12 maanden, tot en met 28 februari 2025.
Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek tot een second opinion toegewezen, waarbij prof. dr. F.E. Scheepers van het UMC Utrecht als deskundige zal optreden. De rechtbank verzoekt haar om te rapporteren over de diagnose en de benodigde behandelingen voor de lange termijn. De beschikking is mondeling gegeven en schriftelijk uitgewerkt op 6 maart 2024, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.