Op 15 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De eiser had beroep ingesteld na eerdere uitspraken van de rechtbank, waarbij de Minister de tijd had gekregen om een besluit te nemen over de aanvraag van de eiser. Echter, de eiser heeft het griffierecht van €184,- niet betaald, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat de betaling van het griffierecht een voorwaarde is voor inhoudelijke behandeling van de zaak. De rechtbank heeft de eiser op 11 juli 2023 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek het griffierecht te betalen, maar deze brief is niet opgehaald en is uiteindelijk geretourneerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geldige reden is voor het niet betalen van het griffierecht, waardoor het beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld. De rechtbank heeft besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen vergoeding van proceskosten toegekend.