ECLI:NL:RBMNE:2024:3263
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- K. de Meulder
- A. Wilpstra-Foppen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening woningurgentie voor aanstaand gezin
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot woningurgentie. Verzoeker, die samen met zijn partner in een eenkamerwoning van 18m2 woont, heeft een urgentieverklaring aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, omdat zij deze maand hun eerste kind verwachten. Het college heeft deze aanvraag op 20 maart 2024 afgewezen, waarop verzoeker bezwaar heeft gemaakt en de voorzieningenrechter heeft verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de situatie beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van een spoedeisende situatie die het ingrijpen in de wachtlijst voor sociale huurwoningen rechtvaardigt. Hoewel de woonsituatie na de geboorte van de baby niet ideaal is, is het belang van het college om de woningmarkt te reguleren met het systeem van urgentieverklaringen zwaarder gewogen dan het belang van verzoeker en zijn partner om voorrang te krijgen. De voorzieningenrechter heeft geen evidente fouten in het besluit van het college kunnen vaststellen en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook ongegrond verklaard, zonder dat een zitting nodig was.
De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, in aanwezigheid van griffier mr. A. Wilpstra-Foppen, en is openbaar uitgesproken op 28 mei 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.