Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
[eiseres sub 3],
[eiser sub 4],
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 22 mei 2024, gaat het om een kort geding tussen huurders en hun verhuurder, [gedaagde], over de samenwoning in een huurwoning. De huurders, bestaande uit vier personen, hebben een geschil met de verhuurder over het huurgenot en de huisregels die de verhuurder heeft opgelegd. De huurders hebben vorderingen ingesteld om inbreuk op hun huurgenot te verbieden, hen het vrije gebruik van het gehuurde te garanderen, en om herstel van gebreken in de woning te eisen. De verhuurder heeft op zijn beurt reconventionele vorderingen ingesteld tegen de huurders, waaronder het verbieden van bepaalde gedragingen en het eisen van een aansprakelijkheidsverzekering.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de situatie voor beide partijen moeilijk is, gezien het leeftijdsverschil en de verschillende levensfases. De rechter heeft geoordeeld dat de huurders recht hebben op ongestoord woongenot, maar dat de verhuurder ook rekening moet houden met zijn eigen behoeften. De vorderingen van de huurders om [gedaagde] te verbieden inbreuk te maken op hun huurgenot zijn deels afgewezen, terwijl de vordering om camera's te plaatsen in het gehuurde is toegewezen. De rechter heeft [gedaagde] ook verplicht om gebreken in de woning te herstellen voor 1 juli 2024. De reconventionele vorderingen van [gedaagde] zijn deels toegewezen, waarbij de huurders onder andere zijn verboden om ongepaste stickers te plakken en posters met punaises op de deur te bevestigen.
De rechter heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.