ECLI:NL:RBMNE:2024:3114

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
16.249253.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor vervaardigen en vervoeren van explosieven en harddrugs

Op 17 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1999, die beschuldigd werd van het vervaardigen en vervoeren van explosieven, te weten drie molotovcocktails en een geïmproviseerde explosieve constructie, alsook het vervoeren van harddrugs, waaronder amfetamine en LSD. De rechtbank heeft de zaak behandeld op de terechtzittingen van 10 januari en 3 mei 2024, waarbij de verdachte op 3 mei 2024 zijn bekennende verklaring heeft afgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander in de periode van 24 tot en met 26 september 2023 in Baarn deze explosieven heeft vervaardigd en vervoerd, en op 26 september 2023 opzettelijk harddrugs heeft vervoerd en aanwezig gehad. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 28 maanden had geëist, gematigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en het reclasseringsadvies. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte, ondanks zijn positieve ontwikkeling in de periode van voorarrest, nog steeds een gevangenisstraf moet ondergaan vanwege de ernst van de feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.249253.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 mei 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 10 januari 2024 en 3 mei 2024. Op 3 mei 2024 is de zaak inhoudelijk behandeld en is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. de Groot en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. H.G.J. Ligtenberg, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1in de periode van 24 september 2023 tot en met 26 september 2023 te Baarn samen met een ander drie molotovcocktails en een geïmproviseerde explosieve constructie heeft vervaardigd, vervoerd en voorhanden heeft gehad;
feit 2op 26 september 2023 te Baarn opzettelijk 59 pillen met amfetamine, 2,8 gram poeder met amfetamine en 5 zegels met LSD heeft vervoerd en aanwezig heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Voor zover van belang voor de beoordeling worden de standpunten van de officier van justitie hieronder bij het oordeel van de rechtbank besproken.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 [1]
Verdachte heeft het onder 1 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft daarvoor ook geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 mei 2024; [2]
- het proces-verbaal van bevindingen van 26 september 2023 van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pagina 41 tot en met 43; [3]
- het proces-verbaal van bevindingen van 28 september 2023 van verbalisant [verbalisant 3] , pagina 14 tot en met 18; [4]
- het rapport van dr. J. Dalmolen van het NFI van 20 april 2024, pagina 136 tot en met 142; [5]
- het rapport van ing. J. Dogger van het NFI van 27 februari 2024, pagina 127 tot en met 130; [6]
- het proces-verbaal van bevindingen van 15 april 2024 van verbalisant [verbalisant 4] , pagina 160 en 161. [7]
Ten aanzien van feit 2
Verdachte heeft ook het onder 2 ten laste gelegde feit bekend en de raadsman heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat daarom met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 mei 2024;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 10 oktober 2023, genummerd 231010.1413.UTR01380, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] van de politie Midden-Nederland, en de daarbij gevoegde kennisgevingen van inbeslagneming, pagina 1 tot en met 6;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 26 april 2024, genummerd 240426.1814.1380, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] van de politie Midden-Nederland; [9]
- een kennisgeving van inbeslagneming met registratienummer PL0900-2023293842-5, pagina 1 en 2; [10]
  • het rapport van het NFI van 4 oktober 2023, genummerd 2023.10.04.111 (aanvraag 002), opgemaakt door ing. N. van Doorn, pagina 1;
  • het rapport van het NFI van 4 oktober 2023, genummerd 2023.10.04.111 (aanvraag 001), opgemaakt door ing. N. van Doorn, pagina 1;
  • het rapport van het NFI van 7 november 2023, genummerd 2023.10.04.111 (aanvraag 004), opgemaakt door ing. P.H. Wallinga, pagina 1 en 2.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1in de periode van 24 september 2023 tot en met 26 september 2023 te Baarn
tezamen en in vereniging met een ander vier wapens van categorie II, onder 7 van de
Wet wapens en munitie, te weten
- drie, molotovcocktails en
- een geïmproviseerde explosieve constructie,
zijnde voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing heeft vervaardigd en vervoerd;
feit 2op 26 september 2023 te Baarn opzettelijk heeft vervoerd, 59 pillen bevattende amfetamine, 2,8 gram poeder bevattende amfetamine en 5 LSD-zegels, zijnde amfetamine en/of LSD (lysergide) en telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 2opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 28 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de straf te matigen en verdachte een gevangenisstraf met een fors voorwaardelijk deel op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het samen met een ander vervaardigen en vervoeren van een geïmproviseerde explosieve constructie - ook wel vuurwerkbom
