ECLI:NL:RBMNE:2024:3133
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen besluit CIZ na eerdere niet-ontvankelijkheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 14 mei 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) van 8 april 2022 behandeld. Eiseres had eerder beroep ingesteld tegen hetzelfde besluit, maar dit beroep werd op 28 november 2022 niet-ontvankelijk verklaard omdat zij het griffierecht niet had betaald. Eiseres heeft tegen deze eerdere uitspraak verzet aangetekend, maar dit verzet werd op 11 oktober 2023 ongegrond verklaard.
Nu heeft eiseres opnieuw beroep ingesteld tegen het besluit van het CIZ. De rechtbank oordeelt dat het niet mogelijk is om voor de tweede keer beroep in te stellen tegen hetzelfde besluit. Gezien de eerdere uitspraak en de niet-ontvankelijkheid van het eerdere beroep, verklaart de rechtbank het huidige beroep opnieuw niet-ontvankelijk. Dit besluit is genomen zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. N.R. Hoogenberk, en is openbaar uitgesproken. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.