ECLI:NL:RBMNE:2024:3145

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
16/290343-23; 16/280645-22 (gev. ttz); 16/219389-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere strafbare feiten, waaronder vernieling, belediging, mishandeling, bedreiging en schuldwitwassen

Op 21 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder vernieling, belediging, mishandeling, bedreiging en schuldwitwassen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 208 dagen, met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de rechtbank besloten om een zorgmachtiging af te geven ten behoeve van de verdachte. De zaak is behandeld op de terechtzittingen van 15 februari 2024 en 7 mei 2024, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vordering van de officier van justitie en de standpunten van de verdediging. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vernielen van verschillende goederen, waaronder personenauto's en andere eigendommen van meerdere benadeelden. Tevens heeft hij zich schuldig gemaakt aan belediging van ambtenaren in functie en mishandeling van een persoon. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen strijd is met het ne bis in idem-beginsel, aangezien de verdachte voor andere feiten is vervolgd. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging bevestigd en de verdachte is schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische toestand.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/290343-23; 16/280645-22 (gev. ttz); 16/219389-23; 16/219390-23 (gev. ttz); 16/227000-23 (gev. ttz); 16/292480-23; 16/258930-23 (vord. tul); 16/241320-23 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 21 mei 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [2002] te [geboorteplaats] (Eritrea),
wonende aan de [adres] in [woonplaats] ,
thans verblijvende in de [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 februari 2024 en 7 mei 2024. De zaak is op laatstgenoemde datum inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.M.L. Kalsbeek en van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C. Lamphen, advocaat te Utrecht, alsmede door de heer [benadeelde 1] , benadeelde partij, en namens de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 14] en [benadeelde 15] naar voren is gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16/280645-22
op of omstreeks 6 mei 2022 in Amersfoort een geldbedrag van €3250,75 heeft witgewassen;
16/219389-23
feit 1:
op 30 augustus 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een dakpan van [benadeelde 2] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 2:
op 30 augustus 2023 in Amersfoort opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde 3] , heeft beledigd;
16/219390-23
feit 1:
op 30 augustus 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een spiegel van een personenauto van [benadeelde 4] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 2:
op 30 augustus 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een achterlicht van een personenauto van [benadeelde 5] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 3:
op 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een spiegel van een personenauto van [benadeelde 6] heeft vernield en/of beschadigd;
16/227000-23
op of omstreeks 31 augustus 2023 (telkens) in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk
- ( a) een personenauto van [benadeelde 7] en/of
- ( b) een (voor)ruit en/of een televisie van [benadeelde 2] en/of [benadeelde 8] en/of
- ( c) een of meerdere zonnepanelen van [benadeelde 9] en/of
- ( d) twee personenauto’s van [benadeelde 1] en/of
- ( e) een personenauto en/of een caravan van [benadeelde 10] en/of
- ( f) een personenauto van [benadeelde 11] en/of
- ( g) een personenauto van [benadeelde 12] en/of
- ( h) een personenauto van [benadeelde 13] en/of
- ( i) een personenauto van [benadeelde 14] en/of
- ( j) een personenauto van [benadeelde 15] en/of
- ( k) een personenauto van [benadeelde 16] en/of
- ( l) een personenauto van [benadeelde 17] en/of
- ( m) een personenauto van [benadeelde 18] B.V. en/of
- ( n) een personenauto van [benadeelde 19] en/of
- ( o) een personenauto van [benadeelde 20] en/of
- ( p) een personenauto van [benadeelde 21] en/of
- ( q) een personenauto van [benadeelde 22] en/of
- ( r) een personenauto van [benadeelde 23] en/of
- ( s) een personenauto van [benadeelde 24] en/of
- ( t) een personenauto van [benadeelde 25] en/of
- ( u) een personenauto van [benadeelde 26] ,
heeft vernield en/of beschadigd;
16/292480-23
feit 1:
op 4 oktober 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de spiegel van de personenauto van [benadeelde 27] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 2:
op 4 oktober 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de wielkast, portier en spiegel van de personenauto van [benadeelde 28] en/of [benadeelde 29] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 3:
op 4 oktober 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de koplamp van de personenauto van [benadeelde 30] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 4:
op 4 oktober 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de portier van de personenauto van [benadeelde 31] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 5:
op 4 oktober 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de buitenspiegel van de personenauto van [benadeelde 32] heeft vernield en/of beschadigd;
16/290343-23
feit 1:
op 12 april 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een auto van [benadeelde 34] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 2:
op 12 april 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto van [benadeelde 35] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 3:
op 3 november 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een reclamebord van [benadeelde 36] BV heeft vernield en/of beschadigd;
feit 4:
op 3 november 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto van [benadeelde 37] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 5:
op 3 november 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een militair motorvoertuig van het Ministerie van Defensie heeft vernield en/of beschadigd;
feit 6:
op 3 november 2023 in Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto van [benadeelde 38] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 7:
op 3 november 2023 in Amersfoort opzettelijk [benadeelde 38] heeft beledigd;
feit 8:
op 3 november 2023 in Amersfoort [benadeelde 38] heeft mishandeld;
feit 9:
op 3 november 2023 in Amersfoort opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde 39] , heeft beledigd;
feit 10:
op 14 november 2023 in [plaats] een ventilator, waterkoker, twee borden, twee kopjes, een tafelmes en/of een gordijnrail van [verblijfplaats] heeft vernield en/of beschadigd;
feit 11:
op 14 november 2023 in [plaats] de commandant van het Intern bijstandsteam heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling;

3.VOORVRAGEN

De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie t.a.v. 16/292480-23 feit 1 tot en met 5 en 16/290343-23 feit 1 en feit 2
3.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van verdachte ten aanzien van het onder parketnummer 16/292480-23 feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 en parketnummer 16/290343-23 feit 1 en feit 2 ten laste gelegde.
De raadsvrouw voert aan dat verdachte op 20 oktober 2023 door de politierechter van deze rechtbank is veroordeeld voor – onder meer - het vernielen van personenauto’s op 12 april 2023 en 4 oktober 2023 (parketnummer: 16/258930-23). Onder bovengenoemde (huidige) parketnummers wordt verdachte eveneens vervolgd voor het vernielen van personenauto’s op deze pleegdata. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de ten laste gelegde feiten op 12 april 2023 en op 4 oktober 2023 moeten worden beschouwd als een voortgezette handeling in de zin van artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Het gaat om soortgelijke gedragingen die elkaar in kort tijdsbestek opvolgen en, ook met betrekking tot het (ongeoorloofde) wilsbesluit, zo nauw met elkaar samenhangen dat verdachte in wezen één verwijt kan worden gemaakt. Ten aanzien van het wilsbesluit heeft de raadsvrouw aangevoerd dat uit het dossier en de verklaringen van verdachte blijkt dat hij de vernielingen aanricht vanuit boosheid. In het geval de rechtbank geen voortgezette handeling(en) aanneemt, is sprake van meerdaadse samenloop, nu verdachte (op bovenstaande dagen) opeenvolgend hetzelfde delict heeft gepleegd. Volgens de raadsvrouw vallen de ten laste gelegde feiten onder de voortgezette handeling, dan wel de meerdaadse samenloop, van de vernielingen op 12 april 2023 en 4 oktober 2023 waar verdachte inmiddels al voor veroordeeld is.
Vanwege de voortgezette handeling van de gedragingen op 12 april 2023 en op 4 oktober 2023, dan wel de meerdaadse samenloop hiervan, is sprake van strijdigheid met het ne bis in idem-beginsel. Het Openbaar Ministerie dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging van bovengenoemde ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in haar vervolging van het onder parketnummer 16/292480-23 feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 en parketnummer 16/290343-23 feit 1 en feit 2 ten laste gelegde. Het betreffen andere vernielingen dan waarvoor verdachte in het vonnis van de politierechter van 20 oktober 2023 is veroordeeld. Nu verdachte niet eerder voor deze feiten is vervolgd, is geen sprake van strijd met het ne bis in idem-beginsel.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Op 20 oktober 2023 is verdachte door de politierechter van deze rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, voor het plegen van (onder andere) meerdere vernielingen op zowel 12 april 2023 als 4 oktober 2023. Verdachte wordt nu onder parketnummers 16/292480-23 en 16/290343-23 ook vervolgd voor feiten die op 12 april 2023 dan wel 4 oktober 2023 hebben plaatsgevonden.
