ECLI:NL:RBMNE:2024:3077
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 1 mei 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de Staatssecretaris van Defensie, eiseres, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder. Deze uitspraak betreft het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen van verweerder op het bezwaarschrift van 17 november 2022. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen.
De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) iemand die in beroep gaat, griffierecht moet betalen. In dit geval bedraagt het griffierecht € 371,-. Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen, tenzij er een geldige reden is voor het niet ontvangen van het griffierecht. De rechtbank heeft eiseres op 26 maart 2024 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar het bedrag is niet ontvangen en eiseres heeft geen geldige reden opgegeven.
Daarom heeft de rechtbank besloten dat het beroep niet inhoudelijk zal worden behandeld en dat er geen uitspraak over het beroep zal worden gedaan. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van A.F. Klomp, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2024.