ECLI:NL:RBMNE:2024:3366

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
29 mei 2024
Zaaknummer
24/1669 en 24/1657
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van een tijdelijk huisverbod in het kader van huiselijk geweld en de belangen van de kinderen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 14 maart 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van een tijdelijk huisverbod dat door de burgemeester van de gemeente Oudewater was opgelegd aan eiser. Het huisverbod was oorspronkelijk opgelegd op 28 februari 2024 en gold voor een periode van tien dagen, maar werd op 8 maart 2024 verlengd met achttien dagen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze verlenging en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 14 maart 2024, waar eiser, zijn gemachtigde en de gemachtigden van de burgemeester aanwezig waren, heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld. De burgemeester had het huisverbod opgelegd vanwege ernstige zorgen over de veiligheid van de vrouw en de minderjarige kinderen, die getuige waren van geweld binnen het gezin. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester het huisverbod terecht had verlengd, omdat de dreiging van geweld nog steeds aanwezig was en er onvoldoende vooruitgang was geboekt in de hulpverlening aan eiser.

De voorzieningenrechter benadrukte het belang van de veiligheid van de vrouw en de kinderen en oordeelde dat de burgemeester de betrokken belangen adequaat had afgewogen. Eiser had niet voldoende aangetoond dat hij meewerkte aan een oplossing, en de voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 24/1669 en 24/1657
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 maart 2024 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. S.C. Sassen),
en

de burgemeester van de gemeente Oudewater

(gemachtigden: mr. A.M.F. Overvoorde en mr. F. Fleskens).
Als derde-partij neemt aan de zaken deel: [de vrouw] uit [plaats] (de vrouw).

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over de verlenging van een tijdelijk huisverbod.
1.1.
De burgemeester heeft in zijn besluit van 28 februari 2024 aan eiser een tijdelijk huisverbod opgelegd, voor de periode van tien dagen. Het huisverbod geldt voor de woning op het adres [adres] te [plaats] . Eiser heeft hiertegen geen rechtsmiddelen aangewend.
1.2.
De burgemeester heeft op 8 maart 2024 een besluit tot verlenging van het tijdelijk huisverbod genomen. Het huisverbod wordt aansluitend verlengd met een periode van 18 dagen en loopt daarmee tot en met 27 maart 2024. Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld en hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 maart 2024 op een zitting behandeld. Aan de zitting hebben deelgenomen: eiser, zijn gemachtigde en de gemachtigden van de burgemeester. Ook waren aanwezig: de vrouw en [sociaalwerker] , sociaalwerker bij het [organisatie] .
1.4.
Omdat de voorzieningenrechter na afloop van de zitting tot de conclusie is gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak beslist hij ook op het beroep van eiser daartegen. Artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
1.5.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De burgemeester kan aan een persoon een huisverbod opleggen als uit feiten of omstandigheden blijkt dat diens aanwezigheid in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meer personen die met hem in de woning wonen of daarin anders dan incidenteel verblijven of als op grond van feiten en omstandigheden een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat.
3. Artikel 2 van het Besluit tijdelijk huisverbod bepaalt dat de burgemeester bij de afweging of een huisverbod wordt opgelegd uitsluitend let op feiten en omstandigheden die in de in de bijlage bij het Besluit zijn opgenomen. De burgemeester laat zich verder adviseren door deskundigen die, voor hun oordeel of bij (mogelijk) huiselijk geweld een huisverbod moet worden opgelegd, een Risico-taxatie instrument Huiselijk Geweld invullen.
4. De burgemeester heeft het huisverbod opgelegd, omdat er al lange tijd sprake lijkt van ruzies in het gezin van eiser en de vrouw. Er is sprake van verbaal en enkele keren ook van fysiek geweld. Op 28 februari 2024 is er tijdens onenigheid letsel ontstaan in de keel/halsstreek en in het gezicht van de vrouw. De minderjarige kinderen zijn getuige geweest van het geweld. Daarom heeft de burgemeester gekozen voor een huisverbod. Dit zorgt voor een time out en de kans om noodzakelijke hulpverlening te starten.
5. De burgemeester heeft dit huisverbod verlengd en de voorzieningenrechter is van oordeel dat hij dit redelijkerwijs heeft mogen doen omdat de dreiging, die ten grondslag lag aan het opleggen van het huisverbod, onverminderd voortduurt. [1] Uit het zorgadvies van 7 maart 2024 blijkt namelijk dat het tot dan toe niet is gelukt om veiligheidsafspraken met eiser te maken. Vanochtend is een tweede gesprek geweest waarin één veiligheidsafspraak is gemaakt, namelijk dat eiser de woning verlaat als hij de druk te hoog voelt oplopen. In dit gesprek is niet expliciet herhaald dat de hulpverlening persé van De Waag moet komen, zoals eerder door Veilig Thuis is geadviseerd. Wat daar ook van zij, op dit moment is het traject waar eiser zelf aan is begonnen, hulp van een coach, nog onvoldoende waarborg dat de situatie in het gezin veilig is. Er is nog geen informatie vanuit het traject waarmee hij bezig is, in de richting van Veilig Thuis en het is aan eiser om hierover meer duidelijkheid te geven. Die duidelijkheid is er nu nog niet en daarom kan het huisverbod niet worden opgeheven. Verder lijkt het erop dat eiser en de vrouw een andere visie hebben op wat er is gebeurd. Zolang dat zo is, bemoeilijkt dat alle gesprekken met wederzijds respect. Dat is echt nodig om er vanuit te kunnen gaan dat de spanning minder wordt. Een en ander maakt dat sprake blijft van een ernstig vermoeden, dat zich een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen voordoet en daarom mocht de burgemeester het huisverbod verlengen. Hierbij benadrukt de voorzieningenrechter de ernst van het voorval, ook voor de kinderen.
6. Het is goed dat eiser informatie vanuit zijn hulpverleningstraject wil delen met Veilig Thuis, maar zijn stellige overtuiging dat daarvan niets aan de burgemeester mag worden doorgegeven, zal het voor de burgemeester lastig maken om het huisverbod op korte termijn op te heffen. Het is nodig dat eiser volledig open is over wat hij bespreekt en leert in dat traject, zodat hierover inzicht wordt verkregen.
7. De voorzieningenrechter oordeelt verder dat de burgemeester de betrokken belangen voldoende heeft meegenomen. Aan de kant van eiser speelt een rol dat hij een bedrijf aan huis heeft en dat hij contact met zijn kinderen wil blijven onderhouden en zijn deel in de zorg wil doen, wat ook in het belang van de kinderen is. Tegenover dat belang staat het belang van de veiligheid binnen het gezin en dat heeft de burgemeester terecht zwaarder laten wegen. Daarbij gaat het niet alleen om het belang van de vrouw om gevrijwaard te blijven van fysiek en verbaal geweld, maar ook van de kinderen om geen getuige van zulk geweld tegen hun moeder te hoeven zijn. Dit kan hun ontwikkeling ernstig bedreigen. De burgemeester heeft het veiligheidsbelang dan ook zwaarder mogen wegen dan het belang dat eiser heeft aangevoerd.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het huisverbod voor nu blijft voortduren. Omdat het beroep ongegrond is, is er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
9. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 maart 2024 door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.E.C. Bakker, griffier.
griffier
Voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak voor zover daarbij is beslist op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak voor zover daarbij is beslist op het beroep. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen. Tegen deze uitspraak voor zover deze gaat over de voorlopige voorziening staat geen hoger beroep open.

Voetnoten

1.Artikel 9, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod.