ECLI:NL:RBMNE:2024:3086
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 10 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort behandeld. Eiser had op 26 september 2023 een bezwaarschrift ingediend, maar verweerder heeft pas op 8 maart 2024 een beslissing genomen. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 187,- niet heeft betaald. Dit is een vereiste volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft eiser op 22 februari 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor deze niet-betaling, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.
De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van A.F. Klomp, griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 mei 2024. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.