genoemd - en 3 molotovcocktails. Verdachte en medeverdachte waren van plan om de molotovcocktails te gebruiken ter bedreiging of afschrikking van personen met wie de medeverdachte een conflict had. Hoewel verdachte (en medeverdachte) hebben aangegeven dat de vuurwerkbom was bedoeld voor het opblazen van een flitspaal, is de rechtbank ervan overtuigd dat de vuurwerkbom was bedoeld voor bedreiging en afschrikking van personen. Dat leidt de rechtbank af uit de aard van de vuurwerkbom (met metaal omhuld), het feit dat de vuurwerkbom samen met de molotovcocktails is aangetroffen in de auto waarmee verdachte en medeverdachte op pad waren om het conflict ‘op te lossen’ en de in de telefoon van medeverdachte aangetroffen berichten. In een chatgesprek spreekt medeverdachte met een derde namelijk over het conflict en geeft aan dat hij een ‘echt zieke bom’ gaat gooien.
De vuurwerkbom betrof een met metaal omhulde cobra 8, die een potentiële gevarencirkel voor personen en goederen van 120 meter vormde. Bij ontploffing kan een dergelijk wapen zwaar lichamelijk letsel veroorzaken en personen zelfs dodelijk treffen. Ook de molotovcocktails waren gereed voor gebruik en hadden voor een flinke brand kunnen zorgen. Verdachte heeft door het fabriceren en het vervoeren van deze wapens welbewust een zeer groot gevaar voor personen en goederen in het leven geroepen. De vondst van dergelijke wapens zorgt voor gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van een behoorlijke hoeveelheid harddrugs. Het gebruik van harddrugs vormt een ernstig gevaar voor de volksgezondheid en houdt de handel hierin in stand. Dit zorgt voor schade en overlast voor de samenleving. Verdachte lijkt voor die negatieve gevolgen op dat moment geen oog gehad te hebben. Verdachte heeft aangegeven dat hij destijds veel onder invloed verkeerde, waardoor zijn grenzen vervaagden. Op de zitting heeft verdachte aangegeven dat hij de ernst van de feiten nu wel inziet.
De persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie (strafblad) betreffende verdachte d.d. 11 april 2024. Hieruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Daarnaast is rekening gehouden met het reclasseringsadvies van 5 februari 2024, uitgebracht door D.J. Anbeek, reclasseringswerker. Uit dit advies blijkt dat het middelengebruik en het sociaal netwerk van verdachte samenhangen met de ten laste gelegde feiten. Circa 2 jaar geleden kreeg verdachte verkeerde vrienden, werd zijn drugsgebruik problematisch, verloor hij zijn werk en mocht hij niet meer bij zijn ouders wonen. Door het verkopen van verdovende middelen kon verdachte (deels) in zijn eigen middelengebruik en leefstijl voorzien. Verdachte is gedurende zijn tijd in voorarrest tot het inzicht gekomen dat het genoeg is geweest met de verkoop en met het gebruik van drugs. Hij lijkt sindsdien gestopt te zijn met drugs, woont weer bij zijn ouders, werkt weer en is bezig met het aflossen van zijn schulden. De reclassering ziet dit als beschermende factoren tegen delictgedrag. De reclassering verwacht dat een straf zonder bijzondere voorwaarden voldoende recidivebeperkend zal zijn. Zij ziet geen contra-indicaties voor het opleggen van een gevangenisstraf of taakstraf.
De strafoplegging
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) gaan voor het voorhanden hebben en het overdragen van explosieven in de openbare ruimte uit van een gevangenisstraf van 15 maanden en voor het voorhanden hebben en het overdragen van een molotovcocktail van een gevangenisstraf van 3 maanden. Strafverzwarend is dat hier sprake was van drie molotovcocktails. Voor het aanwezig hebben van 20 tot 100 pillen (harddrugs) gaan zij uit van een taakstraf van 80 uur.
De rechtbank neemt bij het bepalen van de strafmaat in strafverminderende zin mee dat verdachte de medeverdachte op enig moment van het gebruik van de vuurwerkbom en de molotovcocktails probeerde te weerhouden. Ook houdt de rechtbank rekening met de proceshouding van verdachte. Verdachte heeft openheid van zaken gegeven en daarmee verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Daarnaast lijkt verdachte zijn leven, gelet op het reclasseringsadvies en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht, inmiddels weer redelijk op de rit te hebben.
De rechtbank ziet dat verdachte, na een voorarrest van ongeveer 106 dagen, zijn schorsing met beide handen heeft aangegrepen en zijn leven een positieve wending heeft gegeven. De rechtbank realiseert zich ook dat door het opleggen van een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf de positieve ontwikkelingen (tijdelijk) stil komen te liggen. De rechtbank is echter van oordeel dat de feiten te ernstig zijn om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf ter hoogte van het voorarrest op te leggen. Verdachte moet, met andere woorden, nog even terug naar de gevangenis. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden en de houding van verdachte wel redenen om af te wijken van de strafeis van de officier van justitie.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van 2 jaren, en daarnaast een taakstraf van 240 uren passend en geboden is.