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 20 oktober 2023 is veroordeeld voor andere strafbare feiten dan onder huidige parketnummers aan verdachte ten laste zijn gelegd. Er is weliswaar sprake van dezelfde pleegdata, maar op 20 oktober 2023 zijn andere (vernielings)handelingen (met andere aangevers) ten laste gelegd. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het ne bis in idem-beginsel niet is geschonden. Dat mogelijk sprake is van voortgezette handeling(en) of meerdaadse samenloop, staat aan ontvankelijkheid van het Openbaar ministerie niet in de weg.
Het Openbaar Ministerie is dan ook ontvankelijk in de vervolging van verdachte ten aanzien van het onder parketnummer 16/292480-23 feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 én parketnummer 16/290343-23 feit 1 en feit 2 ten laste gelegde.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de onder parketnummer 16/290343-23, 16/280645-22, 16/219389-23, 16/219390-23, 16/227000-23 en 16/292480-23 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van het vernielen dan wel beschadigen van een tafelmes van de [verblijfplaats] (hierna: [verblijfplaats] ), ten laste gelegd onder parketnummer 16/290343-23 feit 10. Ten aanzien van het onder parketnummer 16/280645-22 ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat sprake is van voorwaardelijk opzet op witwassen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder parketnummer 16/227000-22 onder ‘u’ (het vernielen en/of beschadigen van de auto van de heer [benadeelde 26] ) en parketnummer 16/290343-23 feit 8 (mishandeling van de heer [benadeelde 38] ) ten laste gelegde. Ten aanzien van het onder parketnummer 16/227000-22 onder ‘u’ ten laste gelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat, nu de aangifte van de heer [benadeelde 26] het enigte bewijsmiddel is, niet tot een bewezenverklaring kan worden gekomen. Voor wat betreft het onder parketnummer 16/290343-23 feit 8 ten laste gelegde dient vrijspraak te volgen omdat verdachte heeft ontkend de heer [benadeelde 38] meermaals te hebben getrapt.
Daarnaast heeft de raadsvrouw verzocht verdachte vrij te spreken van opzetwitwassen in de zin van artikel 420bis Sr, ten laste gelegd onder parketnummer 16/280645-22. Er is geen sprake van (voorwaardelijk) opzet op witwassen, nu verdachte niet wist dat het geld dat op zijn rekening werd gestort van enig misdrijf afkomstig was. Volgens de raadsvrouw is hoogstens sprake van schuldwitwassen in de zin van artikel 420quater aanhef onder b Sr, aangezien verdachte wel aanmerkelijk onvoorzichtig is geweest door zijn bankrekening beschikbaar te stellen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
T.a.v. 16/280645-22 [1]
Aangever [aangever 1] heeft onder meer het volgende - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:Plaats delict: internet
Pleegdatum: 5 mei 2022
Ik had een WhatsApp ontvangen van mijn zoon (met foto) met de melding dat hij direct geld nodig had.
Werkwijze:- Waarom vroeg de oplichter om uw hulp? [2]
9:45: ‘ik moet voor 10 uur 2 prive rekening verwerken maar ben mijn random reader thuis vergeten dus ik wilde vragen of jij het in orde kan maken dan zorg ik dat het eind van middag uiterlijk op jou rekening staat. Het gaat om een bedrag van á 3250,75 naam [verdachte] , banknummer: [rekeningnummer] ’.
Betalingen:- Hebt u een betaling gedaan? Ja
- Bankrekeningnummer andere partij: [rekeningnummer]
- Naam rekeninghouder andere partij: [verdachte]
- Wat is het bedrag of de waarde van de betaling? 3250,75 [3]
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer het - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
U vraagt mij wie [A] is en wat hij aan mij zou hebben gevraagd. Ik ken hem van de straat. Hij is geen kennis. Ik weet helemaal niks van deze persoon. Ik wist niet eens hoe hij heette. Deze persoon heeft mij gevraagd of ik geld voor hem kon pinnen, omdat hij zelf niet kon pinnen. Ik wist dat hij geld naar mij zou sturen. Ik weet niet waarom hij geen geld kon pinnen, daar heeft hij niks over gezegd. Het geldbedrag genoemd in de tenlastelegging is op mijn rekening gestort. Ik heb € 150 aan hem gegeven, meer kon ik niet pinnen. Ik vind het wel gek dat een vreemde aan mij vroeg een geldbedrag op mijn rekening te laten storten en dit in cashgeld aan hem te geven, maar ik wilde hem gewoon helpen. [4]
Bewijsoverweging
Parketnummer 16/280645-22: vrijspraak opzetwitwassen, schuldwitwassen wel bewezen
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende aanwijzingen bevat dat bij verdachte ten tijde van het voorhanden hebben van het geldbedrag sprake is geweest van (voorwaardelijk) opzet op het witwassen van dit geldbedrag. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat verdachte heeft verklaard dat hij geen beloning zou krijgen voor het beschikbaar stellen van zijn bankrekening en het pinnen van cashgeld, en het dossier geeft hier ook geen blijk van. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het opzetwitwassen.
De rechtbank acht het aan verdachte ten laste gelegde schuldwitwassen wel wettig en overtuigend bewezen. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij in contact is gekomen met een persoon die hem (verdachte) heeft verzocht een geldbedrag (dat op de bankrekening van verdachte zou worden gestort) in cashgeld te pinnen en aan hem te verstrekken. Verdachte kende deze persoon van de straat, maar wist verder niets van hem af. Door zijn bankrekening aan een voor hem onbekende derde ter beschikking te stellen, terwijl het een feit van algemene bekendheid is dat uiterst zorgvuldig en vertrouwelijk met het verstrekken van dergelijke gegevens moet worden omgegaan in verband met fraudegevoeligheid, en dat gebruik van andermans rekening een veel voorkomende manier is om de herkomst van crimineel verkregen geld te verbergen, had verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat het forse bijgeschreven geldbedrag op zijn bankrekening van enig misdrijf afkomstig was.
T.a.v. 16/219389-23 feit 1, feit 2, 16-219390-23 feit 1, feit 2, feit 3, 16-219390-23, 16/227000-23 onder a tot en met t, 16/292480-23, feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5 en 16/290343-23 feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6, feit 7, feit 9, feit 10, feit 11:
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft bovengenoemde ten laste gelegde feiten bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen.
16/219389-23 [5]
feit 1:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [benadeelde 2] , mede namens zijn huurbaas [benadeelde 8] , op 30 augustus 2023
feit 2:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [benadeelde 3] op 20 augustus 2023
- een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [benadeelde 3] van 30 augustus 2023 [8] ;
16-219390-23 [9]
feit 1, feit 2 en feit 3:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [benadeelde 4] van 30 augustus 2023
- de aangifte van [benadeelde 5] op 30 augustus 2023 [11] ;
- de aangifte van [benadeelde 6] op 31 augustus 2023 [12] ;
16/227000-23 onder a tot en met t [13]
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [aangever 2] , namens [benadeelde 7] , op 31 augustus 2023
- de aangifte van [benadeelde 2] , mede namens zijn huurbaas [benadeelde 8] , op 1 september 2023 [15] ;
- de aangifte van [benadeelde 9] op 31 augustus 2023 [16] ;
- de aangifte van [benadeelde 1] , mede namens [benadeelde 40] , op 1 september 2023 [17] ;
- de aangifte van [benadeelde 10] op 1 september 2023 [18] ;
- de aangifte van [benadeelde 10] op 1 september 2023 [19] ;
- de aangifte van [benadeelde 11] op 1 september 2023 [20] ;
- de aangifte van [benadeelde 12] op 1 september 2023 [21] ;
- de aangifte van [benadeelde 13] op 1 september 2023 [22] ;
- de aangifte van [benadeelde 14] op 1 september 2023 [23] ;
- de aangifte van [benadeelde 15] op 1 september 2023 [24] ;
- de aangifte van [benadeelde 16] op 1 september 2023 [25] ;
- de aangifte van [benadeelde 17] , mede namens [benadeelde 18] , op 1 september 2023 [26] ;
- de aangifte van [benadeelde 19] op 1 september 2023 [27] ;
- de aangifte van [benadeelde 20] op 1 september 2023 [28] ;
- de aangifte van [benadeelde 21] op 1 september 2023 [29] ;
- de aangifte van [benadeelde 22] op 1 september 2023 [30] ;
- de aangifte van [benadeelde 23] op 1 september 2023 [31] ;
- de aangifte van [benadeelde 24] op 1 september 2023 [32] ;
- de aangifte van [benadeelde 25] op 1 september 2023 [33] ;
16/227000-23 onder ‘u’:
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer het - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Het klopt dat ik op 31 augustus 2023 in Amersfoort de auto van [benadeelde 26] kapot heb gemaakt.
Aangever [benadeelde 26] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Plaats delict: Amersfoort.
Op 31 augustus 2023 hoorde wij harde dreunen buiten. Mijn partner en ik zijn direct naar buiten gegaan en troffen daar mijn auto vernield aan. Deurstijlen beschadigd en vijf ramen ingeslagen (voorruit kapot en alle ruiten aan de rechterzijde)
Merk/type: Opel Astra Station Wagon
Kenteken: [kenteken]
16/292480-23 [34]
feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [benadeelde 27] op 4 oktober 2023
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte [aangever 3] , namens het slachtoffer [benadeelde 28] , op 6 oktober 2023
- de aangifte van [benadeelde 30] op 6 oktober 2023 [37] ;
- de aangifte [aangever 4] , namens de leasemaatschappij [benadeelde 31] , op 6 oktober 2023 [38] ;
- de aangifte van [aangever 5] , namens het slachtoffer [benadeelde 32] , op 6 oktober 2023 [39] ;
16/290343-23 [40]
feit 1 en feit 2:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [aangever 6] , namens de [benadeelde 34] , op 12 april 2023
- de aangifte van [benadeelde 35] op 12 april 2023 [42] ;
feit 3, feit 4, feit 5 en feit 6:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [aangever 7] , namens [benadeelde 36] BV, op 3 november 2023
- de aangifte van [benadeelde 37] op 3 november 2023 [44]
- de aangifte van [aangever 8] , namens het Ministerie van Defensie, op 3 november 2023 [45] ;
- de aangifte van [benadeelde 38] op 3 november 2023 [46] ;
feit 7:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [benadeelde 38] op 3 november 2023
feit 9:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [benadeelde 39] op 3 november 2023
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [benadeelde 39] op 3 november 2023 [49] ;
feit 10 [50] :
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [aangever 9] op 23 november 2023
feit 11:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 mei 2024;
  • de aangifte van [aangever 9] , namens de commandant met personeelsnummer [personeelsnummer] , op 23 november 2023
- een geschrift, te weten een schriftelijk verslag van rapporteur [personeelsnummer] [53] ;
16/290343-23, feit 8 [54] :
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer het - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Het klopt dat ik op 3 november 2023 [benadeelde 38] heb getrapt en hem op zijn bovenbeen heb geraakt. [55]
Aangever [benadeelde 38] heeft onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard:
Plaats delict: Amersfoort.
Pleegdatum: 3 november 2023.
Ik ben getrapt door de man. Ik ben uiteindelijk 1 keer geraakt door de man op mijn linker bovenbeen. Op 4 november 2023 voelde ik een pijn aan mijn linker bovenbeen. Ik zag dat hier een blauwe plek zat, dit was ook de plek waar ik getrapt ben door de man. [56]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16/280645-22
omstreeks 6 mei 2022 te Amersfoort enig geldbedrag (€ 3250,75) voorhanden heeft gehad, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
16-219389-23
1
op 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een dakpan die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde, heeft vernield;
2
op 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde 3] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "je kankermoeder" en/of "kankerlijer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
16/219390-23
1
op 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een spiegel van een personenauto die aan [benadeelde 4] toebehoorde heeft vernield;
2
op 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een achterlicht van een personenauto die aan [benadeelde 5] toebehoorde heeft vernield;
3
op 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een spiegel van een personenauto die aan [benadeelde 6] toebehoorde heeft vernield;
16/227000-23
omstreeks 31 augustus 2023 telkens te Amersfoort
a. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Citroën C3, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 7] toebehoorde heeft beschadigd, en
b. opzettelijk en wederrechtelijk een ruit en een televisie die aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 8] toebehoorde(n) heeft vernield, en
c. opzettelijk en wederrechtelijk zonnepanelen die aan [benadeelde 9] toebehoorden heeft vernield, en
d. opzettelijk en wederrechtelijk twee personenauto’s (te weten een Opel Astra Sports, met het kenteken [kenteken] en een Opel Agila, met het kenteken [kenteken] ) die aan [benadeelde 1] toebehoorden heeft beschadigd;
e. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Peugeot 5008, met het kenteken [kenteken] ) en een caravan (te weten een Dethleffs 3eh, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 10] toebehoorden heeft beschadigd, en
f. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Daihatsu Sirion, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 11] toebehoorde heeft beschadigd, en
g. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Opel Corsa, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 12] toebehoorde heeft beschadigd, en
h. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Hyundai Ix20, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 13] toebehoorde heeft beschadigd, en
i. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Hyundai I10, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 14] toebehoorde heeft beschadigd, en
j. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Renault Clio, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 15] toebehoorde heeft beschadigd, en
k. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Volvo V40, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 16] toebehoorde heeft beschadigd, en
l. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Kia Ceed, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 17] toebehoorde heeft beschadigd, en
m. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Volvo Xc40, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 18] B.V toebehoorde heeft beschadigd, en
n. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Hyundai Ioniq, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 19] toebehoorde heeft beschadigd, en
o. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Peugeot 207, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 20] toebehoorde heeft beschadigd, en
p. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Citroën C1, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 21] toebehoorde heeft beschadigd, en
q. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Seat Altea Xl, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 22] toebehoorde heeft beschadigd, en
r. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Opel Astra, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 23] toebehoorde heeft beschadigd, en
s. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Skoda Fabia, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 24] toebehoorde heeft beschadigd, en
t. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Citroën Xsara Picasso, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 25] toebehoorde heeft beschadigd, en
u. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Opel Astra Station Wagon, met het kenteken [kenteken] ), die aan [benadeelde 26] toebehoorde heeft beschadigd;
16/292480-23
feit 1
op 4 oktober 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de spiegel van de personenauto (Opel Agilla), die aan [benadeelde 27] toebehoorde heeft vernield;
feit 2:
op 4 oktober 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de wielkast, portier en spiegel van de personenauto (Mercedes E200), die aan [benadeelde 28] toebehoorde heeft beschadigd;
feit 3:
op 4 oktober 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de koplamp van de personenauto (Ford Ecosport), die aan [benadeelde 30] toebehoorde heeft vernield;
feit 4:
op 4 oktober 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de portier van de personenauto (VW ID3), die aan [benadeelde 31] toebehoorde heeft beschadigd;
feit 5:
op 4 oktober 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk de buitenspiegel van de personenauto (Peugeot 307), die aan [benadeelde 32] toebehoorde heeft beschadigd;
16/290343-23
feit 1:
op 12 april 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een auto, Opel Combo [kenteken] , die aan de [benadeelde 34] toebehoorde heeft beschadigd;
feit 2:
op of omstreeks 12 april 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk Ford Fiësta met kenteken [kenteken] , die aan [benadeelde 35] toebehoorde heeft beschadigd;
feit 3:
