In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 22 mei 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 25 augustus 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft op 31 oktober 2022 verweerder in gebreke gesteld en heeft pas op 1 april 2024 beroep ingesteld, wat meer dan twee weken na de ingebrekestelling was. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten in deze zaak vastgesteld op basis van eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.