ECLI:NL:RBMNE:2024:3181

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 maart 2024
Publicatiedatum
22 mei 2024
Zaaknummer
C/16/571101 / FL RK 24-213
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belangenafweging bij gebruik woning in echtscheidingsprocedure met betrekking tot voorlopige voorzieningen

Op 8 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, een mondelinge uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure waarbij voorlopige voorzieningen zijn verzocht. De verzoeken zijn behandeld tijdens een zitting waarbij de vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H. Hassan, en de man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E. Lucas, aanwezig waren. De rechtbank heeft beide zaken gecombineerd behandeld, aangezien ze betrekking hebben op het treffen van voorlopige voorzieningen.

De rechtbank heeft beslist dat de vrouw gerechtigd is tot het uitsluitend gebruik van de woning aan de Keiwierde 42 in Almere. De man is bevolen deze woning te verlaten en niet meer te betreden. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Bij de beslissing heeft de rechtbank een belangenafweging gemaakt, waarbij beide partijen jonge kinderen hebben en stellen dat ze nergens anders heen kunnen. De man verblijft momenteel bij kennissen, terwijl de vrouw mogelijk bij haar ouders kan verblijven, wat echter de schoolgang van de kinderen zou bemoeilijken. De rechtbank oordeelt dat het belang van de vrouw zwaarder weegt.

Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek van de man met betrekking tot de verstaansverplichting afgewezen, omdat dit niet onder de limitatieve opsomming van artikel 822 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering valt. Ook het verzoek van de man om een gebruikersvergoeding is afgewezen, omdat hij onvoldoende omstandigheden heeft aangedragen die dit rechtvaardigen. Het verzoek van de vrouw om partneralimentatie is eveneens afgewezen, omdat zij niet voldoende heeft aangetoond dat zij behoeftig is. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. M. Weistra, (kinder)rechter, in aanwezigheid van griffier mr. I.R.S. Salomé.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Lelystad
zaaknummer: C/16/571101 / FL RK 24-213
C/16/571262 / FL RK 24-222
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tijdens de zitting van 8 maart 2024
in de zaak met zaaknummer C/16/571101 / FL RK 24-213
[vrouw],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. H. Hassan,
tegen
[man],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. E. Lucas.
in de zaak met zaaknummer C/16/571262 / FL RK 24-222
[man],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. E. Lucas,
tegen
[vrouw],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. H. Hassan.

1.De procedure

1.1.
De verzoeken zijn besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van
8 maart 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • de vrouw met haar advocaat en als tolk meneer A. Ben-Mohammed;
  • de man met zijn advocaat.
1.2.
De rechtbank heeft de zaken gecombineerd behandeld aangezien beide zaken zien op het treffen van voorlopige voorzieningen.
1.3.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de rechter mondeling uitspraak gedaan. De beslissing en de gronden waarop deze is gebaseerd zijn hieronder weergegeven.

2.De beslissing

voor de duur van de echtscheidingsprocedure
De rechtbank
2.1.
bepaalt dat de vrouw is gerechtigd tot het uitsluitend gebruik van de woning aan de Keiwierde 42 in Almere, met bevel dat de man die woning moet verlaten en deze verder niet mag betreden;
2.2.
wijst het meer of anders verzochte af.

3.De gronden van de beslissing

3.1.
Bij het toewijzen van het gebruik van de woning dient de rechtbank een belangenafweging te maken. Beide partijen hebben jonge kinderen en stellen dat ze nergens anders heen kunnen. De man verblijft op dit moment bij kennissen in [plaats 1] . Hij heeft tijdens de zitting niet gemotiveerd gesteld dat hij daar niet met zijn kinderen kan verblijven. Zijn kinderen kunnen dan gewoon naar school blijven gaan in [plaats 1] . De vrouw zou eventueel met haar kinderen naar haar ouders kunnen. Dit is echter in [plaats 2] , waardoor de schoolgang van haar kinderen in [plaats 1] wordt bemoeilijkt. De rechtbank vindt om die reden dat het belang van de vrouw zwaarder weegt.
3.2.
Artikel 822 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kent een limitatieve opsomming. De rechtbank zal het verzoek met betrekking tot de verstaansverplichting, nu deze niet onder de opsomming valt, afwijzen. Ook het subsidiaire verzoek van de man met betrekking tot de gebruikersvergoeding valt niet onder de opsomming. Daarnaast heeft de man onvoldoende omstandigheden genoemd die een dergelijke gebruikersvergoeding rechtvaardigen.
3.3.
Het verzoek van de vrouw met betrekking tot de partneralimentatie zal de rechtbank afwijzen, omdat de vrouw onvoldoende heeft gesteld dat zij behoeftig is dan wel behoefte heeft aan partneralimentatie.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2024 door mr. M. Weistra, (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. I.R.S. Salomé, griffier, waarvan dit proces-verbaal is opgemaakt. Dit proces-verbaal is verzonden op 22 maart 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beslissing kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep
worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!