op 3 november 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een reclamebord die aan [benadeelde 36] BV toebehoorde heeft vernield;
feit 4:
op 3 november 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een Volvo V60 voorzien van kenteken [kenteken] , die aan [benadeelde 37] toebehoorde heeft beschadigd;
feit 5:
op 3 november 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een militair motorvoertuig, merk Volvo, type 9700 (touringcar) voorzien van het kenteken [kenteken] , die aan het Ministerie van Defensie toebehoorde heeft beschadigd;
feit 6:
op 3 november 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een Ford S-MAX voorzien van het kenteken [kenteken] , die aan [benadeelde 38] toebehoorde heeft beschadigd;
feit 7:
op 3 november 2023 te Amersfoort opzettelijk [benadeelde 38] , in zijn tegenwoordigheid, heeft beledigd door die [benadeelde 38] in het gezicht te spugen;
feit 8:
op 3 november 2023 te Amersfoort [benadeelde 38] heeft mishandeld door die [benadeelde 38] tegen zijn linkerbeen te trappen;
feit 9:
op 3 november 2023 te Amersfoort opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde 39] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid,
mondeling en door feitelijkheden heeft beledigd door hem de woorden toe te voegen:
"- je kanker moeder,
- facking racist,
- kanker pussy,
- je bent een kanker racist,
- je kanker ouders,
- kankerlijers,
- jullie zijn allemaal kanker racisten,
- fack jullie allemaal,
- je bent een kankerlijer",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en door die [benadeelde 39] in het gezicht te spugen;
feit 10:
op 14 november 2023 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een ventilator, waterkoker, twee borden, twee kopjes en een gordijnrail, die aan [verblijfplaats] toebehoorden heeft vernield;
feit 11:
op 14 november 2023 te [plaats] de commandant van het Intern bijstandsteam met personeelsnummer [personeelsnummer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door terwijl hij een broodmes in zijn hand vasthield die commandant van het IBT team met personeelsnummer [personeelsnummer] meermaals dreigend de woorden toe te voegen "Kom maar binnen dan steek ik jullie neer" en "Kom maar binnen dan ga ik steken met mijn mes", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Voortgezette handeling
De raadvrouw heeft bepleit dat voor de volgende strafbare feiten (per opsommingsteken) geldt dat sprake is van een voortgezette handeling in de zin van artikel 56 Sr:
  • de feiten ten laste gelegd onder parketnummer 16/219389-23, 16/219390-23 en 16/227000-23 (met uitzondering van het onder ‘u’ ten laste gelegde), die zijn gepleegd tussen 30 augustus 2023 en 31 augustus 2023;
  • de feiten ten laste gelegd onder parketnummer 16/292480-23, die zijn gepleegd op 4 oktober 2023;
  • de feiten 1 en 2 ten laste gelegd onder parketnummer 16/290343-23, die zijn gepleegd op 12 april 2023;
  • de feiten 3 tot en met 6 en feit 9 ten laste gelegd onder parketnummer 16/290343-23, die zijn gepleegd op 3 november 2023;
  • de feiten 10 en 11 ten laste gelegd onder parketnummer 16/290343-23, die zijn gepleegd op 14 november 2023;
De soortgelijke gedragingen onder deze (per opsommingsteken) ten laste gelegde feiten volgen elkaar in kort tijdsbestek op en hangen, ook met betrekking tot het (ongeoorloofde) wilsbesluit, zo nauw met elkaar samen dat verdachte in wezen één verwijt kan worden gemaakt.
Beoordeling van de rechtbank
Van een voortgezette handeling in de zin van artikel 56 Sr is sprake indien de verschillende bewezen verklaarde elkaar in de tijd opvolgende gedragingen (ook met betrekking tot het 'wilsbesluit') zo nauw met elkaar samenhangen dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen niet (meer dan enigszins) uiteenloopt.
De volgende bewezen verklaarde feiten ziet de rechtbank als een voortgezette handeling:
  • de feiten ten laste gelegd onder parketnummer 16/219390-23, die allen zijn gepleegd op 30 augustus 2023;
  • de feiten ten laste gelegd onder parketnummer 16/227000-23, die allen zijn gepleegd op 31 augustus 2023;
  • de feiten ten laste gelegd onder parketnummer 16/292480-23, die allen zijn gepleegd op 4 oktober 2023;
  • de feiten 1 en 2 ten laste gelegd onder parketnummer 16/290343-23, die beide zijn gepleegd op 12 april 2023;
  • de feiten 3 tot en met 6 ten laste gelegd onder parketnummer 16/290343-23, die allen zijn gepleegd op 3 november 2023.
Bovenstaande feiten betreffen soortgelijke strafbare feiten, te weten het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen dan wel vernielen van personenauto’s of andere goederen, die kort na elkaar hebben plaatsgevonden en waaraan hetzelfde ongeoorloofde wilsbesluit ten grondslag ligt. In feite wordt verdachte één verwijt gemaakt. Nu verdachte tussen de onder parketnummer 16/219390-23, 16/227000-23 en 16/292480-23 ten laste gelegde feiten telkens is aangehouden, is de rechtbank van oordeel dat deze feiten (tezamen) niet als voortgezette handeling kunnen worden aangemerkt. Verdachte kon in de tussenliggende periodes tot bezinning komen en nam na vrijlating (telkens) opnieuw een wilsbesluit.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16/280645-22: schuldwitwassen;
16/219389-23 feit 1, 16/290343-23 feit 10: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
16/219389-23 feit 2, 16/290343-23 feit 9: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
16/219390-23 feit 1, feit 2, feit 3: de voortgezette handeling van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
16/227000-23: de voortgezette handeling van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen of beschadigen, meermalen gepleegd;
16/292480-23 feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5: de voortgezette handeling van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen of beschadigen;
16/290343-23 feit 1, feit 2: de voortgezette handeling van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
16/290343-23 feit 3, feit 4, feit 5, feit 6:de voortgezette handeling van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen of beschadigen;
16/290343-23 feit 7: eenvoudige belediging;
16/290343-23 feit 8: mishandeling;
16/290343-23 feit 11: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 190 dagen, met aftrek van het voorarrest.
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie ook verzocht een zorgmachtiging af te geven.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadvrouw heeft verzocht, indien de rechtbank uitgaat van eenmalig schuldwitwassen en de bepleitte (gedeeltelijke) niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie én de bepleitte vaststelling van voortgezette handelingen, geen langere gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten, gezien de onderliggende psychopathologie van verdachte, in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend. Daarbij komt dat verdachte jong is en in het […] al voor een langere periode dwangbehandeling heeft moeten ondergaan. Ook gelet hierop is een langere gevangenisstraf niet passend.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een korte periode onder andere schuldig gemaakt aan het vernielen dan wel beschadigen van meerdere personenauto’s en woningen in Amersfoort. Dit heeft tot grote onrust in Amersfoort geleid. In een aantal gevallen heeft verdachte een voorwerp, te weten een geleidebaken, een verkeersbord of draaistang, gebruikt om schade aan te richten. Sommige slachtoffers bevonden zich, ten tijde van de ten laste gelegde vernielingen, nog in hun auto of woning. Dit moet voor hen een beangstigende situatie zijn geweest. Ook heeft verdachte meerdere spullen van de [verblijfplaats] vernield. Het plegen van vernielingen zijn vervelende en hinderlijke feiten, die bij de slachtoffers voor veel (financiële) schade zorgt. Verdachte heeft met zijn handelen aangetoond geen enkel respect te hebben voor andermans eigendom en hij heeft geen rekening gehouden met de impact van zijn daden op de slachtoffers.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de mondelinge belediging van twee verbalisanten. Het uitschelden van een politieambtenaar in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening is kwetsend en denigrerend en ambtenaren moeten met een publieke taak - in het belang van de openbare orde - kunnen functioneren zonder daarbij geconfronteerd te worden met beledigingen. Verdachte heeft verder een willekeurig persoon beledigd en mishandeld, door hem te bespugen en tegen zijn been te trappen. Tot slot heeft verdachte ook een commandant van de [verblijfplaats] bedreigd, door meermaals met een broodmes in zijn hand te roepen dat hij mensen ging neersteken.