9.BESLAG

9.1
Inleiding
Onder verdachte zijn diverse goederen inbeslaggenomen. De officier van justitie heeft gevorderd alle goederen te onttrekken aan het verkeer, met uitzondering van de telefoon en het geldbedrag. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen onttrekken aan het verkeer:
  • 5 STK Lsd (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226643);
  • 59 STK Pillendoos (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226647);
  • 1 STK Opium (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226648);
  • 1 STK Opium (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226652);
  • 1 STK Cocaïne (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226654);
  • 1 STK Cocaïne (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226653);
  • 1 STK Opium (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226656);
  • 1 STK Opium (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226657);
  • 1 STK Mes (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226658).
Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met betrekking tot de verdovende middelen is het onder 2 bewezen verklaarde feit begaan. Het mes is bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit aangetroffen.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaren:
  • 1 STK Schaal (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3232311);
  • 1 STK Enveloppe (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226646).
Met behulp van deze voorwerpen is het onder 2 bewezen verklaard feit begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • 260 EUR (Omschrijving: PL0900-2023293842-3226645);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226649).

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 9, 22, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
  • 2 en 10 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 18 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
12 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 jarenvast;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 5 STK Lsd (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226643);
  • 59 STK Pillendoos (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226647);
  • 1 STK Opium (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226648);
  • 1 STK Opium (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226652);
  • 1 STK Cocaïne (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226654);
  • 1 STK Cocaïne (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226653);
  • 1 STK Opium (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226656);
  • 1 STK Opium (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226657);
  • 1 STK Mes (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226658);
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 STK Schaal (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3232311);
  • 1 STK Enveloppe (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226646);
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • 260 EUR (Omschrijving: PL0900-2023293842-3226645);
  • 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023293842-G3226649).
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van de Lustgraaf, voorzitter, mr. L.M.G. de Weerd en
mr. H.M. Vos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V.Y. van Almelo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 mei 2024.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 24 september 2023 tot en met 26
september 2023 te Baarn, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
vier, althans een of meerdere wapen(s) van categorie II, onder 7 van de
Wet wapens en munitie, te weten
- drie, althans een of meerdere molotovcocktail(s) en/of
- een geïmproviseerde explosieve constructie,
zijnde (een) voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen of
zaken door vuur of door middel van ontploffing heeft/hebben
vervaardigd en/of heeft/hebben vervoerd, in elk geval voorhanden
heeft/hebben gehad;
2
hij op of omstreeks 26 september 2023 te Baarn
opzettelijk
heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 59 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamine, en/of
ongeveer 2,8 gram poeder, in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal bevattende amfetamine, en/of
ongeveer 5 LSD-zegels, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende LSD,
zijnde amfetamine en/of LSD (lysergide) en (telkens) een middel als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van relaas van 28 september 2023, genummerd 2023293842, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, pagina 1 tot en met 75 (PV VGL) en het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van relaas van 22 april 2024, genummerd PL0900-2023293842, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, pagina 1 tot en met 161 (Forensisch dossier). Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal ter terechtzitting van 3 mei 2024.
3.PV VGL.
4.Forensisch dossier.
5.Forensisch dossier.
6.Forensisch dossier.
7.Forensisch dossier.
8.Aanvullend PV.
9.PV bevindingen.
10.KVI zegels.