ECLI:NL:RBMNE:2024:3399
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurcontract en bewijs van overeenkomst in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, heeft eiseres, een B.V. die kantoorruimtes verhuurt, een vordering ingesteld tegen gedaagden, bestaande uit een vennootschap onder firma en haar vennoten. Eiseres stelt dat er op 18 juli 2022 een huurovereenkomst is gesloten voor een kantoorruimte in [vestigingsplaats 2], met een looptijd van 29 juli 2022 tot en met 31 juli 2023. Gedaagden hebben echter geen huur betaald en ook niet voor extra faciliteiten zoals koffie en thee, wat resulteert in een totaalbedrag van € 8.437,58. Eiseres heeft de overeenkomst beëindigd en vordert daarnaast de restwaarde van de overeenkomst van € 1.427,54, alsook buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
Gedaagden betwisten de totstandkoming van de overeenkomst en stellen dat zij op de genoemde datum slechts een link hebben aangeklikt om het aanbod van eiseres in te zien, zonder dit aanbod te aanvaarden of een digitale handtekening te zetten. Ook wordt betwist dat zij instemden met de algemene voorwaarden en huisregels van eiseres, omdat eiseres geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om deze documenten in te zien.
De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen, omdat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd dat er een overeenkomst tot stand is gekomen. De rechter oordeelt dat eiseres niet voldoende concrete feiten heeft gepresenteerd die aantonen dat gedaagden het aanbod hebben aanvaard. De kantonrechter heeft eiseres in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten van gedaagden, die zijn begroot op € 541,00.