De strafbare feiten laten zien dat verdachte gewelddadig gedrag richting goederen, maar ook richting (willekeurige) personen die op zijn pad komen, niet schuwt. Verdachte heeft met zijn handelen, in een kort tijdsbestek, bij veel mensen gevoelens van angst veroorzaakt en de rechtbank neemt verdachte dit kwalijk.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 31 januari 2024 op naam van verdachte, waaruit blijkt dat hij in de afgelopen 5 jaar meermalen (op 4 september 2023, 4 oktober 2023 en 20 oktober 2023) onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten, te weten vernieling, bedreiging en mishandeling Er is dan ook sprake van recidive en de rechtbank weegt dit in strafverzwarende zin mee.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van de Pro Justitia rapportage over verdachte van 11 maart 2024, opgemaakt door mw. dr. N.C. Kuin, klinisch neuropsycholoog. De deskundige benoemt dat verdachte niet heeft willen meewerken aan het onderzoek en het was voor haar niet mogelijk om met verdachte in gesprek te gaan over de ten laste gelegde feiten. De deskundige kan dan ook geen uitspraken doen over de aanwezigheid van psychotische problematiek of andere psychische stoornissen, dan wel een verstandelijke handicap of psychogeriatrische aandoening, over de (eventuele) doorwerking hiervan en het recidivegevaar. Volgens de deskundige zijn er wel aanwijzingen voor ernstige psychopathologie. Zo blijkt uit het procesdossier dat verdachte op 30 augustus 2023 een verwarde indruk maakte, onsamenhangend sprak en agressief was. Ook getuigen melden dat verdachte op 3 november verward leek. Met name de verstrekte informatie uit het [verblijfplaats] wijst, volgens de deskundige, in de richting van een psychotisch toestandsbeeld. Zo maakte verdachte tijdens zijn opname zelf melding van het horen van stemmen en beschrijft de behandelcoördinator dat verdachte soms oninvoelbaar kan lachen, hardop in zichzelf praat én schichtig, druk en ontremd is. Dit (vermoedelijke) psychotische toestandsbeeld klaarde deels op nadat verdachte (onder dwang) anti-psychotische medicatie kreeg toegediend. Dit biedt, volgens de deskundige, echter onvoldoende informatie om met zekerheid vast te kunnen stellen dat er bij verdachte sprake was van een psychose of andere psychopathologie.
Het baart de deskundige zorgen dat, indien de ten laste gelegde feiten bewezen worden verklaard, er sprake is van een hoge frequentie aan strafbare feiten in een relatief korte periode en verdachte snel terug lijkt te vallen in delictgedrag. Ook lijkt er een escalatie in gewelddadig gedrag plaats te vinden. Zo blijkt dat de agressie van verdachte zich niet alleen richt op goederen maar ook op personen. De in het verleden aan verdachte opgelegde straffen en bijzondere voorwaarden hebben niet tot een afname in zijn delictgedrag geleid.
Vanwege het gebrek aan informatie over de persoonlijke omstandigheden van verdachte, onthoudt de deskundige zich van een advies over de eventuele toepassing van het jeugdstrafrecht. Ook kan zij, gezien de beperkingen van het onderzoek, geen advies geven over een (eventueel) op te leggen straf en/of maatregel.
De rechtbank heeft tot slot acht geslagen op het advies van de reclassering van 12 februari 2024, opgesteld door drs. M.C. Telleman, reclasseringswerker. De reclassering is van mening dat bij verdachte sprake is van een patroon van delictgedrag. Zo vertoont hij de laatste anderhalf jaar verward en agressief gedrag en is hij (de afgelopen maanden) meermaals, kort na vrijlating uit detentie, gerecidiveerd. Hij heeft geen zelfinzicht en mijdt zorg. De kans op recidive wordt door de reclassering als hoog ingeschat. Nu verdachte niet heeft willen meewerken aan het Pro Justitia onderzoek, is het onduidelijk of verdachte aan een stoornis lijdt, en zo ja, of/in welke mate hij toerekeningsvatbaar is. De reclassering heeft contact opgenomen met de behandelcoördinator van het PPC. Zij vertelde dat verdachte psychisch ontregeld is en dat sprake is van een vorm van schizofrenie. Verdachte ontvangt, ten tijde van het schrijven van het advies, dwangmedicatie. Klinische behandeling is, volgende de reclassering, zodoende geïndiceerd. Een klinische behandeling in het kader van een deels voorwaardelijke veroordeling lijkt echter niet haalbaar, door de houding van verdachte, waarbij sprake is van een hoge kans op onttrekking aan voorwaarden, en doordat de reclassering niet beschikt over een actuele diagnose. De reclassering kan verder, door de beperkte beschikbare informatie, niet adviseren of interventies en/of toezicht nodig zijn. Ook heeft de reclassering zich onthouden van een advies over het al dan niet toepassen van het jeugdstrafrecht.
Gelet op bovenstaande bevindingen van de deskundigen, de informatie vanuit het [verblijfplaats] over het gedrag en toestandsbeeld van verdachte, de aard van de ten laste gelegde feiten en de door getuigen en verbalisanten beschreven verwarde indruk die verdachte maakte, acht de rechtbank het aannemelijk dat verdachte ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten psychisch ontregeld was en dit invloed had op zijn handelen, waardoor zijn keuzevrijheid werd beperkt. Hoewel de deskundigen geen advies hebben kunnen uitbrengen over eventuele (verminderde) (on)toerekeningsvatbaarheid van verdachte, concludeert de rechtbank, op basis van het voorgaande, dat het bewezenverklaarde verminderd aan verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank zal daarmee bij de oplegging van de straf rekening houden.
Beoordeling van de rechtbank
Gelet op de aard en ernst én de forse hoeveelheid van de strafbare feiten, als ook het strafblad van verdachte, kan naar het oordeel van de rechtbank met geen andere straf worden volstaan dan met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meerdere maanden.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 208 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.
De rechtbank acht het daarnaast noodzakelijk dat verdachte behandeld wordt om het risico op recidive te verminderen. Verdachte heeft op zitting aangegeven dat hij op dit moment medicatie slikt, maar zelf liever geen behandeling of medicatie wil. Het is dan ook niet de verwachting dat verdachte vrijwillig zal meewerken en/of in staat zal zijn om zich aan bijzondere voorwaarden te houden. De rechtbank zal daarom, zoals verzocht door de officier van justitie, bij een afzonderlijke beslissing van heden, ten behoeve van verdachte, ook een zorgmachtiging tot het verlenen van verplichte zorg afgeven als bedoeld in artikel 2.3 Wet forensische zorg (Wfz) voor de duur van zes maanden.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de opgelegde vrijheidsstraf.

9.BENADEELDE PARTIJ

Mevrouw [benadeelde 4] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.922,46. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten de reparatiekosten van de schade aan haar personenauto, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/219390-23 ten laste gelegde feit.
Mevrouw [benadeelde 7] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert (in de herstelvordering) een bedrag van € 500,-. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten de reparatiekosten van de schade aan de portieren van haar personenauto, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘a’ ten laste gelegde feit.
De heer [benadeelde 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 709,94. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten de (niet door de verzekering vergoede) reparatiekosten van de achterruit van de personenauto met kenteken [kenteken] (€ 358,04) en de verhoogde verzekeringspremie van zijn autoverzekering ten aanzien van de andere personenauto met kenteken [kenteken] (€ 351,90), ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘d’ ten laste gelegde feit.
De heer [benadeelde 10] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een totaalbedrag van € 0,-, nu de materiële schade, te weten de reparatiekosten van zijn personenauto (€ 2.724,23) en caravan (€ 1.848,35), ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘e’ ten laste gelegde feit, door de verzekeringsmaatschappijen Centraal Beheer en Aveco Verzekeringen geheel is vergoed.
De heer [B] (partner van aangeefster [benadeelde 13] ) heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.919,34. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten de reparatie- en/of vervangingskosten van de deur en spiegel (€ 2.743,89) en de zijruit van de voorportier (€ 175,45) van zijn personenauto, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘h’ ten laste gelegde feit.
Mevrouw [benadeelde 14] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 36,29. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten de reparatiekosten van de schade aan het raamvenster van haar personenauto, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘i’ ten laste gelegde feit.
Mevrouw [benadeelde 21] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 912,29. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten de vervangingskosten van de voorruit van haar personenauto, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘p’ ten laste gelegde feit.
De heer [benadeelde 15] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 238,35. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten het eigen risico (€ 100,-) en de extra te betalen premie (€ 138,35), ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘j’ ten laste gelegde feit.
De heer [benadeelde 16] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 783,-. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten de reparatie en/of vervangingskosten van de spoiler (€ 443,-) en remlicht (€ 80,-) van zijn personenauto én de spuit- (€ 150,-) en montagekosten (€ 110,-), ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘k’ ten laste gelegde feit.
De heer [benadeelde 22] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 0,-, nu de materiële schade, te weten de vervangingskosten van de voorruit en de spuitkosten van de motorkap van zijn personenauto (€ 1.662,24), ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘q’ ten laste gelegde feit, door de verzekeringsmaatschappijen Bovemij geheel is vergoed.
De heer [benadeelde 24] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een totaalbedrag van € 150,-. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten het eigen risico voor de autoverzekering bij FBTO, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘s’ ten laste gelegde feit. De materiële schade van € 2590,08, te weten de vervangingskosten van zijn autoruit en de reparatiekosten van de deuk in zijn auto, is door de verzekeringsmaatschappij FBTO vergoed.
De heer [benadeelde 25] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde stelt schade te hebben geleden ten gevolge het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘t’ ten laste gelegde feit. De achterruit van zijn personenauto is vervangen en de FBTO autoverzekeraar is nog bezig met de afhandeling van de schade, derhalve is nog geen schadebedrag bekend.
De heer [benadeelde 26] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.031,15. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten het totaalbedrag aan reparatiekosten van zijn personenauto, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/227000-23 onder ‘u’ ten laste gelegde feit.
Mevrouw [benadeelde 30] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een totaalbedrag van € 400,-. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, te weten de kosten voor de afgezegde danslessen die ’s avonds plaatsvonden (€ 175,-) en de afspraak om EMDR-therapie te krijgen (€ 225,-), ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/292480-23 feit 3 ten laste gelegde. De materiële schade van € 1251,-, te weten de reparatie en/of vervangingskosten van de koplamp van haar personenauto, is door de verzekeringsmaatschappij Schadenet vergoed.
[benadeelde 41] N.V. heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.095,31. Dit bedrag bestaat uit materiële, te weten de reparatiekosten van haar personenauto, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/292480-23 feit 4 ten laste gelegde.
De heer [benadeelde 38] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.750,-. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten de (verwachte) kosten voor schadeherstel van zijn personenvoertuig, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/290343-23 feit 6 ten laste gelegde.
De commandant van het Intern bijstandsteam met personeelsnummer [personeelsnummer] , vertegenwoordigt door [aangever 9] , heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 550,-, bestaande uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/290343-23 feit 11 ten laste gelegde feit.
De heer [benadeelde 37] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een totaalbedrag van € 923,13. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, te weten de reparatiekosten van de deuk in het buitenscherm van zijn personenauto (€ 773,13) en het eigen risico bij de autoverzekering Centraal Beheer (€ 150,-), ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16/290343-23 feit 4 ten laste gelegde feit. De materiële schade bestaande uit de reparatiekosten voor de defecte voorruit van de personenauto van de benadeelde (€ 883,83), is al door de verzekeringsmaatschappij Centraal Beheer vergoed.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 4] , [benadeelde 1] , [benadeelde 14] , [benadeelde 15] , [benadeelde 16] , [benadeelde 24] , [benadeelde 7] , [B] , [benadeelde 26] , [benadeelde 30] , [benadeelde 41] N.V., [benadeelde 38] , de commandant (personeelsnummer [personeelsnummer] ) en [benadeelde 37] , moeten worden toegewezen, nu sprake is van rechtstreekse schade én deze allen goed zijn onderbouwd. De officier van justitie heeft gevraagd [benadeelde 10] en [benadeelde 22] niet-ontvankelijk te verklaren in de vorderingen omdat de schade van deze benadeelde partijen reeds is vergoed door hun verzekeraars. De officier van justitie verzoekt de benadeelde partij [benadeelde 25] eveneens niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, omdat deze vordering onvoldoende is onderbouwd.
De officier van justitie heeft gevorderd de toe te wijzen bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen benadeelde partij van [benadeelde 4] , [benadeelde 1] , [benadeelde 14] , [benadeelde 21] , [benadeelde 15] , [benadeelde 24] en [benadeelde 37] kunnen worden toegewezen. Ten aanzien van de vordering benadeelde partij van [benadeelde 31] heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De raadsvrouw heeft verzocht de benadeelde partijen [benadeelde 7] , [benadeelde 16] , [benadeelde 25] , [benadeelde 30] en [benadeelde 38] niet-ontvankelijk te verklaring in hun vordering, wegens onvoldoende onderbouwing van de schade. Ook de benadeelde partijen [benadeelde 10] en [benadeelde 22] dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun vordering, aangezien hun geleden schade geheel door verzekeringsmaatschappijen is vergoed.
Ten aanzien van de overige vorderingen heeft de raadsvrouw het volgende aangevoerd.
De vordering van de benadeelde partij [B] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 2.430,28. Voor het overige deel van de vordering moet de benadeelde niet-ontvankelijk worden verklaard, wegens gebrek aan onderbouwing.
Ten aanzien van de vordering benadeelde partij van [benadeelde 26] heeft de raadsvrouw zich, gelet op de bepleite vrijspraak, primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard moet worden, Subsidiair heeft zij zich op het standpunt gesteld dat de vordering, gelet op de leeftijd (ouder dan 15 jaar) en hoge kilometerstand van het voertuig, onvoldoende onderbouwd is dat het herstel economisch verantwoord is geweest. De benadeelde dient dan ook niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering.
Voor wat betreft de vordering benadeelde partij namens de commandant Intern Bijstandsteam van de [verblijfplaats] heeft de raadsvrouw verzocht het toe te wijzen immateriële schadebedrag te matigen tot € 250,-. Voor het overige dient de benadeelde niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoedingen:
T.a.v. de vorderingen benadeelde partij van [benadeelde 4] , [benadeelde 1] , [benadeelde 14] , [benadeelde 21] , [benadeelde 15] , [benadeelde 24] , [benadeelde 26] , [benadeelde 41] N.V. en [benadeelde 37] :
De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 4] , [benadeelde 1] , [benadeelde 14] , [benadeelde 21] , [benadeelde 15] , [benadeelde 24] , [benadeelde 41] N.V. en [benadeelde 37] zijn niet door de raadsvrouw betwist. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat vast is komen te staan dat deze benadeelden, als ook de benadeelde [benadeelde 26] (ondanks de oudere leeftijd van zijn auto), als gevolg van het bewezenverklaarde rechtstreekse materiële schade hebben geleden. De gevorderde materiële schadeposten van de benadeelden zijn naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en allen voor toewijzing vatbaar. De rechtbank zal de vorderingen toewijzen zoals opgenomen in het dictum (rubriek 12).
T.a.v. de vordering benadeelde partij [B] :
De benadeelde heeft een bedrag van € 2.919,34, bestaande uit materiële schade, gevorderd. Uit de onderbouwing van de vordering blijkt dat schade aan de deur en spiegel van de personenauto van de benadeelde voor een totaalbedrag van € 2.728,34 euro is hersteld. Daarnaast is de kapotte zijruit van de voorportier voor een bedrag van € 175,45 vervangen.
Dit maakt dat de vordering van de benadeelde partij moet worden toegewezen tot een bedrag van € 2.903,79. De rechtbank zal de benadeelde voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaren.
T.a.v. de vorderingen benadeelde partij van [benadeelde 7] , [benadeelde 10] , [benadeelde 16] , [benadeelde 22] , [benadeelde 25] en [benadeelde 38] :
De rechtbank zal de vorderingen van benadeelde partijen [benadeelde 7] , [benadeelde 16] , [benadeelde 25] en [benadeelde 38] niet-ontvankelijk verklaren, omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd. De rechtbank zal bepalen dat de vorderingen van deze benadeelden bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht.
Ook de benadeelde partijen [benadeelde 10] en [benadeelde 22] zullen niet-ontvankelijk worden verklaard, nu hun (totale) geleden schade reeds door de verzekeringsmaatschappijen is vergoed.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoedingen:
De benadeelde partijen [benadeelde 30] en de commandant van het Intern bijstandsteam hebben aanspraak gemaakt op vergoeding van immateriële schade op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek. Deze vergoeding kan worden toegekend indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Van de aantasting ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde psychische schade heeft opgelopen. De benadeelde dient voldoende concrete gegevens aan te voeren waaruit naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Naar het oordeel van de rechtbank hebben zowel de benadeelde [benadeelde 30] als de commandant van het Intern bijstandsteam, onvoldoende onderbouwd dat zij door het bewezen verklaarde psychische schade hebben opgelopen. De rechtbank neemt voorts in overweging dat de aard en de ernst van de normschending in beide gevallen niet met zich meebrengen dat de nadelige gevolgen voor de benadeelden zó voor de hand liggen, dat aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ kan worden aangenomen. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat een wettelijke grondslag voor vergoeding van immateriële schade voor beide benadeelden ontbreekt, zodat zij niet-ontvankelijk zullen worden verklaard in hun vordering.
