Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- C/16/572062 / FO RK 24-327 (bodemprocedure)
- C/16/572063 / FO RK 24-328 (provisionele voorzieningen)
1.De procedure
- het verzoekschrift van de moeder (met bijlagen), binnengekomen op 14 maart 2024;
- het verweerschrift van vader (met bijlagen) met daarin een aantal zelfstandige verzoeken van 26 april 2024
- de brief met bijlagen van de vader van 1 mei 2024;
- het bericht met bijlagen van de moeder van 6 mei 2024.
2.Waar de procedure over gaat
- te bepalen dat [minderjarige (voornaam)] met bevel tot afgifte en met onmiddellijke ingang aan moeder wordt toevertrouwd tot er in de bodemprocedure anders is beslist;
- de volgende voorlopige zorgregeling vast te stellen:
- te bepalen dat de vader voortaan alleen het gezag over [minderjarige (voornaam)] uitoefent;
- te bepalen dat [minderjarige (voornaam)] zijn hoofdverblijfplaats bij zijn vader heeft;
- te bepalen dat tot [minderjarige (voornaam)] naar school gaat (leerplichtig is) tussen de moeder en [minderjarige (voornaam)] de volgende zorgregeling wordt vastgesteld:
- te bepalen dat [minderjarige (voornaam)] voorlopig bij de vader zijn hoofdverblijf zal hebben;
- te bepalen dat de volgende voorlopige zorgregeling wordt vastgesteld tussen de moeder en [minderjarige (voornaam)] :
3.De beoordeling
24 september 2024wil de rechtbank graag het advies van de Raad ontvangen. Na ontvangst van het raadsrapport zal de rechtbank de advocaten van partijen in de gelegenheid stellen om schriftelijk te reageren op de inhoud van dat rapport. Daarbij merkt de rechtbank op dat zij dan ook van beide partijen verwacht dat zij hun verzoeken verduidelijken en aanvullen waar nodig, zodat het voor de rechtbank helder is op welke verzoeken moet worden beslist.
voorlopigezorgregeling vast tussen de vader en [minderjarige (voornaam)] :
- [minderjarige (voornaam)] verblijft bij de vader van maandagmiddag uit de peuterplusgroep tot woensdagochtend naar de peuterplusgroep;
- waarbij de vader [minderjarige (voornaam)] ophaalt van en brengt naar de peuterplusgroep en in de vakantieperiode geldt dat de moeder [minderjarige (voornaam)] brengt naar de vader en de vader [minderjarige (voornaam)] weer terug brengt naar de moeder.
4.De beslissing
voorlopigezorgregeling vast:
- [minderjarige (voornaam)] verblijft bij de vader van maandagmiddag uit de peuterplusgroep tot woensdagochtend naar de peuterplusgroep;
- waarbij de vader [minderjarige (voornaam)] ophaalt van en brengt naar de peuterplusgroep en in de vakantieperiode geldt dat de moeder [minderjarige (voornaam)] brengt naar de vader en de vader [minderjarige (voornaam)] weer terug brengt naar de moeder;
24 september 2024, in afwachting van de uitkomst van het raadsonderzoek, waarbij de advocaten na ontvangst van het raadsrapport in de gelegenheid worden gesteld schriftelijk te reageren op de inhoud van dat rapport;
- waar [minderjarige (voornaam)] het beste kan wonen;
- welke zorgregeling in het belang van [minderjarige (voornaam)] is;