ECLI:NL:RBMNE:2024:3169
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting bedrijfspand op basis van Opiumwet na vondst slakkenhuis onvoldoende voor bevoegdheid burgemeester
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2024 uitspraak gedaan over de sluiting van een bedrijfspand door de burgemeester van Utrecht op basis van de Opiumwet. Verzoeker, die een garagebedrijf runt in het pand, heeft bezwaar gemaakt tegen de sluiting die was opgelegd na de vondst van een slakkenhuis tijdens een politieonderzoek naar drugshandel. De burgemeester had het pand voor twaalf maanden gesloten, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester niet bevoegd was om deze maatregel te nemen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de aangetroffen slakkenhuis en de onderzoeksbevindingen uit het verleden onvoldoende bewijs boden dat het pand een schakel vormde in de productie of distributie van drugs. De voorzieningenrechter schorste daarom de sluiting van het pand en wees het verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker toe, terwijl het verzoek van verzoekster werd afgewezen. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan verzoeker.