Wettelijke rente
De rechtbank zal de vorderingen van de benadeelde partijen voor bovengenoemde bedragen toewijzen en vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het ten laste gelegde feit door verdachte is gepleegd en de schade is ontstaan, zoals hierna vermeld.
Ten aanzien van de benadeelde partij:
  • [benadeelde 4] met ingang van 30 augustus 2023;
  • [benadeelde 1] met ingang van 31 augustus 2023;
  • [B] met ingang van 31 augustus 2023;
  • [benadeelde 14] met ingang van 31 augustus 2023;
  • [benadeelde 21] met ingang van 31 augustus 2023;
  • [benadeelde 15] met ingang van 31 augustus 2023;
  • [benadeelde 24] met ingang van 31 augustus 2023;
  • [benadeelde 26] met ingang van 31 augustus 2023;
  • [benadeelde 41] N.V. met ingang van 4 oktober 2023
  • [benadeelde 37] met ingang van 3 november 2023;
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank bij de (gedeeltelijk) toe te wijzen vorderingen (m.u.v. de vordering van de benadeelde [benadeelde 41] N.V.) de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De rechtbank zal hierbij tevens de gevorderde wettelijke rente toewijzen vanaf de datum zoals hierboven per benadeelde partij is weergegeven. Bij niet betaling kan per benadeelde partij een na te noemen (in rubriek 12) aantal dagen gijzeling worden toegepast, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partijen.
De rechtbank zal ten aanzien van de benadeelde [benadeelde 41] N.V. geen schadevergoedingsmaatregel opleggen. Deze maatregel is bedoeld om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van schadevergoeding. Een rechtspersoon mag in beginsel geacht worden zelf de wegen te kennen om een vordering te incasseren, in tegenstelling tot een natuurlijk persoon. De rechtbank ziet in deze zaak geen aanleiding om van dit beginsel af te wijken.
Proceskosten
T.a.v. de benadeelde partij [benadeelde 4] , [benadeelde 1] , [B] , [benadeelde 14] , [benadeelde 21] , [benadeelde 15] , [benadeelde 24] , [benadeelde 26] , [benadeelde 41] N.V. en [benadeelde 37] :
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment ten aanzien van elke benadeelde partij begroot op nihil.
T.a.v. de benadeelde partij [benadeelde 7] , [benadeelde 10] , [benadeelde 16] , [benadeelde 22] , [benadeelde 25] en [benadeelde 38] , [benadeelde 30] en de commandant van het Intern bijstandsteam
Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen zullen de proceskosten van de benadeelde partijen en verdachte worden gecompenseerd, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de politierechter te Midden-Nederland van 20 oktober 2023 (parketnummer: 16/258930-23) is aan verdachte onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden opgelegd, waarbij onder andere als voorwaarde is gesteld dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Daarnaast is bij vonnis van de politierechter te Midden-Nederland van 4 oktober 2023 (parketnummer: 16/241320-23) aan verdachte onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 14 dagen opgelegd, waarbij als voorwaarde is gesteld dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 16/241320-23 dient te worden toegewezen, zodat verdachte na het uitzitten van deze straf aansluitend, in het kader van de zorgmachtiging, kan worden opgenomen. De officier van justitie heeft verzocht de vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 16/258930-23 af te wijzen en de proeftijd te verlengen met een jaar, zodat verdachte, na behandeling in het kader van de zorgmachtiging te hebben ondergaan, onder toezicht staat van de reclassering.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling moeten worden afgewezen, gelet op het belang dat de algemene en bijzondere voorwaarden, opgelegd bij bovenstaande vonnissen, nog enige tijd voor hem zullen gelden.
Indien het verzoekschrift een zorgmachtiging aan verdachte op te leggen door de rechtbank wordt toegewezen, heeft de raadsvrouw verzocht de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van twee weken onder parketnummer 16/241320-23, toe te wijzen, waarna verdachte, na het uitzitten deze straf, aansluitend in het kader van de zorgmachtiging kan worden opgenomen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Zoals uit dit vonnis blijkt heeft verdachte zich voor het einde van de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan (soortgelijke) strafbare feiten. In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de bovengenoemde voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf worden gelast.
Gelet op de ter terechtzitting naar voren gebrachte standpunten en hetgeen uit de rapportages van de deskundigen over de persoonlijke omstandigheden van verdachte is gebleken - in het bijzonder de bij verdachte aanwezige psychische problematiek, de noodzaak tot behandeling en de af te geven zorgmachtiging - acht de rechtbank tenuitvoerlegging van bovengenoemde voorwaardelijke opgelegde straffen niet opportuun. De rechtbank zal de vorderingen tot tenuitvoerlegging dan ook afwijzen, zodat verdachte zo spoedig mogelijk kan beginnen met de behandeling in het kader van de Zorgmachtiging.
Wel zal de rechtbank de proeftijd van de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 16/258930-23 met een jaar verlengen, zodat in het geval de zorgmachtiging na zes maanden niet wordt verlengd en eindigt, de mogelijkheid blijft bestaan de noodzakelijke hulp voort te zetten. De (opgelegde) bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht bij Inforsa, ambulante behandeling door Inforsa en het meewerken aan de controle op het gebruik van alcohol en/of drugs, schuldhulpverlening, het verkrijgen en behouden van dagbesteding en verdiepingsdiagnostiek (indien nodig bevonden), zullen dus nog voor enige tijd gelden.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 56, 57, 63, 266, 267, 285, 300, 350 en 420quater van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 208 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij [benadeelde 4]
  • wijst de vordering van [benadeelde 4] toe tot een bedrag van € 1.922,46, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat € 1.922,46 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 29 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 7]
  • verklaart [benadeelde 7] niet ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
  • wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 709,94, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 709,94 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 14 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 10]
  • verklaart [benadeelde 10] niet ontvankelijk in de vordering;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij [B]
  • wijst de vordering van [B] toe tot een bedrag van € 2.903,79, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [B] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [B] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [B] aan de Staat € 2.903,79 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 39 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 14]
  • wijst de vordering van [benadeelde 14] toe tot een bedrag van € 36,29, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 14] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 14] aan de Staat
  • € 36,29 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 1 dag gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 21]
  • wijst de vordering van [benadeelde 21] toe tot een bedrag van € 912,29, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 21] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 21] aan de Staat € 912,29 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 18 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 15]
  • wijst de vordering van [benadeelde 15] toe tot een bedrag van € 238,35, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 15] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 15] aan de Staat
  • € 238,35 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 4 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 16]
  • verklaart [benadeelde 16] niet ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij [benadeelde 22]
  • verklaart [benadeelde 22] niet ontvankelijk in de vordering;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij [benadeelde 24]
  • wijst de vordering van [benadeelde 24] toe tot een bedrag van € 150,-, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 24] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 24] aan de Staat € 150,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 25]
  • verklaart [benadeelde 25] niet ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij [benadeelde 26]
  • wijst de vordering van [benadeelde 26] toe tot een bedrag van € 3.031,15, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 26] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 26] aan de Staat
  • € 3.031,15 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 40 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 30]
  • verklaart [benadeelde 30] niet ontvankelijk in de vordering;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij [benadeelde 41] N.V.
