ECLI:NL:RBMNE:2024:3399

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
10771909 UC EXPL 23-2456
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurcontract en bewijs van overeenkomst in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, heeft eiseres, een B.V. die kantoorruimtes verhuurt, een vordering ingesteld tegen gedaagden, bestaande uit een vennootschap onder firma en haar vennoten. Eiseres stelt dat er op 18 juli 2022 een huurovereenkomst is gesloten voor een kantoorruimte in [vestigingsplaats 2], met een looptijd van 29 juli 2022 tot en met 31 juli 2023. Gedaagden hebben echter geen huur betaald en ook niet voor extra faciliteiten zoals koffie en thee, wat resulteert in een totaalbedrag van € 8.437,58. Eiseres heeft de overeenkomst beëindigd en vordert daarnaast de restwaarde van de overeenkomst van € 1.427,54, alsook buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

Gedaagden betwisten de totstandkoming van de overeenkomst en stellen dat zij op de genoemde datum slechts een link hebben aangeklikt om het aanbod van eiseres in te zien, zonder dit aanbod te aanvaarden of een digitale handtekening te zetten. Ook wordt betwist dat zij instemden met de algemene voorwaarden en huisregels van eiseres, omdat eiseres geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om deze documenten in te zien.

De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen, omdat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd dat er een overeenkomst tot stand is gekomen. De rechter oordeelt dat eiseres niet voldoende concrete feiten heeft gepresenteerd die aantonen dat gedaagden het aanbod hebben aanvaard. De kantonrechter heeft eiseres in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten van gedaagden, die zijn begroot op € 541,00.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 10771909 \ AC EXPL 23-2456 RvdH/1037
Vonnis van 3 april 2024 (bij vervroeging)
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: Van As Advocaten,
tegen

1.[gedaagde sub 1] V.O.F.,

gevestigd in [vestigingsplaats 2] ,

2.2. [gedaagde sub 2] , vennoot van gedaagde sub 1,

wonende in [woonplaats 1] ,

3.3. [gedaagde sub 3] , vennoot van gedaagde sub 1,

wonende in [woonplaats 2] ,
gemachtigde: mr. R.A. Rila,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden]

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 8,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 20 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [gedaagden]
1.2.
De kantonrechter heeft besloten dat de uitspraak vandaag is.

2.Waar gaat het over?

2.1.
[eiseres] verhuurt kantoorruimtes en stelt dat zij op 18 juli 2022 met [gedaagden] een huurovereenkomst heeft gesloten ten aanzien van een kantoorruimte in [vestigingsplaats 2] . De huurovereenkomst ziet volgens [eiseres] op de periode vanaf 29 juli 2022 tot en met 31 juli 2023. [gedaagden] heeft geen huur betaald. [gedaagden] heeft evenmin betaald voor extra boekingen (koffie, thee en keukenfaciliteiten). Deze posten bedragen samen in totaal € 8.437,58. [eiseres] heeft de overeenkomst voor het einde van de looptijd beëindigd en brengt daarom ook de restwaarde van de overeenkomst bij [gedaagden] in rekening. Die is € 1.427,54. [eiseres] vordert in deze procedure betaling van beide bedragen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente. [eiseres] wil ook dat [gedaagden] haar buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten betaalt.
2.2.
[gedaagden] betwist dat zij een overeenkomst met [eiseres] heeft gesloten. [gedaagden] heeft op 18 juli 2022 op een link geklikt om het aanbod van [eiseres] in te zien. [gedaagden] heeft dat aanbod niet aanvaard en heeft geen digitale handtekening gezet. [gedaagden] betwist ook dat zij heeft ingestemd met de algemene voorwaarden en huisregels van [eiseres] . [eiseres] heeft geen redelijke mogelijkheid geboden om van die stukken kennis te nemen, aldus [gedaagden]
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiseres] af, omdat zij onvoldoende heeft onderbouwd dat er een overeenkomst tussen haar en [gedaagden] tot stand is gekomen. Hierna wordt uitgelegd waarom de kantonrechter tot deze beslissing komt.
3.2.
[eiseres] stelt dat zij op 18 juli 2022 een overeenkomst met [gedaagden] heeft gesloten. [eiseres] heeft onvoldoende concrete feiten gesteld waaruit blijkt dat [gedaagden] haar aanbod heeft aanvaard. Dit geldt voor de huur, de extra faciliteiten en de algemene voorwaarden en huisregels. [eiseres] stelt slechts dat zij een overeenkomst met [gedaagden] is aangegaan en verwijst in dat kader naar een screenshot van één Spaanstalige pagina, waarop geen handtekeningen te zien zijn. Deze pagina is niet vertaald. Het is niet duidelijk waaruit moet blijken dat [gedaagden] het aanbod van [eiseres] heeft geaccepteerd.
3.3.
Verder heeft [eiseres] niets gesteld over de wijze van totstandkoming van de overeenkomst en het bijbehorende digitale proces. Dat had wel op haar weg gelegen, temeer omdat [eiseres] wist dat [gedaagden] betwist dat een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. Nu [eiseres] dat desondanks heeft nagelaten, is de kantonrechter van oordeel dat [eiseres] haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. De vorderingen van [eiseres] zullen daarom worden afgewezen.
3.4.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagden] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
406,00
(1,00 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
541,00

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
4.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 541,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2024.