ECLI:NL:RBMNE:2024:3086

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 mei 2024
Publicatiedatum
16 mei 2024
Zaaknummer
UTR 24/1041
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 10 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort behandeld. Eiser had op 26 september 2023 een bezwaarschrift ingediend, maar verweerder heeft pas op 8 maart 2024 een beslissing genomen. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 187,- niet heeft betaald. Dit is een vereiste volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiser op 22 februari 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor deze niet-betaling, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.

De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van A.F. Klomp, griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 mei 2024. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/1041

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 mei 2024 in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen van verweerder op het bezwaarschrift van 26 september 2023. Verweerder heeft op
8 maart 2024 alsnog een beslissing op het bezwaarschrift genomen.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 187,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 22 februari 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen twee weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
A.F. Klomp, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.