ECLI:NL:RBMNE:2024:3096
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken van beslissing op bezwaar
Op 6 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 23/4412. Eiser heeft op 26 augustus 2023 beroep ingesteld, maar heeft het griffierecht van € 50,- niet betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld zonder betaling van het griffierecht. De rechtbank heeft eiser op 14 februari 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden, maar dit bedrag is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarnaast heeft eiser geen kopie van de beslissing op bezwaar ingediend, ondanks een verzoek van de rechtbank. Hierdoor is het beroep ook om deze reden niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft beslist dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier A.F. Klomp.