  • wijst de vordering van [benadeelde 41] N.V. toe tot een bedrag van € 2.095,31, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 41] N.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 38]
  • verklaart [benadeelde 38] niet ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partij: de commandant met personeelsnummer [personeelsnummer] , vertegenwoordigt door [aangever 9]
  • verklaart [aangever 9] niet ontvankelijk in de vordering;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Benadeelde partijheer
[benadeelde 37]
  • wijst de vordering van heer [benadeelde 37] toe tot een bedrag van € 923,13, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan heer [benadeelde 37] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van heer [benadeelde 37] aan de Staat
  • € 923,13 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 november 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 18 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/258930-23:
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging;
- verlengt de proeftijd voor de duur van 1 jaar;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/241320-23
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging;
Voorlopige hechtenis
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.E. Verschoor-Bergsma, voorzitter, mrs. C. van de Lustgraaf en O. Böhmer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.W. Hekker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 mei 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16/280645-22
hij op of omstreeks 6 mei 2022 te Amersfoort, in ieder geval in Nederland, één of meer voorwerp(en), te weten meerdere dan wel enig geldbedrag (ongeveer €3250,75) (telkens) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die/dat voorwerp(en), te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (al dan niet eigen) misdrijf
en/of
(telkens) één of meer voorwerpen(en) te weten meerdere dan wel enig geldbedrag, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (al dan niet eigen) misdrijf;
(art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420bis.1 Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht)
(art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht)
16-219389-23
1
hij op of omstreeks 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een dakpan, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar
gemaakt en/of weggemaakt
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk een ambtenaar,te weten [benadeelde 3] (hoofdagent bij de Eenheid Midden-Nderland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "je kankermoeder" en/of "kankerlijer",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
(art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht)
16-219390-23
1
hij op of omstreeks 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een spiegel van een personenauto, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een achterlicht van een personenauto, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 30 augustus 2023 te Amersfoort opzettelijk en wederrechtelijk een spiegel van een personenauto, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
16-227000-23
hij, meermalen, in of omstreeks 31 augustus 2023, telkens te Amersfoort, althans telkens in het arrondissement Midden Nederland,
a. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Citroën C3, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
b. opzettelijk en wederrechtelijk een (voor)ruit en/of een televisie, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
c. opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere zonnepanelen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 9] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
d. opzettelijk en wederrechtelijk twee personenauto’s (te weten een Opel Astra Sports, met het kenteken [kenteken] en een Opel Agila, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
e. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Peugeot 5008, met het kenteken [kenteken] ) en/of een caravan (te weten een Dethleffs 3eh, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 10] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
f. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Daihatsu Sirion, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 11] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
g. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Opel Corsa, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 12] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
h. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Hyundai Ix20, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 13] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
i. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Hyundai I10, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 14] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
j. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Renault Clio, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 15] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
k. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Volvo V40, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 16] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
l. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Kia Ceed, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 17] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
m. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Volvo Xc40, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 18] B.V.), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
n. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Hyundai Ioniq, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 19] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
o. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Peugeot 207, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 20] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
p. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Citroën C1, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 21] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
q. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Seat Altea Xl, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 22] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
r. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Opel Astra, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 23] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, en/of
s. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Skoda Fabia, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 24] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt, en/of
t. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Citroën Xsara Picasso, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 25] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
u. opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto (te weten een Opel Astra Station Wagon, met het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 26] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
16/292480-23
1
hij op of omstreeks 4 oktober 2023 te Amersfoort, op/aan de [straat] , opzettelijk en wederrechtelijk de (spiegel van de) personenauto (Opel Agilla, kleur zwart), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 27] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 4 oktober 2023 te Amersfoort, op/aan de [straat] , opzettelijk en wederrechtelijk de (wielkast, portier en spiegel van de) personenauto (Mercedes E200, kleur grijs) van, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 28] en/of [benadeelde 29] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 4 oktober 2023 te Amersfoort, op/aan de [straat] , opzettelijk en wederrechtelijk de (koplamp van de) personenauto (Ford Ecosport, kleur oranje), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 30] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij op of omstreeks 4 oktober 2023 te Amersfoort, op/aan de [straat] , opzettelijk en wederrechtelijk de (portier van de) personenauto (VW ID3, kleur grijs), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 31] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
5
hij op of omstreeks 4 oktober 2023 te Amersfoort, op/aan de [straat] , opzettelijk en wederrechtelijk de (buitenspiegel van de) personenauto (Peugeot 307, kleur groen), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 32] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
16-290343-23
1
hij op of omstreeks 12 april 2023 te Amersfoort, opzettelijk en wederrechtelijk een auto, Opel Combo [kenteken] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [benadeelde 34] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 12 april 2023 te Amersfoort, opzettelijk en wederrechtelijk een oranjekleurige Ford Fiësta met kenteken [kenteken] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 35] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 3 november 2023 te Amersfoort, opzettelijk en wederrechtelijk een reclamebord, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 36] BV, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij op of omstreeks 3 november 2023 te Amersfoort, opzettelijk en wederrechtelijk een Volvo V60, kleur grijs en voorzien van kenteken [kenteken] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 37] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
5
hij op of omstreeks 3 november 2023 te Amersfoort, opzettelijk en wederrechtelijk een militair motorvoertuig, merk Volvo, type 9700 (touringcar) voorzien van het kenteken [kenteken] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Ministerie van Defensie, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
6
hij op of omstreeks 3 november 2023 te Amersfoort, opzettelijk en wederrechtelijk een zwarte Ford S-MAX voorzien van het kenteken [kenteken] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 38] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
7
hij op of omstreeks 3 november 2023 te Amersfoort opzettelijk [benadeelde 38] , in zijn tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door die [benadeelde 38] in het gezicht te spugen;
(art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
8
hij op of omstreeks 3 november 2023 te Amersfoort [benadeelde 38] heeft mishandeld door die [benadeelde 38] meermaals tegen zijn linkerbeen althans zijn lichaam te trappen;
(art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
9
hij op of omstreeks 3 november 2023 te Amersfoort, opzettelijk een ambtenaar, te weten [benadeelde 39] , aspirant bij de Eenheid Midden-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid,
mondeling en/of door feitelijkheden heeft beledigd door hem de woorden toe te voegen:
"- je kanker moeder,
- facking racist,
- kanker pussy,
- je bent een kanker racist,
- je kanker ouders,
- kankerlijers,
- jullie zijn allemaal kanker racisten,
- fack jullie allemaal,
- je bent een kankerlijer",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of door die [benadeelde 39] in het gezicht te spugen;
(art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van Strafrecht)
10
hij op of omstreeks 14 november 2023 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een ventilator, waterkoker, twee borden, twee kopjes, een tafelmes en een gordijnrail, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [verblijfplaats] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
11
hij, op of omstreeks 14 november 2023, te [plaats] de commandant van het Intern bijstandsteam met personeelsnummer [personeelsnummer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door terwijl hij een broodmes in zijn hand vasthield die commandant van het IBT team met personeelsnummer [personeelsnummer] meermaals dreigend de woorden toe te voegen "Kom maar binnen dan steek ik jullie neer" en/of "Kom maar binnen dan ga ik steken met mijn mes", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 21 juli 2022, genummerd PL0900-2022140l29, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 22. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 3.
3.Pagina 4.
4.De verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 mei 2024.
5.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 september 2023, genummerd PL0900-2023263487, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 34. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
6.pagina 13 en 14.
7.Pagina 7.
8.Pagina 10.
9.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 september 2023, genummerd PL0900-2023264492, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 41. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
10.Pagina 11 en 12.
11.Pagina 15 en 16.
12.Pagina 8.
13.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 september 2023, genummerd PL0900-2023265497, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 185. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
14.Pagina 36.
15.Pagina 42 en 43.
16.Pagina 48.
17.Pagina 53 en 54.
18.Pagina 59.
19.Pagina 95.
20.Pagina 78 en 79.
21.Pagina 82 en 83.
22.Pagina 85 en 86.
23.Pagina 101.
24.Pagina 73.
25.Pagina 113 en 114.
26.Pagina 109 en 110.
27.Pagina 117.
28.Pagina 122.
29.Pagina 130 en 131.
30.Pagina 66.
31.Pagina 89 en 90.
32.Pagina 105.
33.Pagina 126 en 127.
34.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 13 oktober 2023, genummerd PL0900-2023308338, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 44. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
35.Pagina 8.
36.Pagina 28 en 29.
37.Pagina 19.
38.Pagina 25 en 26.
39.Pagina 22.
40.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 november 2023, genummerd PL0900-2023337870, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 106. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
41.Pagina 29 en 30.
42.Pagina 7.
43.Pagina 76 en 77.
44.Pagina 66.
45.Pagina 79.
46.Pagina 40 en 41.
47.Pagina 40.
48.Pagina 59.
49.Pagina 63 en 64.
50.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 30 januari 2024, genummerd PL2100-2023257962, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 21. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
51.Pagina 6 en 7.
52.Pagina 6 en 7.
53.Pagina 18.
54.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 november 2023, genummerd PL0900-2023337870, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 106. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
55.De verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 mei 2024.
56.Pagina 48.