ECLI:NL:RBMNE:2024:3110
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van een kopie van het besluit en persoonlijke ondertekening
Op 14 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 23/3062. Eiser heeft op 5 juni 2023 een beroep ingediend, maar heeft geen kopie van het besluit overgelegd waartegen hij in beroep gaat. Dit is in strijd met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat een beroep vergezeld gaat van een kopie van het bestreden besluit. De rechtbank heeft eiser op 19 juli 2023 en opnieuw op 29 augustus 2023 verzocht om deze kopie en om het beroepschrift persoonlijk te ondertekenen. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze verzoeken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld, omdat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft geen zitting belegd, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geldige redenen zijn aangevoerd door eiser voor het ontbreken van de vereiste documenten. Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.
De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra-Foppen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 mei 2024. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak.