ECLI:NL:RBMNE:2024:3133

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
URR 22/4287
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen besluit CIZ na eerdere niet-ontvankelijkheid

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 14 mei 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) van 8 april 2022 behandeld. Eiseres had eerder beroep ingesteld tegen hetzelfde besluit, maar dit beroep werd op 28 november 2022 niet-ontvankelijk verklaard omdat zij het griffierecht niet had betaald. Eiseres heeft tegen deze eerdere uitspraak verzet aangetekend, maar dit verzet werd op 11 oktober 2023 ongegrond verklaard.

Nu heeft eiseres opnieuw beroep ingesteld tegen het besluit van het CIZ. De rechtbank oordeelt dat het niet mogelijk is om voor de tweede keer beroep in te stellen tegen hetzelfde besluit. Gezien de eerdere uitspraak en de niet-ontvankelijkheid van het eerdere beroep, verklaart de rechtbank het huidige beroep opnieuw niet-ontvankelijk. Dit besluit is genomen zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier mr. N.R. Hoogenberk, en is openbaar uitgesproken. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/4287

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 mei 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

en

Centrum Indicatiestelling Zorg, het CIZ.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het besluit van het CIZ van 8 april 2022.
2. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

3. Eiseres heeft eerder beroep ingesteld tegen het besluit van 8 april 2022 van het CIZ. De rechtbank heeft dit beroep (met zaaknummer UTR 22/1629) op 28 november 2022 nietontvankelijk verklaard, omdat eiseres het griffierecht in die zaak niet had betaald. Eiseres heeft tegen deze uitspraak verzet aangetekend. De rechtbank heeft op 11 oktober 2023 het verzet ongegrond verklaard.
4. Eiseres heeft in deze zaak nu voor de twee keer beroep ingesteld tegen het besluit van 8 april 2022 van het CIZ. Het is evenwel niet mogelijk om voor de twee keer beroep instellen tegen hetzelfde besluit. De rechtbank verklaart dit beroep daarom niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van
mr. N.R. Hoogenberk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
14 mei 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.