ECLI:NL:RBMNE:2024:3424

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
31 mei 2024
Zaaknummer
C/16/570287 / FV RK 24-339
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging en second opinion in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 29 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, afdeling familierecht, een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1986. De officier van justitie had op 12 februari 2024 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling, waarbij betrokkene werd bijgestaan door haar advocaat mr. M.E. Terhorst, zijn verschillende zorgprofessionals gehoord, waaronder een psychiater en een psychotherapeut. Betrokkene betwistte de noodzaak van de zorgmachtiging en vroeg om een second opinion.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis en een bipolaire stemmingsstoornis. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om een crisissituatie en ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleent daarom de zorgmachtiging voor de duur van 12 maanden, tot en met 28 februari 2025.

Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek tot een second opinion toegewezen, waarbij prof. dr. F.E. Scheepers van het UMC Utrecht als deskundige zal optreden. De rechtbank verzoekt haar om te rapporteren over de diagnose en de benodigde behandelingen voor de lange termijn. De beschikking is mondeling gegeven en schriftelijk uitgewerkt op 6 maart 2024, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/570287 / FV RK 24-339
Externe referentie: ZM / IND /127737
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 29 februari 2024, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1986, in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats] , locatie [locatie] in [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.E. Terhorst.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 februari 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 7 februari 2024;
- de zorgkaart;
- het zorgplan;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvggz en strafvorderlijke en justitiegegevens.;
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 februari 2024, in het gebouw van [verblijfplaats] , locatie [locatie] in [vestigingsplaats] .
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. M.E. Terhorst
- de heer T.W.J. Benschop, psychiater,
- mevrouw C. Steenman, psychotherapeut,
- de heer B. van Keulen, persoonlijk begeleider.
Verder was aanwezig de heer M. Koomen, mentor van betrokkene.
Op de zitting heeft de advocaat een pleitnota (met bijlage) overgelegd en voorgelezen. Tevens heeft zij de afwijzende beslissing van de rechtbank in de klacht van betrokkene tegen het ophogen van de medicatie overgelegd.
1.3.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.4.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak per e-mail aan de advocaat van betrokkene, de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder en de officier van justitie verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
j. opnemen in een accommodatie.
2.2.
Betrokkene heeft tijdens de zitting verteld het niet eens te zijn met het verzoek en niet op de huidige plek te willen blijven. Zij voelt zich er niet veilig. De advocaat heeft primair gepleit voor aanhouding van het verzoek in afwachting van het laten plaatsvinden van een second opinion. Subsidiair heeft de advocaat gepleit voor afwijzing van dwangmedicatie, opsluiting op de kamer, beperking bezoek en verlof, innemen van de telefoon en het observeren met camera. Het standpunt is onderbouwd in de pleitnota die de advocaat heeft overgelegd. De advocaat heeft nog aangevuld dat professor Scheepers van UMC Utrecht heeft toegezegd dat zij of een collega een second opinion zou kunnen uitvoeren.
2.3.
De psychiater heeft, aangevuld door de psychotherapeut, verteld dat de situatie met betrokkene ernstig vastloopt. Verhoging van de medicatie zal niet de oplossing zijn voor alle problemen, maar is wel nodig omdat andere oplossingen onvoldoende hebben geholpen. De psychiater heeft goed naar betrokkene geluisterd als het gaat om de bijwerkingen die zij ervaart dan wel vreest en er is onderzoek naar gedaan. De psychiater is van mening dat naar huidig medisch inzicht er voldoende veiligheid is om de medicatie te verhogen. Na een maandenlange multidisciplinaire observatie komt de psychiater nog steeds tot de conclusie dat er sprake is van een psychotische kwetsbaarheid en een manie die komt en gaat. Bij een second opinion zou het daarom van belang zijn dat er niet naar een momentopname gekeken wordt, maar dat dat er langduriger observaties plaatsvinden door middel van een opname. Daarnaast is het van belang dat er bij een second opinion onderzoek wordt gedaan naar en duidelijkheid wordt gegeven over een behandeltraject voor de lange termijn.
De kliniek waar betrokkene nu verblijft is bedoeld voor mensen die een combinatie van problematiek hebben, waarbij de ene keer lvb-problematiek en de andere keer psychiatrische problematiek voorliggend is. De ene instelling zal daar een WZD-machtiging voor aanvragen, maar de huidige instelling vraagt daar uit praktische overwegingen een Wvggz-machtiging voor aan. Er is geprobeerd betrokkene over te plaatsen, ook naar haar regio, maar dat is niet gelukt. Betrokkene heeft geen vertrouwen in de hulpverlening en er is geen sprake van samenwerking. Een zitting als deze werkt stressverhogend. Een second opinion zou een doorbraak kunnen opleveren en kunnen helpen om vertrouwen en/of overeenstemming te vinden over de behandeling. Behandeling is nodig om het woonperspectief te vergroten. Tot die tijd kan betrokkene nergens anders heen. Als er een second opinion zal plaatsvinden, zal geen andere behandeling dan nu ingezet worden en zal met name de medicatie niet worden verhoogd zolang er zich geen noodsituatie voordoet. De huidige situatie grenst daar wel aan, zo is er een medewerker geslagen.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis en een bipolaire stemmingsstoornis. Betrokkene heeft betwist dat zij bipolair is of een manie heeft.
2.5.
De vooralsnog vastgestelde stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op maatschappelijke teloorgang.
2.6.
Om een crisissituatie en het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig. Betrokkene krijgt op dit moment in de kliniek de bij haar problematiek meest passende zorg. De rechtbank overweegt hierbij dat er veel afwijzingen door andere klinieken zijn geweest om betrokkene de noodzakelijk geachte zorg te bieden.
2.7.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz. Het gedrag van en het geweldsincident door betrokkene maken de verzochte vormen van zorg noodzakelijk.
2.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.9.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 12 maanden, en geldt aldus tot en met 28 februari 2025.
2.11.
Daarnaast zal de rechtbank het verzoek tot een second opinion toewijzen. De psychiater heeft benoemd dat een second opinion mogelijk zal helpen om tot samenwerking en/of overeenstemming over de behandeling te komen. De advocaat heeft mevrouw prof. dr. F.E. Scheepers, psychiater en hoogleraar bij het UMC Utrecht, bereid gevonden op te treden als deskundige. De rechtbank zal haar dan ook verzoeken als deskundige op te treden en te rapporteren over de vraag welke diagnoses zij kan stellen ten aanzien van betrokkene.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1986, te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 lid 2 Wvggz:
a. toedienen van vocht voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
j. opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 februari 2025,
3.3.
verzoekt prof. dr. F.E. Scheepers, psychiater, dan wel een andere psychiater van het UMC Utrecht op te treden als deskundige en onderzoek te doen en te rapporteren over de volgende vragen :
Welke diagnose(s) kunt u stellen ten aanzien van betrokkene?.
Is er sprake van een psychotische component?
Welke behandelingen, indien nodig, zijn hiervoor ook voor de langere termijn aangewezen?
3.4.
verzoekt prof. dr. F.E. Scheepers, psychiater, de resultaten van het onderzoek naar de rechtbank, de advocaat en de zorgaanbieder te verzenden;
Deze beschikking is op 29 februari 2024 mondeling gegeven door mr. J.P.M. Schwillens, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door M. van de Vliert-Vos als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 6 maart 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!