ECLI:NL:RBMNE:2024:3077

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 mei 2024
Publicatiedatum
16 mei 2024
Zaaknummer
UTR 24/1967
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 1 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de Staatssecretaris van Defensie, eiseres, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder. Deze uitspraak betreft het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen van verweerder op het bezwaarschrift van 17 november 2022. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen.

De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) iemand die in beroep gaat, griffierecht moet betalen. In dit geval bedraagt het griffierecht € 371,-. Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen, tenzij er een geldige reden is voor het niet ontvangen van het griffierecht. De rechtbank heeft eiseres op 26 maart 2024 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar het bedrag is niet ontvangen en eiseres heeft geen geldige reden opgegeven.

Daarom heeft de rechtbank besloten dat het beroep niet inhoudelijk zal worden behandeld en dat er geen uitspraak over het beroep zal worden gedaan. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van A.F. Klomp, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/1967

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 mei 2024 in de zaak tussen

de Staatssecretaris van Defensie, te Utrecht, eiseres,

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen van verweerder op het bezwaarschrift van 17 november 2022.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 371,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 26 maart 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen twee weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
A.F. Klomp, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.