Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de producties van [gedaagde c.s.] (1-9),
- de mondelinge behandeling van 16 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die zich afspeelt in Lelystad, hebben buren al jarenlang een conflict met elkaar. De eiseres heeft een kort geding aangespannen tegen de gedaagden vanwege de onrechtmatige plaatsing van filmpjes van haar op een YouTube-kanaal, dat inmiddels is verwijderd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagden verboden wordt om filmbeelden van de eiseres op sociale media te plaatsen. De eiseres vorderde ook een immateriële schadevergoeding, maar deze werd afgewezen omdat er geen spoedeisend belang werd aangetoond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde sub 1 de maker is van de filmpjes en dat hij op de hoogte moet zijn van de inhoud ervan. Het verweer van de gedaagden dat zij de filmpjes niet hebben geplaatst, werd als ongeloofwaardig beschouwd. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de vordering tot het staken van cameratoezicht op de woning van de eiseres. De gedaagden zijn grotendeels in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 1.742,47. De voorzieningenrechter heeft een dwangsom opgelegd van € 100,00 per dag voor het niet naleven van de hoofdveroordeling, tot een maximum van € 10.000,00.