Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Procesgang
Standpunten
Beoordeling
Beslissing
- verklaart het beklag
- gelast de teruggaveaan klager van: een personenauto Citroën C5, zwart (goednummer PL0900-2023314725-3235811).
Rechtbank Midden-Nederland
Op 29 april 2024 heeft de enkelvoudige raadkamer van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de teruggave van een in beslag genomen personenauto, een Citroën C5 Aircross, zwart. Het klaagschrift was ingediend door klager, die de auto op 28 september 2023 in België had gekocht van een autohandelaar. Klager stelde dat hij te goeder trouw de auto had aangeschaft en dat hij rechtmatige eigenaar was, ondanks dat de auto gestolen bleek te zijn. De raadsman van klager voerde aan dat klager de auto had gekocht met een geldig kentekenbewijs en beide originele sleutels, en dat hij voorafgaand aan de aankoop had gecontroleerd of de auto als gestolen geregistreerd stond, wat niet het geval was.
Het Openbaar Ministerie (OM) betwistte de teruggave en stelde dat de auto aan de oorspronkelijke Franse eigenaar moest worden teruggegeven, omdat het voertuigidentificatienummer vervalst was. De officier van justitie voerde aan dat het Belgisch recht van toepassing was op de eigendomsoverdracht en dat klager niet de rechtmatige eigenaar was. De raadkamer oordeelde dat er geen strafvorderlijk belang meer was voor het voortduren van het beslag, aangezien het OM de teruggave aan de Franse eigenaar verlangde. De raadkamer concludeerde dat klager, ondanks de onbevoegdheid van de verkoper, te goeder trouw was en recht had op bescherming onder artikel 3:86 BW, omdat hij de auto had gekocht van een autohandelaar en een marktconforme prijs had betaald.
De rechtbank verklaarde het klaagschrift gegrond en gelastte de teruggave van de auto aan klager. Tegen deze beslissing staat voor het openbaar ministerie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, binnen veertien dagen na de dagtekening van de beslissing.